Waarom de repressie van sociaal protest in Honduras géén nieuws is

Betoging in de hoofdstad Tegucigalpa. Bron: TONYDIAZGALEAS

FacebooktwitterFacebooktwitter

Reeds twee jaar protesteert de bevolking van een Latijns-Amerikaans land tegen een frauduleus aan de macht gekomen president, die met harde repressie terugslaat. Venezuela? Dagelijks nieuws? Neen, dit is Honduras, een van de gevaarlijkste landen ter wereld voor journalisten waar sinds de staatsgreep van 2009 een door de VS gesteund schrikbewind heerst. Toch kijken de media de andere kant op. Hoe valt die desinteresse te verklaren?

Extreem gewelddadig regime

Betogingen tegen de regeringsplannen om de openbare gezondheidssector, het openbaar onderwijs en de pensioenen te privatiseren worden hardhandig aangepakt. Toch blijven de protesten aanhouden. In Honduras is politiek activisme niet zonder gevaar. In verhouding tot de grootte van de bevolking is het sinds 2009 een van de gevaarlijkste landen ter wereld voor journalisten, vakbondsmilitanten, verdedigers van de mensenrechten, advocaten, leiders van inheemse volkeren, leefmilieu-activisten.

Het gerechtsapparaat is door en door corrupt, politie en leger zijn betrokken bij drugs- en wapenhandel. Juan Antonio Hernández, broer van president Juan Orlando Hernández werd in 2017 in Florida aangehouden voor zijn betrokkenheid bij Mexicaanse drugskartels. Recent komt de president zelf ook onder verdenking. Eerder moest zijn zuster Hilda Hernández ontslag nemen in 2016 als minister in zijn regering, eveneens wegens verdenkingen van grootschalige corruptie. Deze familiale corruptie typeert de volledige Hondurese oligarchie, die uit een tiental familiedynastieën bestaat.

Berta Cáceres

Berta Cáceres op een conferentie enkele weken voor ze werd vermoord. Bron: Screenshot TheRealNews.com

De moord op leefmilieu-activiste en inheems leidster Berta Cáceres op 2 maart 2016 is een van de weinige politieke moorden die tot een proces heeft geleid. Dat gebeurde uitsluitend onder zware internationale druk. Voor de meeste politieke moorden komt het niet eens tot een gerechtelijk onderzoek. Het proces van de moordenaars van Cáceres beperkte zich uitsluitend tot de fysieke daders. De rechters weigerden hen te ondervragen over hun opdrachtgevers, die in de mijnbouw- en energiesector actief zijn.

De regering van president Hernández heeft de privatisering van de gezondheidssector, het onderwijs en de pensioenen beslist, drie openbare sectoren die naar Europese normen al zeer zwak waren, maar nu nog verder worden afgebouwd. Wie wel geld heeft, stuurt zijn kinderen naar privé-universiteiten en laat zich verzorgen in privé-hospitalen.

Wat deze ‘hervormingen’ zo bitter maakt, is dat net in die sectoren grootschalige corruptie werd vastgesteld, waarbij meerdere politici betrokken zijn. Zij hebben zich miljarden dollars toegeëigend die voor gezondheidszorg, de bouw van scholen en voor pensioenfondsen bestemd waren. Het gerechtelijk onderzoek naar deze affaire wordt volledig gesaboteerd.

Tweede mandaat voor Hernández

De protesten tegen deze hervormingen verbergen nog een andere grote frustratie van de bevolking. Hernández verkreeg op 26 november 2017 een tweede mandaat als president, na verkiezingen die door alle internationale waarnemers, waaronder de EU, als frauduleus werden bestempeld. Hij ‘won’ toen met een verschil van 0,5 procent tegen Salvador Nasralla. De grondwet verbiedt bovendien twee opeenvolgende presidentiële mandaten. President Trump erkende echter onmiddellijk zijn ‘overwinning’. De huidige protesten zijn in feite de voortzetting van verzet tegen zijn herverkiezing.

In 2009 werd verkozen president Manuel Zelaya afgezet door een militaire staatsgreep. Zijn zeer gematigde plannen voor een landhervorming en een aantal sociale beschermingsmaatregelen voor de werkende bevolking waren een stap te ver voor de oligarchie en de multinationals. Het argument dat werd gebruikt tegen Zelaya was dat hij met een referendum de grondwet wilde laten wijzigen om een tweede mandaat als president te kunnen opnemen. In werkelijkheid was zijn voorstel in die aard niet van toepassing op hemzelf, het zou pas ingaan na de volgende presidentsverkiezingen. Toch werd dat argument ook hier in de media overgenomen als goedkeuring voor zijn afzetting.

Sindsdien heerst in Honduras een schrikbewind, waarbij alle bewegingen voor sociale emancipatie bloedig worden onderdrukt. Politieke tegenstanders worden vermoord of vluchten het land uit, de media staan volledig aan de kant van de oligarchie – ze zijn meestal hun eigendom. In die context worden sindsdien om de vier jaar verkiezingen gehouden. Toch slaagt de civiele maatschappij er nog steeds in om zijn verzet te uiten tegen dit regime.

Honduras is niet het enige Latijns-Amerikaanse land waar de politieke repressie terug toeneemt na de korte periode van democratisering in de jaren 1990 en begin jaren 2000. Ook in Paraguay zijn de doodseskaders sinds de staatsgreep van 2012 terug, worden politieke dissidenten vermoord of op de vlucht gejaagd en worden om de vier jaar ‘vrije’ verkiezingen gehouden.

Selectieve verontwaardiging

Men kan niet beweren dat de staatsterreur in Honduras van de voorbije tien jaar geen enkele aandacht krijgt in de westerse media. Het is echter nooit hoofdnieuws en protesten worden nooit gekaderd in de context van het regime ter plaatse. Het contrast met de aandacht voor Venezuela kan niet groter zijn.

Critici stellen dikwijls dat hier sprake is van een dubbele moraal, van selectieve verontwaardiging, van onsamenhangend beleid. Dat is niet het geval. Er zit wel degelijk een zeer consequente visie achter deze aanpak. Wie met ons is, geraakt met alles weg. Wie niet met ons is – democratie of dictatuur maakt niet uit – zal onze toorn voelen.

Edwin Oliva, voorzitter van de vakbond van het onderwijzend personeel. Bron: hondudiario.com

De voornaamste politieke, militaire en logistieke steun voor het regime komt van de VS. Economisch is het echter niet de VS die er de plak zwaait. Duitse, Franse en Spaanse mijnbouwbedrijven betalen er doodseskaders en zijn de andere zijde van de corruptie. De grootste boosdoener is Canada. Dit land weet zich in de EU nog steeds te verkopen als dé verdediger van de mensenrechten in de wereld, ‘not the US‘. Canadese mijnbedrijven zijn in Honduras, Paraguay, Brazilië, Peru, Argentinië en Haïti rechtstreekse financiers van de repressie.

Het regime in Honduras zou wel eens kunnen in elkaar klappen ten gevolge van zijn eigen negatieve systemische kenmerken en inherente contradicties. Oligarchie, maffia en het politieke establishment zijn er één amorf geheel. Als de bevolking van Honduras er toch in slaagt dit regime ten val te brengen, zal dat in geen geval te danken zijn aan de internationale steun van de EU. De repressie houdt aan, maar het verzet blijft. Vanaf 30 mei heeft de vakbond van het onderwijzend personeel een algemene staking afgekondigd.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.