Van de VS kan geen ander China-beleid worden verwacht

Anthony Blinken. Foto: Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

Het bezoek van VS-minister van Buitenlandse Zaken Anthony Blinken aan China heeft niets veranderd aan de gespannen relatie tussen beide grootmachten. Zolang de leidende elite in de VS zich blind blijft staren op het dogma van Amerikaanse suprematie over de wereld en zich blijft vastklampen aan racisme tegen alles waar China voor staat, kan dat ook niet anders.

Sinds Anthony Blinken voor president Joe Biden het buitenlands beleid van de VS bepaalt zijn de relaties met China alleen maar verslechterd. Ze kwamen al van een niveau dat niet bijster goed was onder president Trump en onder president Obama.

De Koude Oorlog – want dat mogen we het stilaan wel noemen – is in feite begonnen in 2012 onder president Obama. Die besliste toen de eigen zeemacht bijna volledig te verplaatsen naar de Zuid-Chinese Zee, met zijn ‘pivot to Asia‘. Het was toen al zonneklaar waar dit over gaat.

Zie dit artikel uit 2012: Nieuwe Koude Oorlog in de maak in de Stille Oceaan.

Met een bevolking van 1,4 miljard (1.400 miljoen!) mensen is China meer dan vier maal groter dan de VS. China alleen is goed voor 17,5 procent van de hele wereldbevolking. In een normaal functionerende vrijemarkteconomie (de echte, niet de westerse ideologische versie) kan het niet anders dan dat China stilaan een groter economisch gewicht heeft dan de VS.

Voor de ideologische ‘masters of the universe’ in Washington DC is het idee van een grootmacht naast de VS onverteerbaar. Het is voor hen bijna fysiek onmogelijk om met nieuwe ideeën te komen om hier mee verder te gaan.

De Eurocentrische racistische vooroordelen (waar ik op cultureel vlak de VS-elite bijvoeg) tegenover China en de Chinezen zitten nog steeds diep verankerd in ons denken. Dat merk je ook aan de manier waarop de media en mediacommentatoren (‘experten’) praten en schrijven over China.

Er werd bijvoorbeeld heel wat over gedaan dat Blinken op de luchthaven ‘slechts’ werd ontvangen door de hoogste ambtenaar van het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken. Daarmee gingen de commentaren voorbij aan het feit dat China zijn buitenlandse gasten altijd zo ontvangt, alleen staatshoofden krijgen een hogere ontvangst. John Kerry en Hillary Clinton kregen eerder identiek dezelfde ontvangst.

Betekenisvol is daarentegen wel de symboliek van het zeer korte onderhoud van amper 35 minuten met president Xi Jinping. Blinken kreeg pas een uur voor het bezoek bevestiging dat het zou doorgaan. Meer dan wat diplomatieke platitudes bracht dat ‘gesprek’ niet op. Het enige resultaat van Blinkens bezoek is dat beide partijen bereid zijn om verder met elkaar te praten. Dat is diplomatiek jargon voor ‘er werd niets bereikt’.

De VS willen het constant hebben over de mensenrechten, vrije pers, Taiwan, de Oeigoeren en Hongkong en de vrije zeevaart in de Zuid-Chinese Zee, allemaal zaken die onder de noemer ‘vrijheid’ vallen.

Zoals Jeffrey Sachs een jaar geleden al zei tijdens een interview op de BBC – sindsdien wordt hij niet meer gevraagd – “Waar halen wij het in ons hoofd om over mensenrechten te preken in China? Wat met onze getto’s, racistische moorden door de politie, de mistoestanden in onze gevangenissen, onze klassenjustitie? Het rijkste land ter wereld met een schabouwelijk openbaar onderwijs, geen openbare gezondheidszorg? Waarom moeten wij de vrije doorvaart in de Zuid-Chinese Zee monitoren? Mag China dan ook voor de kusten van California of Texas komen patrouilleren?

Alternatieve benaderingen zijn er wel

Er zijn wel degelijk alternatieven voorhanden om met China om te gaan. Eerst en vooral stoppen met de openlijk minachtende commentaren op alles wat Chinees is. Wat Hongkong en Taiwan betreft, hadden de VS kunnen kiezen om een politiek status quo te bepleiten van twee systemen in één land. Daar hadden zowel Hongkong als Taiwan economisch het meeste baat bij.

In Hongkong hebben de Britten tot de laatste dag van de overdracht op 30 juni 1997 een strakke politiestaat in stand gehouden zonder verkiezingen, met Britse rechters en politie opgeleid in Groot-Brittannië voor riot control. In plaats van de centrumkrachten in Hongkong te steunen hebben de VS (en in hun onderdanig kielzog Groot-Brittannië) gekozen voor openlijke steun aan separatistische krachten in Hongkong en Taiwan.

Dat China het daar niet bij zou laten stond in de sterren geschreven. In plaats van China te verzwakken heeft de steun van de VS aan de meest rabiate voorstanders van separatisme in Hongkong het omgekeerde effect gehad. In Taiwan hebben de VS tot in 1987 een brutale politiestaat in stand gehouden. De Taiwanezen zelf willen helemaal geen confrontatie met vasteland-China, het is hun voornaamste handelspartner.

Waarom men dat in de VS niet wil inzien? Dat zien de ‘experten’ wél in. Alleen, zij willen helemaal geen vreedzame co-existentie met China (en met Rusland). Wat zij willen is suprematie.

Dat idee fixe zit zeer diep ingebakken, ook hier in eigen land. Je merkt het aan de nijdige ondertoon van commentatoren als Jonathan Holslag. “Wat denken die Chinezen wel? Aanvaarden die dan niet dat wij en wij alleen de baas horen te zijn over de wereld?”

China is zich militair aan het opwerken. Het zal wel zijn. Met een bevolking vier maal zo groot als de VS komt het vroegere keizerrijk nog niet aan één derde van de recente militaire investeringen van de VS. China heeft één militaire basis buiten zijn grondgebied en plant er drie meer. Dat is peanuts tegenover de meer dan 800 kleine en grote militaire basissen die de VS hebben, voor een groot deel aan de grenzen van China en Rusland.

Zij kennen hun geschiedenis

Het westers supremacistisch denken geldt niet alleen tegenover China. Mainstream commentatoren begrijpen maar niet dat de rest van de wereld buiten het Westen weigert deel te nemen aan de sancties tegen Rusland en Chinese investeringen vrij laat toestromen. Het probleem dat zij niet kunnen vatten heet ‘geschiedenis’. In Latijns-Amerika, Afrika en Azië kennen ze die wel.

Natuurlijk wil China zijn ‘invloed’ uitbreiden. China koopt die invloed. Het land doet dat niet zoals het Westen dat met militaire bezettingen, steun aan staatsgrepen, economische sancties, eisen van ‘vrije’ verkiezingen (nadat anti-westerse politieke krachten zijn uitgeschakeld).

Het dogmatisch geloof in de eigen suprematie zit zo diep in de westerse genen dat men er in Washington DC, Londen, Parijs en Brussel niet bij kan dat China het meent dat zij streven naar een multipolaire wereld zonder één hegemon en niet naar een ‘Chinese eeuw’. China heeft op dat vlak geen enkele traditie of ambitie.

Albert Einstein zei ooit: “Ik weet niet of er ooit een Derde Wereldoorlog komt, maar ik weet wel dat de Vierde Wereldoorlog met pijl en boog zal worden gestreden.”

Of het Chinese interne regime dan zo mooi is? Naar onze normen is het geen democratie. Hun systeem laat geen politieke dissidentie toe. Maar de gemiddelde Chinees die op politiek vlak neutraal of niet geïnteresseerd is – zoals de meeste mensen hier – stelt wel vast dat meer dan 850 miljoen landgenoten over de voorbije dertig jaar van armoede naar middenklasse zijn geëvolueerd.

Een ander beleid tegenover China is wel degelijk mogelijk. Het enige obstakel is de westerse waan dat vijfhonderd jaar koloniale en postkoloniale heerschappij best nog wat langer mag blijven duren.

Als dat het streefdoel is kan er alleen maar een oorlog van komen, want China zal niet toegeven op zijn eis tot gelijkwaardig respect als grootmacht naast anderen.

 

Voor een andere kijk op China van een Westers expert, zie deze video: Voormalig voorzitter Goldman Sachs: “China wordt totaal verkeerd geïnterpreteerd in het Westen”

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.