De Hind Rajab Foundation (HRF) verzamelt bewijzen voor de vervolging van oorlogsmisdadigers van het Israëlisch bezettingsleger in Gaza, wat reeds tot meerdere gerechtelijke onderzoeken heeft geleid in een aantal landen tegen soldaten die daar tijdens hun vakantie aanwezig waren.
Daarvoor werkt de in Brussel gevestigde stichting samen met juristen in tientallen landen die hen bijstaan in het formuleren en indienen van klachten. De stichting heeft nu ook een uitgebreid dossier van 120 pagina’s samengesteld over de moord op Hind Rajab, het 5-jarige meisje waar de stichting naar genoemd is.
De feiten
Op 29 januari 2024 patrouilleerden 22 soldaten van het Israëlische bezettingsleger met een aantal tanks onder leiding van majoor Sean Glass in de straten van Tel al-Hawa, een wijk in Gaza-Stad. Zij maakten deel uit van het 52ste Gepantserd Bataljon, onderdeel van de 401ste Gepantserde Brigade. Dit Bataljon was een van de eerste om Gaza binnen te vallen op 8 oktober 2023.
Majoor Sean Glass opereerde onder bevel van luitenant-kolonel Daniel Ella, die op zijn beurt kolonel Beni Aharon als bevelvoerder had. De namen van de overige 22 soldaten werden vertrouwelijk aan het Internationaal Strafhof overhandigd. Sean Glass was de persoon die ter plaatse het bevel tot vuren gaf aan de tankbemanning die Hind Rajab vermoordde.
Een aantal internetbronnen stellen dat Glass de VS-nationaliteit heeft en in het VS-leger zou hebben gediend voor hij naar Israël emigreerde en daar dienst nam in het Israëlische bezettingsleger. Daar zijn echter tot nu geen bewijzen voor.
Bezettingssoldaten met dubbele nationaliteit zijn geen uitzondering. Israël publiceert er geen cijfers over, maar volgens de krant Times of Israel en Princeton University hebben meer dan 200.000 Israëli’s ook de VS-nationaliteit en zijn ongeveer 345.000 Israëli’s ook burgers in een EU-lidstaat. Ongeveer 22 procent van alle Israëli’s zijn niet in Israël geboren.
Grondig onderzoek
Het rapport van de Hind Rajab Foundation bevat digitale, forensische en satellietbewijzen dat een Merkava IV tank meermaals het vuur opende op een zwarte Kia Picanto, de auto waarin Hind Rajab zat met zes familieleden. Zij reden daar voorbij na een bevel van het bezettingsleger om hun woning onmiddellijk te verlaten. Hun wagen werd beschoten in een straat die door het leger was goedgekeurd als vluchtroute.
Nadat Hind Rajab als enige nog levende persoon in de wagen met de gsm van haar 15-jarige nichtje de hulpdiensten belde duurde het nog geruime tijd voor de ambulanciers de toestemming kregen om zich naar het voertuig te begeven. Hoewel ze pas aankwamen na die toestemming werden ze ter plaatse onmiddellijk onder vuur genomen waarbij beide ambulanciers eveneens werden vermoord.
Deze misdaden werden gepleegd terwijl de betrokken daders volledig op de hoogte waren van de afspraken tussen de Palestijnse Rode Halve Maan en de Israëlische overheid.
Oorlogsmisdaad en genocide
Volgens de Foundation is deze slachtpartij een oorlogsmisdaad, een misdaad tegen de mensheid en een daad van genocide volgens Artikels 6, 7 en 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, het verdrag dat de legale basis is voor de oprichting van het Internationaal Strafhof.
De eerste bedoeling van deze klacht bij het Strafhof is het uitvaardigen van internationale aanhoudingsbevelen tegen de 25 soldaten. Volgens de HRF bewijst hun onderzoek dat er een directe bevelketen was tot aan de legertop.
Tegen Itay Cukierkopf, één van de leden van de tankbemanning, werd reeds eerder een klacht ingediend in Argentinië door familieleden van Hind Rajab die daar wonen. De HRF bereidt tevens gelijkaardige klachten voor tegen de individuele daders afzonderlijk in de landen waar ze dubbele nationaliteit hebben in Europa, Latijns-Amerika, de VS en Canada.
“De moord op Hind Rajab was bedoeld om de wilskracht van een volk te breken. Het werd het begin van een wereldwijde beweging voor rechtvaardigheid. Het tijdperk van straffeloosheid loopt ten einde en de naam van Hind duidt aan waar de val begon”, verklaart de HRF in haar persmededeling.