Erkenning van Palestina of oorlog met Iran?

FacebooktwitterFacebooktwitter

Israël overweegt een aanval op kerncentrales in Iran met als onverholen doel de door de VN geplande erkenning van de staat Palestina in september alsnog te voorkomen. De mogelijke gevolgen van een dergelijke provocatie zijn niet te overzien. Maar of de erkenning van Palestina daarmee kan gestopt worden is evenmin zeker.

De regering van Israël heeft permanent plannen voor een aanval op Iran klaar liggen. Dat is niet nieuw. De huidige machthebbers in Israël zijn echter zwaar gefrustreerd door de aanhoudende weigering van het Westen (op de VS na) om Iran militair aan te pakken. De reden die steeds als een mantra wordt herhaald is dat Iran een nucleaire dreiging zou vormen voor Israël.

Welke dreiging?

Dat daarvoor geen enkel bewijs bestaat, dat Iran lid is van het Non-Proliferatieverdrag dat vreedzame toepassing van kernenergie toelaat, dat Israël zélf géén lid is van dit verdrag en geen enkele internationale controle op zijn kernwapenarsenaal toelaat, dat het Iraans leger een louter defensieve strategie heeft en totaal geen maat is voor het veel grotere en beter uitgeruste leger van Israël, dat de naaste buurlanden in Iran geen militaire dreiging zien (en evenmin een nucleaire dreiging) doet daarbij niet terzake. Israël voelt zich gesterkt door de onvoorwaardelijke steun van de VS en de medeplichtigheid van de massamedia.

Natuurlijk is de Iraanse dreiging reëel en problematisch voor Israël. Het gaat daarbij echter niet over een militaire of nucleaire dreiging. Het gaat zelfs niet om het feit dat Iran een theocratisch regime is. Als het om dit laatste zou gaan, zou men immers eerst de nog veel gruwelijkere fundamentalistische theocratieën in Saoedi-Arabië en Bahrein moeten aanpakken. Het gaat over een politieke dreiging. Iran weigert zich te schikken naar de bevelen van het Westen (en zijn lokaal filiaal Israël). Als Iran dat kan, waarom zouden andere landen dat voorbeeld niet volgen? Daarin schuilt het echte gevaar.

Een dergelijke aanval zou ook passen in de traditie van de staat Israël sinds 1967. Telkens wanneer de keuze zich stelde tussen een vreedzame, onderhandelde oplossing en koloniale gebiedsuitbreiding koos Israël steeds consequent voor het laatste. Dankzij Wikileaks weten we nu hoe ver de knieval van de Palestijnse leiding (van Fatah) daarbij telkens ging en hoe Israël dat telkens denigrerend naast zich neerlegde.

Israël in een gewijzigde context

De mogelijke erkenning van Palestina als staat door de VN brengt het koloniale project van Israël op de westelijke Jordaanoever in gevaar (zie het artikel ‘Tsunami-alarm voor Israël’ in DWM). Het zal bovendien de apartheidswetgeving binnen de staat Israël zelf meer op de voorgrond brengen.

Het tij is immers aan het keren. Met de agressie tegen Gaza van december 2008-januari 2009 en de laffe aanval op de eerste Flotilla is een kentering ingezet. De militaire analysten van Israël zijn niet dom, ze weten dat die ommezwaai bezig is. Ze lijden immers niet aan de verblinding van de zionistische diaspora. Dat is ook logisch, zij moeten met de gevolgen van hun eigen daden rekening houden, de zionistische diaspora hoeft dat niet. Deze analysten stellen ook vast dat het aloude wapen van ‘antisemitisme’ voor elke vorm van kritiek tegen het regeringsbeleid van Israël minder en minder begint te bijten. Ook dat is een teken aan de wand.

Bovendien is er dan nog de nachtmerrie van de Arabische revoltes in hun buurlanden. Of die gaan leiden naar echte democratie voor deze landen is  nog steeds verre van zeker, maar in ieder geval zal dit leiden tot regimes die minder repressief zullen zijn voor hun eigen bevolking en minstens iets meer zullen rekening houden met de eigen publieke opinie.

En die opinie is duidelijk: de buren van Israël willen dat er een eind komt aan de vernedering van het Palestijnse volk, aan de kolonisatie van de Westelijke Jordaanoever, aan de blokkade van Gaza en aan de apartheidswetgeving in Israël zelf.

Een oorlog provoceren voor politieke en andere doeleinden behoort tot de militaire doctrine van het Israëlitisch leger. Een aanval op Iran past in die traditie. Het zou in de eerste plaats de VS verplichten openlijk mee te stappen in de aanval. Het zou de buurlanden van Israël verplichten stelling te nemen.

Militair kunnen ze nauwelijks een vuist maken. Maar het is duidelijk dat dit tot nieuwe demonstraties zal leiden en tot mogelijke repressie van de huidige revoltes. Zelfs een terugkeer naar de oude regimes (in een nieuw jasje) mag dan niet worden uitgesloten. Ook op de Westelijke Jordaanoever zal een aanval op Iran leiden tot solidariteitsdemonstraties, die dan weer tot bloedige repressie zullen leiden.

Het hoofddoel is natuurlijk het uitstel en afstel van het agendapunt op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties voor de erkenning van Palestina.  Alleen al het feit dat het agendapunt er gekomen is, dat de Palestijnse Autoriteit nog altijd niet kon gedwongen worden hun vraag  terug in te trekken wijst er op dat zowel de VS als Israël hun overmacht aan het verliezen zijn.

De VS slaagt er maar niet in de controle over Latijns-Amerika te heroveren, de NATO-lidstaten zijn verdeeld over de oorlog tegen Libië, de oorlogen in Irak en Afghanistan zijn totale fiasco’s … en de VS kon dus ook niet verhinderen dat de Palestijnse Autoriteit de vraag voor erkenning indiende.

De teloorgang van de VS als enige wereldmacht mag dan op lange termijn een zegen zijn voor de Derde Wereld – het opent immers perspectieven voor democratische ontwikkeling (zie ‘Westen is doodsbang van Arabische democratieën’ in DWM), een gewonde beer kan nog altijd lelijk uithalen. De VS zal ook in een ander machtsevenwicht een grootmacht blijven en zolang Israël zich verzekerd weet van de Amerikaanse onvoorwaardelijke steun zal ook dit land zijn houding niet veranderen.

Hoopvolle tekens

De verandering zal van buiten de VS en van buiten Israël moeten komen. Dat zal moeilijk zijn, maar het is niet onmogelijk. Ook de strijd tegen de apartheid in Zuid-Afrika zag er in de vroege jaren ’60 onmogelijk uit. Het valt te hopen dat het in het geval van Israël niet zo lang zal duren, maar de organisatoren van de BDS (nvdr: Boycott, Divest & Sanction)-boycotcampagne moeten toch bereid zijn rekening te houden met een jarenlange strijd.

Er zijn echter ook positieve voortekenen. De zionistische lobby in de VS en vooral AIPAC (nvdr: American Israël Public Affairs Committee) zijn recent zelf onderwerp geweest van schandalen. Hun representativiteit onder de Amerikaanse joden neemt af. Die lobby heeft altijd slechts een minderheid achter zich gehad – een zeer goed georganiseerde minderheid, dat wel – tegenover een amper georganiseerde meederheid. Er zijn nu echter initiaitieven in de VS zoals ‘Not in Our Name’ (nvdr: beweging opgericht in 2002 als protest tegen het Amerikaans beleid na 11 september 2001), dat weliswaar in de massamedia wordt doodgezwegen, maar toch dapper doorgaat.

Ook in Zuid-Afrika was het de business-elite die in Zambia gesprekken met het ANC begon. Voor zakenlui telt immers vooral de geldbeugel. De Israëlitische zakenwereld maakt zich terecht zorgen over een economische boycot, zeker na de eventuele erkenning van de staat Palestina (zie daarvoor eveneens het artikel ‘Tsunami-alarm voor Israël’). Het is natuurlijk altijd riskant om zich te verlaten op historische parallellen. Maar dat het net de zakenwereld in Israël is die zich zorgen begint te maken, is een teken aan de wand.

Er is nog een andere historische verandering die maakt dat de situatie voor Israël niet meer dezelfde is. Je kon van het ideologische project van leiders als Ben-Goerion denken wat je wou, maar hij was wel een integer man, die bij zijn overlijden slechts een bescheiden huis en wat spaargeld achterliet. De huidige politieke leiders van Israël zijn stuk voor stuk rijkelui die zich met corrupte deals hebben opgewerkt en zich nauwer verwant voelen met hun klassegenoten in New York dan met de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever (die trouwens toch niet voor hun partijen stemmen). Het rot zit wel degelijk binnenin.

De mogelijke gevolgen van een aanval op Iran

Dit alles maakt een eventuele aanval tegen Iran niet minder problematisch. De mogelijke gevolgen zijn niet te overzien. Het Iraanse regime zou in een aanval het ideale excuus kunnen zien voor een totale onderdrukking van het interne verzet. De economische recessie zal zich waarschijnlijk verdiepen.

De zuiver militaire gevolgen zijn nog minder voorspelbaar. Die kunnen gaan van een sisser tot een complete oorlog in het Midden-Oosten, met mogelijke uitbreiding naar de rest van de wereld (dat laatste niet zozeer militair maar door een hernieuwde intensiteit van terroristische aanslagen). Bovendien zitten in de huidige Israëlische regeringsmeerderheid religieuze fundamentalisten die het gebruik van kernwapens als een reële optie zien. Dat is zeer verontrustend. We kunnen hopen dat een aanval op Iran een sisser wordt of het tij tegen Israël definitief doet keren, maar die kans is vooralsnog zeer klein.

Zolang de VS de internationale consensus blokkeert, is een oplossing inderdaad haast onmogelijk. Tegelijk is dat ook de achillespees van Israël. De VS is inderdaad een sterk bondgenoot (‘the only one that really matters’ volgens een Israëlisch minister), maar het is tegelijk ook de enige echte bondgenoot. Groot-Brittannië doet in deze wat de VS doet, zo ook de Europese Unie. Maar dat meelopen van de EU is puur opportunistisch, het zit niet diep en kan snel omslaan als het tij zou keren. De cruciale vraag is dus hoelang de steun van de VS nog zal blijven duren.

De cruciale zwakte van Israël is de publieke opinie van de wereldbevolking. Die is buiten de VS en Israël in overgrote meerderheid voor een politiek onderhandelde oplossing, tegen de koloniale uitbreiding op de Westelijke Jordaanover en voor de opheffing van de blokkade van Gaza. Die strijd heeft de zionistische lobby definitief verloren.

Voormalig ondervoorzitter van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Oud-politicus voor Groen!

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.