Alaa al Aswani: Egyptes grootste schrijver ‘Over Egypte’

Onmisbare literatuur voor wie het echte Egypte wil begrijpen, los van de gekleurde en vooringenomen westerse versie die we hier dagelijks te slikken krijgen

Onmisbare literatuur voor wie het echte Egypte wil begrijpen, los van de gekleurde en vooringenomen westerse versie die we hier dagelijks te slikken krijgen (boekcover De Geus)

FacebooktwitterFacebooktwitter

‘Onmisbare literatuur voor wie het echte Egypte wil begrijpen, los van de gekleurde en vooringenomen westerse versie die we hier dagelijks te slikken krijgen’ van Egyptes bekendste schrijver Alaa al Aswani verzamelt 45 politieke columns die in 2009 en 2010 in de Egyptische krant Al Shorouk verschenen. Deze bundel geeft een verfrissend inzicht van een Egyptenaar in zijn eigen land, net wat hier niet aan bod komt in de berichtgeving over dit getormenteerde, maar prachtige land.

Telg uit een literaire familie

Voor de schrijfwijze van zijn naam bestaan meerdere versies. Ik houd het bij Alaa al Aswani zoals uitgeverij De Geus, hoewel ‘Alaa Al-Aswany’ op internet de meest gebruikte blijkt te zijn. Deze in 1957 geboren Egyptische schrijver is een in de VS opgeleide tandarts uit een aristocratische familie van de Egyptische stad Aswan, bekend van de gelijknamige stuwdam. Zijn vader Abbas al Aswani was eveneens een in Egypte bekend schrijver die nationale literatuurprijzen won.

Na zijn studie aan het Franstalige lyceum van Caïro studeerde Alaa tandheelkunde in Chicago. Hij heeft nog steeds een tandartspraktijk in de welvarende, ooit nog door de Britten gebouwde, wijk Garden City in Caïro. Hij studeerde ook Spaanse literatuur in Madrid en spreekt naast Arabisch vloeiend Engels, Frans en Spaans.

Kritische stem

Hij schrijft al jaren politieke commentaren in de Egyptische krant Al Shorouk die ook in Algerije verschijnt en als weekblad in de Verenigde Arabische Emiraten. Deze krant was een van de eerste in 2009 die de pogingen afkeurde van president Hosni Moebarak om zijn zoon Gamal als opvolger aan te duiden. Zijn columns verschijnen ook regelmatig in Engelse, Franse en Spaanse kranten.

Alaa al Aswani is medeoprichter van de beweging Kefaya (‘Genoeg’) die sinds 2004 aandacht besteedde aan de politieke blokkeringen in Egypte onder Moebarak. De beweging kende haar hoogtepunt in 2005. Interne disputen en een gebrek aan een duidelijk alternatief maakten dat de beweging na een veelbelovende start doodbloedde en bij de start van de recente Egyptische opstanden nog nauwelijks impact had. Critici wijzen er ook op dat de beweging beperkt bleef tot de aristocratische intelligentsia van Caïro.

Alaa al Aswani was alle 18 dagen tot de val van Moebarak aanwezig op het Tahrirplein en was de allereerste om in een televisiedebat de Egyptische eerste minister Ahmed Shafik openlijk te bekritiseren, wat voor de Egyptische kijkers een historische première was. (Ahmed Shafik is de man die zopas de presidentsverkiezingen heeft verloren van zijn tegenstander Mohammed Morsi van de Moslimbroederschap.)

Egyptes bekendste hedendaagse auteur

Zijn bekendste boek is ‘Het Yacoubian’ (2002) naar een gebouw met dezelfde naam waarvoor hij meerdere literatuurprijzen won. In 2007 schreef hij ‘Chicago’ over de stad waar hij zijn universitaire studie heeft gevolgd. De auteur is in meerdere vertalingen beschikbaar, maar weigert Hebreeuwse vertalingen toe te staan voor publicatie in Israël, omdat hij een fel tegenstander is van de officiële politiek van Egypte onder Moebarak ten overstaan van Israël.

Thematiek van het boek

Het boek bundelt 45 columns die drie thema’s behandelen, de kwestie van de opvolging van president Hosni Moebarak door zijn zoon Gamal, het gebrek aan sociale gerechtigheid en vrijheid van meningsuiting en als derde de repressie door het overheidsapparaat.

Zowel de dictatuur zelf als de bevooroordeelde westerse berichtgeving én de negatieve kanten van de eigen maatschappij worden kritisch ontleed en met de eigen contradicties geconfronteerd.

Reeds in zijn inleiding toont hij zijn ergernis over de vooringenomen onwetendheid waarmee men in de zogenaamd vrije en goed geïnformeerde wereld over Arabieren denkt. Zo blijft het hem ergeren dat er hier nog altijd mensen zijn die écht de nonsens geloven dat Arabieren hun vrouw bedekken met een laken met een gat erin om de liefde te bedrijven.

Een citaat: “De anti-Arabische en anti-Islamitische artikelen die de westerse pers tegenwoordig zonder enige scrupules publiceert, zouden twintig jaar geleden zonder meer als reactionair of racistisch worden weggezet, maar helaas staan de sluizen van de haat nu wijd open. Op tientallen westerse televisiestations verschijnen mensen die als Midden-Oostendeskundigen worden neergezet … (en) beschikken over een meelijwekkende en beschamende hoeveelheid kennis over de islamitische cultuur … Geen van hen zal dan ooit het feit noemen dat de Arabische en islamitische slachtoffers van terrorisme de aantallen westerse slachtoffers verre te boven gaan …”

Repressie en systematische folteringen

De auteur heeft de oorspronkelijke repressie op het Tahrirplein van dichtbij gezien. Twee betogers werden voor zijn ogen in het hoofd geschoten. Kort daarop trok de president de politie terug en liet duizenden zware criminelen vrij met de opdracht brand te stichten en mensen aan te vallen, in de hoop hen zo naar huis terug te krijgen. Tevergeefs.

De toenadering tot Israël tegen de wil in van de Egyptische bevolking en de systematische folterpraktijken bij arrestaties passeren de revue, soms in onaangenaam detail. Hoe hij dat gedaan kreeg. Enkel de internationale status van de auteur blijkt de censuur op zijn artikels en zijn aanhouding tegen te houden (en het feit dat de gewone Egyptenaar deze krant toch niet leest – of niet kan lezen).

De verwaarloosde infrastructuur van het land is verantwoordelijk voor duizenden doden op zinkende veerboten, in brandende treinen en instortende gebouwen. Niet dat dat een gevolg van onkunde zou zijn, want waar de buitenlandse toerist welkom is, blijkt alles netjes in orde te zijn.

Alaa al Aswani staat echter ook zeer kritisch tegenover de oppositie van de Moslimbroederschap die hij een valse oppositie noemt omdat ze zich concentreert op vormelijkheden en de kritiek ten gronde systematisch uit de weg gaat. “De waarheid is dat het regime de rol en de invloed van de Broederschap aangedikt heeft om als boeman te dienen tegen eenieder die oproept tot democratie … laten we ons er aan herinneren dat op het toppunt van zijn macht de Broederschap er niet in slaagde een enkele zetel te halen in het parlement in de laatste vrije en eerlijke verkiezingen van voor de revolutie van 1952.” Dat was toen inderdaad wel zo, maar de recente feiten lijken hem voorlopig ongelijk te geven.

Religieuze hypocrisie en schijnheilige westerse commentaren

Hij hekelt ook de religieuze vormelijkheden die er toe leiden dat de imams meer en meer de nadruk leggen op lichaamsbedekkende kledij voor de vrouwen en op strikte gebedsregels voor de mannen, maar er nooit op wijzen dat het folteren en verkrachten van burgers tijdens hun aanhouding veel zwaardere overtredingen zijn van de godsdienstige regels.

Tussendoor vernemen we ook dat Egypte tot in de late jaren zeventig nauwelijks te onderscheiden was van een moderne stad als Parijs en dat tijdens die periode seksueel geweld veel minder bleek voor te komen dan vandaag met de zogenaamde strikte regels van openbaar gedrag.

“Egyptische vrouwen waren pioniers in de Arabische wereld, zij waren de eerste vrouwen die opleidingen volgden, de eersten die gingen werken, de eersten die in auto’s reden en vliegtuigen bestuurden, de eersten die in het parlement zaten en de eersten die minister werden.”

De auteur wijst ook zeer terecht op een dubbele godsdienstige hypocrisie. Zo leidt de toenemende religieuze repressie van seksualiteit tot uitspattingen waarbij bendes gefrustreerde werkloze jonge mannen vrouwen op straat de hoofddoek en kledij afrukken én de hypocrisie van het Westen die hier zedig over zwijgt, maar moord en brand schreeuwt over gelijkaardige feiten in Afghanistan. (Ondertussen is gebleken dat deze frustratie door het regime bewust gebruikt werd als repressiemiddel – zie artikel in Lees Ook hieronder.)

Alaa al Aswani is net als vele miljoenen van zijn geloofsgenoten een hevige tegenstander van elke vorm van aangezichtbedekkende kledij voor vrouwen. Hij is ook een hevig tegenstander van de door Saoedi-Arabië zwaar gepromote wahhabistische interpretatie van de islam en wijst er terloops op dat het net dit fundamentalistische Arabische land is dat het meest onvoorwaardelijk en onkritisch door het Westen wordt gesteund.

Een verrot regime

Ook heel wat aandacht gaat naar de interne verrotting van het regime. Lakeien van de president worden minister van een departement zonder de minste competentie of visie terzake. Tragisch en komisch tegelijk is zijn beschrijving van een minister van Onderwijs die scholen bij verrassing bezoekt en daar telaatkomende leraars de huid vol scheldt, maar tegelijk niet toestaat dat die leraars staken omdat ze al maanden hun magere loon niet hebben gekregen en met compleet verouderd lesmateriaal moeten werken in bouwvallige klaslokalen, waar hongerige leerlingen omvallen van vermoeidheid of van niet behandelde ziektes.

Het feodale karakter van het regime van Moebarak heeft soms hallucinante trekjes. De vrouw van de president laat zich bijvoorbeeld de hand kussen door mannelijke ministers wat volgens de Egyptische gewoontes en tradities als zeer onwelvoeglijk en onmannelijk wordt aanzien.

Fabels

Soms gebruikt de auteur een fictief verhaal als metafoor voor zijn bijtende maatschappijkritiek. Het hoofdstukje ‘Een verhaal voor kinderen en volwassenen’ is mijn favoriet. Wat de oude olifant, de ezel, de vos, de wolf, de giraf en het varken in het verhaal doen en wie ze verzinnebeelden, laat ik graag door de lezer raden.

Ook leuk is ‘Een verrassingsdiner met een belangrijk persoon’ waarin hij een fictieve discussie aangaat met Gamal Moebarak, zoon van, in een restaurant.

Alaa al Aswani is geen progressieve stem. In een normaal functionerende democratie zou je hem veeleer conservatief noemen, niet in religieuze, maar in maatschappelijke zin. Dat maakt de relevantie van zijn commentaren er niet minder om, integendeel zelfs. Af en toe valt de auteur wel in herhaling, maar dat is een logisch gevolg van het verzamelen van politieke columns in één boek, waarbij bepaalde thema’s meerdere malen aan bod komen.

‘Democratie is de oplossing’

De toekomst van het nieuwe Egypte ligt nog niet vast. Voorlopig ziet het er zelfs naar uit dat de oude krachten van het vorige regime en de Moslimbroederschap het pleit winnen, maar de geest is uit de fles. Afwachten. Ondertussen geeft dit boek een nuttig en beter inzicht in dit prachtige, maar getormenteerde land.

Alaa al Aswani heeft een zeer vlotte schrijfstijl. Zijn artikels zijn gemiddeld vijf à tien pagina’s lang, ideale literatuur voor op de trein, zo heb ik het boek ook helemaal uitgelezen.

Ik sluit deze recensie graag af met de zin waarmee de auteur zelf bijna steeds zijn columns beëindigt: ‘Democratie is de oplossing’.

Deze Nederlandse vertaling is gebaseerd op de Engelse bundel ‘On the State of Egypt – A novelist’s Provocative reflections’, verschenen in 2011 bij The American University in Cairo Press.

Bij De Geus verschenen ook de romans ‘Het Yacoubian’ (2007) en ‘Eigen Vuur’ (2011).

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.