Onverwachte/onverdachte steun voor Hugo Chávez

Oud-VS-president Jimmy Carter (1977-1981) heeft een uitgesproken mening over het verkiezingsproces in Venezuela en in zijn eigen land. Voor onze grote media, altijd in de bres voor de democratie, is dat blijkbaar geen nieuws.

Oud-VS-president Jimmy Carter (1977-1981) heeft een uitgesproken mening over het verkiezingsproces in Venezuela en in zijn eigen land. Voor onze grote media, altijd in de bres voor de democratie, is dat blijkbaar geen nieuws.

FacebooktwitterFacebooktwitter

De Venezolaanse presidentsverkiezingen van 7 oktober worden volgens alle ernstige peilingen een overwinning voor zetelend president Hugo Chávez. Wie alleen op de massamedia afgaat, heeft echter de omgekeerde indruk.

Le Monde, The Guardian, de BBC, Franse, Duitse, Belgische en Nederlandse zenders en kranten zijn quasi eenstemmig: in Venezuela poogt zetelend president Chávez met massale fraude en repressie van de media een herverkiezing te forceren voor een derde mandaat, tegen de wil van de bevolking in.

Alle peilingen geven immers een kleine tot ruime voorsprong aan zijn voornaamste tegenstrever, Henrique Capriles Radonski, de eenheidskandidaat van verenigd rechts (MUD). Zo lijkt dat toch. Een en ander blijkt echter niet helemaal te kloppen.

Opiniepeilingen, dat kennen we hier ook

In augustus en begin september 2012 werden 13 opiniepeilingen georganiseerd in Venezuela. Die geven Chávez gemiddeld 51 procent en Capriles 35 procent. Dat komt neer op ongeveer een verschil van 2 miljoen stemmen. 11 polls geven Chávez een voorsprong tussen 13 en 28 procent. 2 polls geven Capriles een voorsprong van 2 tot 4 procent.

De oppositie stelt dat het de onbesliste kiezers zijn die het verschil zullen uitmaken. Dat is inderdaad zo, alleen, het aantal onbesliste kiezers is kleiner dan het aantal extra kiezers die Chávez een voorsprong geven. Zelfs als alle onbesliste kiezers voor Capriles zouden stemmen, haalt hij het nog niet.

De relativiteit van verkiezingsbeloftes

Uitgelekte interne documenten van de Amerikaanse ambassade in de hoofdstad Caracas en van de oppositie tonen aan dat de oppositie zich de facto al heeft neergelegd bij een nederlaag. Zij bereiden daarom een campagne voor om de legitimiteit van de verkiezingen in twijfel te trekken.

De bedoeling is Chávez van massale fraude te beschuldigen en een opstand uit te lokken, naar analogie met wat enkele jaren terug in Oekraïne en Georgië is gebeurd. Na de verkiezingen braken daar toen massale protesten uit, die enkele weken later leidden tot nieuwe verkiezingen waarbij de oorspronkelijke verliezer winnaar werd. Toen Chávez daar publiek op reageerde, werd dit voor onder meer Le Monde het omgekeerde: Chávez zou dreigen met geweld als hij de verkiezingen zou verliezen.

Partijdige verkiezingscommissie?

Diezelfde oppositie is ook volop bezig in de commerciële media de legitimiteit van de officiële verkiezingscommissie CNE in twijfel te trekken. Recent werd een televisieclip getoond die een flagrante overtreding is van de kieswetgeving. De CNE liet de uitzending stopzetten, waarna diezelfde media dit onmiddellijk gebruikten als een bewijs van overheidscensuur.

Capriles kent de CNE anders goed genoeg. Bij de deelstaatverkiezingen van 2008 won hij de zetel van gouverneur in de deelstaat Miranda, nota bene tegen de gewezen vicepresident van Chávez, Diosdado Cabello, en op dat ogenblik voorzitter van het nationaal parlement. Capriles erkende de door de CNE geproclameerde uitslag toen onmiddellijk.

Ook voordien had Capriles al tweemaal verkiezingen gewonnen. Van 2000 tot 2008 was hij burgemeester van Barutas, één van de gemeentes van de hoofdstedelijke regio Caracas. In die hoedanigheid onderscheidde hij zich onder meer door het gemeentelijk politiekorps in te zetten aan de zijde van de coupplegers van 2002.

Zelf nam Capriles ook deel aan de invasie van de Cubaanse ambassade in zijn gemeente tijdens de staatsgreep van 2002, toen een minister van Chávez zich daar verscholen had. Het belette niet dat hij twee jaar later werd herverkozen als burgemeester.

De uitgelekte documenten beschrijven ook de media-operatie die zal worden ingezet op de dag van de verkiezingen. Die zullen de hele dag zeer gunstige prognoses geven voor Capriles en zelfs zijn overwinning uitroepen. Zodra dan de officiële uitslag van de verkiezingen bekend wordt gemaakt door de CNE zullen ze stellen dat er massale fraude werd gepleegd.

Pseudo-linkse oppositie

De oppositie heeft zich ook ideologisch bij de feiten neergelegd. Tenminste toch openlijk. Een discours dat teruggrijpt naar de tijd voor Chávez, dat lukt niet meer. Capriles voert dus campagne met een gematigd centrumlinks programma, dat vooral de tekortkomingen van de lopende overheidsprogramma’s benadrukt. Capriles wil die ‘beter’ maken.

Hij wil ook komaf maken met de extremistische retoriek van de president. Dat viel echter tegen. Zo beging hij de blunder zich een fan van de Braziliaanse president Lula te noemen, waarop Lula prompt openlijk zijn steun aan Chávez betuigde.

De verenigde oppositie is niet zo verenigd als het lijkt

De politieke alliantie MUD rond Capriles is van plan bij een eventuele overwinning de klok volledig terug te draaien naar de sociaal-economische toestand van voor 2 februari 1999, eerste eedaflegging van Chávez. Uit diezelfde interne documenten blijkt dat de inkomsten uit aardolie terug gaan toegewezen worden aan grote multinationals in plaats van aan de huidige sociale programma’s.

Het IMF gaat terug toegang krijgen tot het land en de overheid gaat terug zware leningen aangaan. Die zogenaamde ommezwaai na de verkiezingen zou dan verklaard worden vanuit de ‘vaststelling’ dat Chávez een financiële puinhoop heeft achtergelaten die hij tot nu verborgen heeft gehouden.

William Ojeda, de leider van de oppositiepartij ‘Een Nieuwe Tijd’ (UNT), maakte dat plan openbaar op 7 september en werd prompt uit zijn partij gezet. Verwonderlijk is het echter niet. Het rechtse eenheidsfront achter Capriles is er slechts gekomen onder zware druk van de Amerikaanse ambassade in Caracas. Capriles was er slechts zeer nipt in geslaagd de nominatie voor dat eenheidsfront te veroveren.

De vrijheid van de media staat op het spel …

De oppositie is ook van plan de repressie van de media stop te zetten. Chávez voert immers al jaren een beleid dat er op is gericht journalistieke onafhankelijkheid aan banden te leggen en de macht over de media te monopoliseren. Tot daar toch in grote lijnen het discours van de commerciële media in Venezuela, daarin netjes gevolgd door de massamedia hier.

Wie de moeite neemt de zaken een beetje grondiger te analyseren komt tot enkele verbijsterende vaststellingen. Eerst en vooral wat de media betreft. Wie ook maar een tijdje in Venezuela verblijft – zoals ik zelf heb kunnen vaststellen in juni laatstleden –  zal verbaasd zijn over de verpletterende dominantie van de commerciële media en van hun nietsontziende en voortdurende vitriool tegen alles waar Chávez voor staat – een oppositiestijl die zelfs de meest rabiaat reactionaire media hier beneden hun waardigheid zouden vinden.

Hoe legitiem is Chávez dan werkelijk?

Chávez won in 1999 de verkiezingen deels dankzij zijn persoonlijk charisma (iets wat de media blijven benadrukken) maar deed dat toch vooral door een campagne te voeren die keihard de kant van de armen – dus de meerderheid van de Venezolanen – koos. Daar stond in 1999 een verdeelde rechterzijde tegenover die, verblind door de permanente machtsuitoefening, niet zag aankomen dat de interne verdeeldheid de baan zou vrijmaken voor een linkse kandidaat.

Zijn programma was in 1999 niet bepaald extreemlinks, het was eerder gematigd sociaal-democratisch. Bovendien, een gewezen couppleger die de mensen naar de mond praat, daar had men in Venezuela (en in de rest van Latijns-Amerika) al lang ervaring mee.

Carlos Andrés Pérez was in 1989 met een gelijkaardig programma verkozen, dat hij na zijn verkiezing onmiddellijk liet vallen voor het neoliberaal beleid dat onder meer leidde tot de bloedige opstanden van 27 februari 1989 (de juiste cijfers zijn nog steeds niet bekend, men schat dat er tussen 275 en 3.000 doden vielen).

Chávez verbaasde echter vriend en vijand door zijn beloftes ernstig te nemen en onmiddellijk de daad bij het woord te voegen. De oppositie bleef niet bij de pakken zitten. In 2002 werd met de massale steun van de grote mediaconcerns een staatsgreep gepleegd die bijna lukte. In 2003 organiseerden de grote bedrijven een massale lockout van hun arbeiders – wat hier werd voorgesteld als stakingen VAN de arbeiders. Ook die verkapte poging tot staatsgreep lukte bijna. Venezuela 2003 was echter niet meer Chili 1973 (staatsgreep van Pinochet tegen verkozen president Allende).

Dertien verkiezingen al

Chávez, de gedoodverfde dictator die hij blijkbaar is, wijzigde de grondwet om tussentijdse verkiezingen (‘recall elections’) mogelijk te maken. Zo werd het mogelijk om zodra een verkozen mandataris de helft van zijn mandaat heeft vervuld met een referendum een nieuwe verkiezing af te dwingen.

De oppositie zette dat onmiddellijk in de praktijk en forceerde een tussentijdse verkiezing. 70 procent van de Venezolaanse kiezers gingen in 2004 stemmen en Chávez behaalde 59 procent.  Chávez heeft sinds zijn eerste verkiezing 12 verkiezingen met glans doorstaan en één referendum verloren. Dat ging over een grote wijziging van de grondwet die hij met 49 procent van de stemmen nipt verloor. Chávez, de onverbiddelijke Latijns-Amerikaanse tiran, erkende zijn nederlaag onmiddellijk.

Steun uit onverwachte/onverdachte hoek

Goed, misschien bewijst dit alles niets. Immers, er zijn wel meer landen waar verkiezingen een georkestreerde show zijn waarvan de resultaten op voorhand vastliggen. De cruciale vraag is dus of het verkiezingsproces in Venezuela wel democratisch is. Daar gaf zeer recent een wel zeer onverwachte persoonlijkheid een antwoord op.

Jimmy Carter was Democratisch president van de VS van 1977 tot 1981. Hij verloor zijn tweede mandaat aan de Republikein Ronald Reagan. Na zijn nederlaag bleef hij niet bij de pakken zitten. In 1982 richtte hij het Carter Center op dat zich onder meer toespitst op het zenden van waarnemers naar verkiezingen wereldwijd (zie de website hieronder). Sinds zijn ontstaan heeft het Carter Center 92 verkiezingen waargenomen in 37 landen, waaronder Venezuela.

Dit is wat Carter op 21 september te vertellen had over de komende verkiezingen in Venezuela op de jaarlijkse algemene vergadering van zijn Carter Center in Atlanta, Georgia (VS):

“Van alle 92 verkiezingen die wij hebben gevolgd, zou ik zeggen dat het verkiezingsproces in Venezuela het beste in de wereld is. Venezuela heeft een volledig automatisch touch-screen kiessysteem dat met herkenning van de duimafdruk werkt en de kiezer ter bevestiging een printout geeft van zijn keuze.”

Hij zei echter nog meer, bijvoorbeeld over het verkiezingssysteem in de VS: “Wij hebben één van de ergste verkiezingsprocessen in de wereld en dat is bijna uitsluitend te wijten aan de excessieve instroom van geld in het proces”, waarbij hij wees op het gebrek aan controle op privé-campagneschenkingen.

Geen nieuws voor onze media

Raar is dat toch. Een voormalig Amerikaans president prijst het verkiezingsproces in een bepaald land en keurt het verkiezingsproces in zijn eigen land – toevallig ook het machtigste land ter wereld – af. Nauwelijks aandacht voor in onze media.

Verre van mij om te beweren dat Chávez boven alle kritiek verheven zou zijn. Ik heb het land recent bezocht en heb kunnen vaststellen dat er inderdaad nog heel wat verkeerd loopt. Corruptie van de overheidsdiensten blijft een groot probleem. Net als in andere Latijns-Amerikaanse landen zoals Mexico of Colombia blijft geweld een zeer groot probleem.

Verpletterende overmacht van de commerciële media

De media hier baseren zich voor hun berichtgeving bijna uitsluitend op wat ze doorgespeeld krijgen van de Venezolaanse oppositie en van de internationale persagentschappen, die eveneens nauwe commerciële banden hebben met diezelfde Venezolaanse mediaconcerns.

Het door Chávez opgerichte Telesur is een eenzame en nog steeds relatief kleine roeper in de woestijn, kan nauwelijks opboksen tegen de overmacht van de grote mediaconcerns en heeft niet de middelen om buiten de Spaanstalige wereld enige impact te hebben.

Chávez is niet de enige die weerwerk wil geven tegen dat overwicht van de oppositie. President Rafael Correa van Ecuador heeft een wet laten goedkeuren voor een gedragscode van de media naar Europees model. President Evo Morales van Bolivië moest het aanvankelijk zonder overheidsmedia stellen.

Meer recent heeft president Isabel Kirchner van Argentinië gedreigd met de nationalisering van een mediaconcern dat de mediawetgeving al jaren openlijk overtreedt.  Deze presidenten worden daar in de Amerikaanse en Europese massamedia zwaar voor bekritiseerd. Moordaanslagen op journalisten in Honduras en Colombia worden daarentegen genegeerd.

Een andere aanpak van de media hier is nodig

Heel wat progressieve verenigingen in Vlaanderen en Nederland putten zich uit om de goede kanten van het Venezolaanse beleid onder Chávez te benadrukken. Ze slagen er echter nauwelijks in door te dringen tot de grote media.

Ik denk dat hun strategie verkeerd is. In plaats van altijd te proberen de desinformatie in de media te weerleggen, zouden ze er beter aan doen de kranten, de tv-programma’s en de radioshows van de oppositie in Venezuela te vertalen/ondertitelen en letterlijk weer te geven.

In plaats van altijd te proberen de desinformatie in de media te weerleggen, zouden ze er beter aan doen de kranten, de tv-programma’s en de radioshows van de oppositie in Venezuela te vertalen/ondertitelen en letterlijk weer te geven.

Dan zouden ze aan de media hier tonen wat het intellectuele niveau van hun medestanders in Venezuela is. Dan zouden ze aan de wereld hier tonen hoe vrij de meningsuiting in Venezuela werkelijk is. Dan zouden ze ook kunnen aantonen dat in Venezuela beledigingen, vulgaire commentaar en ronduit vernederende kritiek op een verkozen president mogelijk zijn, die hier onmiddellijk gerechtelijk vervolgd zouden worden.

Bekritiseer zijn beleid, respecteer zijn verkiezing

Chávez is niet de messias waarvoor een bepaald deel van links hem wil laten doorgaan. Hij kan degelijke kritiek zelfs goed gebruiken. Zijn beleid is niet vrij van fouten. Hij heeft verkeerde beslissingen genomen. De sociale hervormingen zijn te exclusief gebaseerd op zijn persoonlijk leiderschap en charisma, wat de continuïteit van dit beleid na hem ernstig in gevaar brengt. Dat heeft dan weer te maken met de Latijns-Amerikaanse politieke cultuur, waarin de persoonlijkheid van een president een zeer grote rol speelt.

Het land lijdt ook onder de economische recessie. De afhankelijkheid van aardolie als voornaamste bron van inkomsten blijft problematisch. Kortom, problemen genoeg…

Dit doet echter niet terzake. Het enige wat telt is dat hij de wettig verkozen president is van zijn land. Dat horen de media en de politieke krachten in Europa te erkennen. Het is verder eenieders recht om het met de beleidskeuzes en de ideologie van Chávez oneens te zijn, zelfs naar schatting 36 procent van de Venezolanen zijn daar een tegenstander van. Dit alles is echter geen excuus om dan maar het verkiezingsproces in Venezuela aan te vallen.

Er zit uiteraard een agenda achter de mediahetze tegen Chávez (en tegen Morales in Bolivië, Correa in Ecuador, Kirchner in Argentinië, etc.).  Chávez gaat in tegen Amerikaanse en Europese economische belangen. Hij toont aan dat landen zonder het IMF en de Wereldbank beter af zijn. Hij toont aan dat het wel degelijk mogelijk is de bodemrijkdommen te gebruiken voor de eigen bevolking.

Hij maakt met andere woorden de cruciale fout de belangen van zijn eigen bevolking boven die van de Amerikaanse en Europese multinationals te plaatsen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.