Internationale Federatie van Journalisten: Miranda-vonnis ‘gevaarlijk precedent’

David Miranda legt op 9 oktober 2013 een getuigenis af voor een onderzoekscommissie over internetspionage van de Braziliaanse Senaat

David Miranda legt op 9 oktober 2013 een getuigenis af voor een onderzoekscommissie over internetspionage van de Braziliaanse Senaat (foto Agência Senado do Brasil)

FacebooktwitterFacebooktwitter

De International Federation of Journalists en de Britse National Union of Journalists veroordelen het vonnis van het Britse Hof van Beroep over de aanhouding van David Miranda, partner van Glenn Greenwald op de luchthaven van Heathrow, Londen, op 18 augustus 2013.

David Miranda is de echtgenoot van Glenn Greenwald. Hij had geëncrypteerde informatie mee van Edward Snowden, die wereldwijde spionage door de Amerikaanse NSA en zijn Britse evenknie GCHQ aantoonde. De rechters beoordeelden op woensdag 19 februari 2014 de aanhouding van Miranda en de inbeslagname van zijn computer als ‘een indirecte inmenging in de persvrijheid’, maar vonden dit gerechtvaardigd door ‘dringende belangen van nationale veiligheid’.

Jim Boumelha, voorzitter van de International Federation of Journalists (IFJ) beschouwt dit als “een directe aanval op de persvrijheid en het recht van journalisten om hun bronnen te beschermen. Het is extreem zorgwekkend dat wetten bedoeld voor het bestrijden van terrorisme ingezet kunnen worden voor aanvallen op zij die artikels produceren in het algemeen belang. Dit vonnis is een precedent dat het recht op de vrijheid van meningsuiting ondermijnt en het leven van journalisten in gevaar brengt.”

Samen met de Britse National Union of Journalists doet de IFJ een oproep voor een dringend openbaar onderzoek over het gebruik van antiterrorisme-wetgeving tegen de persvrijheid door de Europese Commissie en door het Europese Hof van de Rechten van de Mens.

Reactie

David Miranda zei in een eerste reactie dat hij tegen het vonnis in beroep gaat: “Ik ben overtuigd dat ze (met dit vonnis) hun eigen reputatie meer hebben geschonden dan de mijne door dit vonnis. Dit benadrukt wat de wereld al weet: Groot-Brittannië heeft misprijzen voor fundamentele persvrijheden.”

Glenn Greenwald reageerde eveneens: “Het journalistieke werk dat Laura Poitras en ik gedaan hebben met de Guardian en andere nieuwsorganisaties heeft overal debat en hervormingen veroorzaakt en werd wereldwijd met topprijzen voor journalistiek geëerd. Alleen in Groot-Brittannië wordt journalistiek niet alleen beschouwd als crimineel maar ook als ‘terrorisme’.”

De International Federation of Journalists vertegenwoordigt meer dan 600.000 journalisten in 136 landen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.