Interim-president Brazilië draait 14 jaar sociale vooruitgang terug

protesten tegen de schorsing van preisdent Rousseff hardhandig aangepakt door de politie.

In de Braziliaanse stad Porto Alegre werden protesten tegen de schorsing van preisdent Rousseff hardhandig aangepakt door de politie. Ook in andere steden nemen de protesten toe (Priscila Pasko)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op de eerste dag van zijn aanstelling als interim-president heeft Michel Temer al zijn eerste decreten ondertekend. Hij schaft o.a. het Anti-Corruptie-Agentschap, het Ministerie voor Vrouwenrechten, Raciale Gelijkheid en Mensenrechten en het Ministerie voor Cultuur af, allemaal verwezenlijkingen van 14 jaar bestuur onder presidenten Dilma Rousseff en Lula da Silva. Temer heeft nog meer plannen.

Wie afgaat op de officiële verklaringen van interim-president Michel Temer van Brazilië, op de berichtgeving in de Braziliaanse privé-media (en de bijna letterlijke overname daarvan in de Westerse en Belgische media), krijgt wat heet een ‘genuanceerd’ overzicht van de recente gebeurtenissen in Brazilië. In zijn eerste verklaring als interim-president benadrukte Temer dat zijn voornaamste prioriteit het herstel van het vertrouwen in de Braziliaanse economie zal zijn.

‘Vertrouwen’

“Mijn eerste woord tot het Braziliaanse volk is het woord ‘vertrouwen’ – vertrouwen in de waarden die ons volk kenmerken, de vitaliteit van onze democratie, vertrouwen in het herstel van de economie van ons land, het potentieel van ons land en van zijn sociale en politieke instellingen”.

Samen met Eduardo Cunha, tot voor kort voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, was Temer een van de drijvende krachten achter de strategie om president Rousseff af te zetten. Tot een jaar geleden vormde zijn partij, de PDMB, nog een coalitie met de PT van Roussef en Lula. Zo kon hij in 2010 en 2014 vice-president onder Dilma Rousseff worden. Hij verbrak die samenwerking een jaar geleden en begon onmiddellijk mee te werken aan de eerste pogingen om Rousseff af te zetten.

Temer is voor het ogenblik zelf voorwerp van een gerechtelijk onderzoek voor electorale fraude en illegale deals met privé-bedrijven, in ruil voor overheidscontracten. Meerdere van zijn persoonlijke politieke raadgevers en parlementsleden van zijn partij zijn eveneens verdacht van deelname aan corruptie in Petrobras. Temer wordt ook genoemd in de illegale verkoop van ethanol.

Eduardo Da Cunha, de andere drijvende kracht achter de afzetting van Rousseff is enkele dagen voor de stemming in de Senaat die Rousseff voor zes maanden schorst (nog niet afzet), zelf geschorst als voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij werd betrapt met onweerlegbare bewijzen van medewerking aan omkoperij en verduisteren van geld op Zwitserse rekeningen. Da Cunha kan niet naar Europa reizen omdat hem daar een internationaal aanhoudingsbevel wacht van het Zwitserse gerecht. Hij wordt er van beschuldigd in totaal voor 40 miljoen dollar te zijn omgekocht voor politiek dienstbetoon aan Braziliaanse en buitenlandse bedrijven.

Voorzitter van de Senaat Renan Calheiros is de eerste man in lijn die eventueel Temer zou opvolgen moest ook die laatste worden afgezet. Ook hij wordt genoemd als betrokkene in de corruptie in Petrobras. Bovendien wordt hij verdacht van massale belastingontduiking.

In totaal 60 procent van de 594 leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers worden vervolgd voor omkoperij, electorale fraude, illegale boskappingen, ontvoeringen en moorden, volgens Transparency Brazil. Zij pogen met de afzetting van Rousseff een einde te maken aan de onderzoeken tegen henzelf.

Terug naar de tijd voor de PT

Bovendien willen zij na veertien jaar bestuur door de socialistische partij PT de klok terugdraaien en met neoliberale ‘hervormingen’ terugkeren naar de periode tussen 1985 en 2002, toen zij na de val van de militaire dictatuur de macht in handen hadden. Een van de eerste betrachtingen van Temer is het terugdraaien van alle sociale programma’s die de PT heeft opgericht.

Interim-president Temer laat zijn ware intenties blijken uit zijn eerste beleidsbeslissingen. Hij schaft onmiddellijk onder meer het Anti-Corruptie-Agentschap, het Ministerie voor Vrouwenrechten, Raciale Gelijkheid en Mensenrechten en het Ministerie voor Cultuur af, allemaal verwezenlijkingen van 14 jaar bestuur onder presidenten Dilma Rousseff en Lula da Silva.

Wit, rijk en mannelijk

Temer stelde op 12 mei ook zijn regeringsploeg samen. Voor het eerst sinds 1979 zit er geen enkele vrouw in de Braziliaanse regering. Even was er nog de kans dat er een vrouw op de post van Mensenrechten zou komen. Omdat die vrouw echter in het verleden had gestemd voor een wetswijziging die abortus voor verkrachte vrouwen zou onmogelijk maken zag hij daar van af. De nieuwe stafchef van het presidentieel kabinet Eliseu Padilha vindt het gebrek aan vrouwen in de regering alvast geen probleem:  “De vrouwen komen in de secretariaten werken”.

Temers kandidaat voor het Ministerie van Wetenschappen is een protestantse dominee die niet gelooft in de evolutieleer. Omdat ook voor die mogelijke benoeming zware kritiek werd verwacht, benoemde hij hem als Minister van Handel. Het eindresultaat is een regering die volledig uit oudere witte mannen bestaat. Er zit immers geen enkele niet-witte minister in zijn regeringsploeg.

Dat is geen geringe prestatie in een land dat voor 52,3 procent uit niet-witte bevolkingsgroepen bestaat. Zijn ministers zijn stuk voor stuk vertegenwoordigers van de economische elite van Brazilië, met stevige wortels in de traditionele politieke krachten die achter de militaire dictatuur stonden van 1967 tot 1985 en na de val van de junta de politieke macht in handen hadden tot in 2002, toen de socialistische PT met Lula da Silva voor het eerst de presidentsverkiezingen won.

De PT verloor veel van haar populariteit

Geschorst president Dilma Rousseff heeft door de economische recessie heel wat van haar populariteit verloren. In plaats van de volgende verkiezingen af te wachten om haar te verslaan, zoals dat hoort in een functionerende democratie, hebben de rechtse oppositiepartijen echter voor de strategie van de afzetting gekozen.

Voor een electorale strijd moesten ze nog tot 2018 wachten.  Zelfs met zijn reële verlies aan populariteit blijft de kans echter groot dat de PT alsnog de volgende presidentsverkiezingen wint in 2018, met Lula da Silva of een door hem gesteund kandidaat. De oppositie heeft gegronde redenen om niet zolang te wachten. Uit alle peilingen blijkt immers dat de oppositiepartijen nog minder geloofwaardigheid hebben dan de PT en dat de PT nog steeds de sterkste politieke partij is.

Het verlies aan populariteit van de PT is echter niet alleen aan de economische recessie te wijten. Heel wat parlementsleden van de PT zijn immers zelf ook betrokken bij de vele corruptieschandalen, waaronder de corruptie in Petrobras.

Michel Temer is echter allesbehalve de man die dat allemaal gaat oplossen. Alleen zijn politieke onschendbaarheid als vice-president en zetelend interim-president redt hem van een veroordeling voor electorale fraude. Hij werd veroordeeld tot acht jaar verbod op het uitoefenen van een politiek ambt. Een van zijn persoonlijke prioriteiten is het omkeren van dit vonnis.

Politieke afrekening met 14 jaar PT-bestuur

Er speelt echter meer dan alleen maar een poging om hemzelf en zijn politieke vennoten te redden van een veroordeling voor corruptie. De economische elite wil een terugkeer naar de sociale situatie van voor 2002, toen het grootste deel van de arme bevolking zo goed als niet deelnam aan het politieke leven. Wat zij willen is niet meer of minder dan de herverdeling van de Braziliaanse welvaart naar boven toe.

Brazilië is na veertien jaar PT-bestuur zeker nog geen modern land met een aanvaardbaar niveau van inkomensverdeling. Het valt echter niet te ontkennen dat de PT miljoenen uit de armoede wist te bevrijden. Wat de huidige regering wil is echter een terugkeer naar de periode voor 2002 toen het nog veel erger was.

Brazilië kreunt onder een complete politieke systeemcrisis. Uit peilingen blijkt dat ongeveer 60 procent van de bevolking de verwijdering van Rousseff genegen is. 60 procent is echter eveneens het percentage van de bevolking dat wil dat ook Michel Temer wordt afgezet. Slechts 2 tot 6 procent zou voor hem en zijn partij PDMB stemmen.

De beschuldigingen die voor de afzetting van Rousseff worden gebruikt zijn volledig politiek geïnspireerd. Rousseff noch Lula da Silva worden direct of indirect genoemd in een van de vele corruptieschandalen die het land teisteren. Zij wordt enkel vervolgd voor overtreding van de budgettaire regels voor de staatsbegroting, door afbetalingen uit te stellen maar ze wel als ‘betaald’ in de begroting op te nemen. Dit is een techniek die alle Braziliaanse presidenten voor haar sinds 1985 hebben toegepast. Bovendien deed zij dat met medewerking van vice-president Temer. (Ook alle Belgische ministers van financiën van de voorbije dertig jaar deden dit).

‘Historisch onrecht’

Volgens procureur-generaal José Eduardo Cardozo, de hoogste ambtenaar van het Braziliaanse gerecht, is de stemming in de Senaat voor de schorsing van Rousseff een ‘historisch onrecht’:

“Een eerlijke en onschuldige vrouw wordt op dit ogenblik veroordeeld. Een juridisch voorwendsel wordt gebruikt om een wettelijk verkozen president af te zetten voor daden die door alle voorgaande regeringen werden begaan. Hier wordt een historisch onrecht begaan. Een onschuldig persoon wordt veroordeeld.”

De rol van Big Brother uit het Noorden

De rol van de VS in deze gang van zaken is nog onduidelijk. Voor een deel is de afzetting van Rousseff zeker een gevolg van de eigen interne dynamiek van de politieke elite van het land. Het is onzeker in hoeverre de Amerikaanse ambassade rechtsreeks een hand heeft in wat nu gebeurt.

Het lijdt echter geen twijfel dat de VS een en ander positief steunt en achter de beleidskeuzes van interim-president Temer staat, eerst en vooral omdat zijn regering terug voorrang zal geven aan de winsten van de grote Braziliaanse en buitenlandse bedrijven, boven het algemeen belang van de Braziliaanse bevolking.

Volgens recente onthullingen van WikiLeaks is Michel Temer bovendien al jarenlang een informant van de Amerikaanse ambassade in de hoofdstad Brasilia. Hij bracht de ambassade regelmatig op de hoogte van interne politieke besprekingen van zijn partij de PDMB met de de Arbeiderspartij van Rousseff en Lula. Hij besprak daar ook de mogelijkheden om de PT van de macht te verdrijven.

Voor het ogenblik zijn er nog geen aanwijzingen voor rechtstreekse betrokkenheid van de CIA bij rellen en betogingen in Brazilië. Zelfs Rousseff heeft eerder al aangegeven dat daar geen bewijzen voor zijn. Dat neemt niet weg dat de VS een lange traditie heeft van politieke inmenging in Brazilië. De militaire staatsgreep van 1964 werd zo goed als volledig door de CIA gecoördineerd.

Lilian Ayalde is VS-ambassadeur in Brazilië sinds 2014. Zij was ambassadeur in Paraguay in 2012. Ook daar werd president Lugo afgezet door het parlement op basis van een politiek voorwendsel.

De Amerikaanse regering blijft desondanks op de vlakte met haar steunbetuigingen voor Temer. Dat kan er op wijzen dat ze allesbehalve zeker is van de stabiliteit van zijn regering. Er komen ook zo goed als geen gelukwensen uit andere landen aan het adres van Temer. Meerdere regeringen in Latijns-Amerika twijfelen of ze zijn regering wel zullen erkennen.

De regering van El Salvador heeft op 14 mei al beslist haar ambassadeur in Brazilië terug te trekken en heeft het overige ambassadepersoneel de opdracht gegeven geen enkel officieel contact te hebben met vertegenwoordigers van de regering van Temer.

Venezuela, Cuba, Bolívia en Ecuador hebben ook aangegeven president Temer niet te zullen erkennen.  Uruguay heeft dat in een officiële verklaring bevestigd.

Geopolitieke bedreiging van de BRICS

Een andere reden waarom men in Washington DC blij is met de recente evolutie ligt op internationaal vlak. Lula da Silva en Rousseff waren drijvende krachten achter de economische samenwerking van de vijf BRICS-landen Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika. BRICS heeft al meerdere initiatieven genomen om de economische en financiële overmacht van Amerikaanse banken en bedrijven en van het IMF te beconcurreren met eigen middelen.

Rousseff heeft nu zes maanden de tijd om zich te verdedigen voor een parlementaire onderzoekscommissie. In de Senaat heeft echter nu al meer dan tweederden voor haar schorsing gestemd. Dat is voldoende om haar na zes maanden definitief af te zetten. In theorie kan het Hooggerechtshof nog tussenbeide komen om ofwel de huidige schorsing of haar latere afzetting te annuleren. Die kans is echter zo goed als nihil. Het Hooggerechtshof heeft immers al laten weten achter de ‘hervormingen’ van Temer te staan en doet nauwelijks een poging om zijn partijdigheid te verhullen.

Soja en slavernij

Wat deze regering echt van plan is met de Braziliaanse samenleving kan best worden samengevat met het voorbeeld van parlementslid Beto Mansur. Hij wordt voor het ogenblik gerechtelijk vervolgd voor “het uitbuiten van arbeiders in zijn sojafabrieken in de Braziliaanse staat Goias in omstandigheden die zo slecht zijn dat de onderzoekers ze gelijkstellen aan moderne slavernij.” Ook hij kan er nu op rekenen dat deze gerechtszaak wordt stopgezet.  Zijn collega Abu Maluf kan niet naar de VS reizen omdat hem daar een proces wacht voor het verduisteren van 11,6 miljoen dollar. Een ander parlementslid Eder Mauro wordt beschuldigd van afpersing en folteringen in de periode dat hij een hoge functie had bij de politie van de stad Belém.

Temer’s minster van landbouw heeft als parlementslid nog een wetsvoorstel ingediend die de definitie van wat slavernij is heeft afgezwakt. In het enorme Braziliaanse binnenland is sociale uitbuiting – ook na 14 jaar PT-bestuur – nog steeds een enorm probleem. Dat is een gevolg van de politieke consensus die PT met de grote agrobedrijven had dat zij zouden kunnen blijven profiteren van enorme subsidies als ze zich niet zouden verzetten tegen de sociale programma’s van de PT. Het is die pragmatische aanpak die maakte dat Temer vice-president werd onder Rousseff in 2010 en 2014. Daar betaalt de PT nu een dure prijs voor.

Artistiek protest

Caetano Veloso tijdens een concert in Italië in 2006
Caetano Veloso tijdens een concert in Italië in 2006 (WikiMedia Commons)

Het protest tegen de schorsing van Rousseff en de beslissingen van interim-president Temer nemen echter toe. In een gemeenschappelijke verklaring klagen de zangers Caetano Veloso, Rogerio Flausino, Baby Consuela, Zeca Pagodinho, acteurs Wagner Moura en José de Abreu, filmregisseur Fernando Meirelles van Cidade de Deus en zijn collega’s Carlos Diegues, Sergio de Carvalho en Anna Muylaert, de schrijvers Milton Hatoum en Walcyr Carrasco, kunstenaar Carlos Vegara, dichter Augusto de Campos, theaterregisseurs Paulo André Moraes, Wolf Maya, Domingo Oliveira, Aderbal Freire-Filho en Eduardo Barata, dramaturg Maria Adelaide Amaral de afschaffing van het ministerie van cultuur aan.

Bronnen: 

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.