“De media misleiden het publiek over Syrië”

De wijk Leramun in het noordwesten van Aleppo tijdens gevechten op 26 juni 2016

De wijk Leramun in het noordwesten van Aleppo tijdens gevechten op 26 juni 2016 (veteranstoday.com)

FacebooktwitterFacebooktwitter

“De berichtgeving over de oorlog in Syrië zal worden herinnerd als een van de meest beschamende episodes in de geschiedenis van de Amerikaanse pers”. Niet de uitspraak van een rabiate anti-Amerikaanse stem op een of andere alternatieve website, maar Stephen Kinzer, sterreporter van The New York Times.

In het opinie-artikel The media are misleading the public on Syria in de krant Boston Globe van 18 februari 2017 geeft Stephen Kinzer zijn mening over de vooringenomenheid van de berichtgeving in de Amerikaanse mainstream media. Dit is een samenvatting van zijn argumenten met eigen commentaar.

Sterreporter New York Times

Stephen Kinzer is niet de eerste de beste Amerikaanse journalist. In de jaren 1980 was hij buitenlandcorrespondent van de New York Times in Centraal-Amerika, waar op dat ogenblik bloedige burgeroorlogen woedden. In de jaren 1990 had hij dezelfde functie in Berlijn, van waaruit hij het einde van de Sovjet-Unie en de overstap van de voormalige Oostbloklanden naar de EU volgde. Van 1996 tot 2000 was hij gestationeerd in Istanboel, Turkije.

Sinds 2000 werkt hij vanuit Chicago, waar hij hoofdcorrespondent cultuur is voor de krant. Daarnaast schrijft hij regelmatig columns, analyses en opinies voor de New York Review of Books, de Britse Guardian en de Boston Globe. Verder geeft hij les journalistiek en buitenlands beleid aan de Northwestern University in Chicago.

UPDATE 20 februari 2017: Een lezer wijst er op dat de eerste formulering van volgende alinea de indruk geeft dat Kagame loven een goede zaak zou zijn. Daarom herformulering cursief:

Over andere oorlogen is hij minder kritisch ingesteld. In zijn boek A Thousand Hills: Rwanda’s Rebirth and the Man Who Dreamed It van 2008 looft hij Rwandees president Kagame voor de ontwikkeling en stabiliteit die hij Rwanda heeft gebracht, na het slechte bestuur van zijn voorganger Habyarimana, niet bepaald iets waar zijn slachtoffers het mee eens zijn.

Kritische mainstream

Stephen Kinzer is met andere woorden een type-voorbeeld van de ‘kritische journalist’ zoals de Amerikaanse mainstream media die graag cultiveren: zeer ‘kritisch’ voor de fouten en excessen van het Amerikaans interventionisme, maar zonder enige twijfel over de boven elke discussie verheven goede bedoelingen van dat beleid.

Kinzer ziet een verontrustend patroon in de selectieve manier waarop de Amerikaanse (en westerse) media berichten over Syrië. De berichtgeving over oorlogsmisdaden blijkt volgens hem bepaald te worden door de kant die de daders hebben gekozen, de onze of de andere, eerder dan door de feiten.

Zijn conclusie: “De media misleiden het publiek over Syrië” en “De berichtgeving over de oorlog in Syrië zal worden herinnerd als een van de meest beschamende episodes in de geschiedenis van de Amerikaanse pers”.

Dat fenomeen ziet Kinzer bevestigd in de manier waarop de strijd rond de Syrische stad Aleppo werd weergegeven. ‘Gematigde rebellen’ die Aleppo hadden ‘bevrijd’ blijken in werkelijkheid fanatieke wreedaards te zijn, die de bevolking terroriseerden, op dergelijk brutale en niets ontziende manier, dat de bevolking de soldaten van de strakke politiestaat van president Assad als bevrijders verwelkomden.

Het officiële verhaal, niet de feiten

Kinzer: “Dit klopt niet met het officiële verhaal van Washington. De meeste Amerikaanse media berichten het omgekeerde van wat er echt aan het gebeuren is. Veel berichten suggereren dat Aleppo een ‘bevrijde zone’ was gedurende de drie jaar dat de rebellen de stad bezet hielden en dat ze nu terug in diepe ellende worden gestort, na de overname door het Syrisch leger.

Wij worden verondersteld te hopen dat een oprechte coalitie van Amerikanen, Saoedi’s, Turken en Koerden en de ‘gematigde oppositie’ gaan winnen. Dat is echter  nonsens. Je kan de Amerikanen niet verwijten dat ze dat geloven. Wij hebben zo goed als geen echte informatie over de ‘strijders’ (van het verzet tegen het regime van president Assad), over hun doelstellingen of over hun gevechtstactieken. Een groot deel van de schuld voor deze leugens ligt bij onze media.

De meeste Amerikaanse kranten, weekbladen hebben geen buitenlandse correspondenten meer… berichten worden geschreven in de redactielokalen in Washington. Journalisten die over Syrië schrijven, gaan hun informatie halen bij het Pentagon, het ministerie van buitenlandse zaken, het Witte Huis en ‘experts’ van denktanken… Deze vorm van stenografie produceert het slappe infotainment dat doorgaat voor ‘nieuws uit Syrië’.

Onze gematigde rebellen

Kinzer: “Die journalisten schrijven vanuit Washington dat al Nusra een machtige groep is bestaande uit ‘rebellen’ en ‘gematigden’, niet dat dit de lokale franchise is van al Qaïda. Zij schrijven dat Saoedi-Arabië hier ‘vrijheidsstrijders’ steunt terwijl het de hoofdsponsor is van IS… Alles wat Rusland en Iran doen in Syrië wordt beschreven als negatief en destabiliserend, omdat dat de officiële lijn is.

Politici kan je nog vergeven dat ze hun daden uit het verleden verdraaien. Regeringen kan je nog vergeven dat ze eender welk verhaal uit hun duim zuigen dat hen het best uitkomt. Journalistiek wordt echter verondersteld onafhankelijk te blijven van de macht en van de natuurlijke leugenachtigheid van de macht.

Men zegt dat Amerikanen onwetend zijn over de wereld. Dat is zo, maar dat zijn we niet meer dan in andere landen. Als de mensen in Bhutan of Bolivië een verkeerd idee hebben van wat in Syrië gebeurt heeft dat echter geen enkele consequentie. Onze onwetendheid daarentegen is gevaarlijk, want dat is de basis waarop we in actie schieten.

Verontrustende rol van de media

Stephen Kinzer gelooft in de kracht van de Amerikaanse mainstream media als tegenmacht. Dat is niet bepaald het idee dat de alternatieve media in de VS hebben van de grote commerciële bedrijven die de media in de VS zijn. Volgens hen is de vervormde berichtgeving over Syrië niet de afwijking, maar de norm.

Kinzer is niet zo naïef te geloven dat het omgekeerde dan wel waar is, dat het regime van president Assad en zijn Russische bondgenoten niets dan goeds zouden doen. Hij wijst er echter op dat de zaken veel complexer zijn dan de eenzijdige pro-westerse versie die de media van deze oorlog geven.

Dat journalisten zoals hij zo kritisch schrijven over de mediaberichtgeving in Syrië kan een aantal oorzaken hebben. Eerst en vooral wordt het steeds moeilijker om de eigen versie van de wereldgebeurtenissen op te dringen, nu alternatieve media zoveel andere analyses aanbieden van wat gebeurt., niet altijd even professioneel, dikwijls even onbetrouwbaar als de mainstream, maar in ieder geval ‘anders’, andere context, andere getuigenissen, andere achtergrond, andere motiveringen…

Stephen Kinzer
(WikiMedia Commons)
Dat een man met de standing van Stephen Kinzer dit schrijft wijst echter op een dieper probleem. Zelfs de mainstream media voelen aan dat het zo niet langer kan. De kloof tussen de waarheid en de berichtgeving wordt te groot. Bovendien werken ze zo de facto mee aan de verergering van de situatie in het Midden-Oosten.

Kinzer: “Veel Amerikanen – en veel journalisten – zijn tevreden met het officiële verhaal: “Bestrijd Assad, Rusland en Iran! Vecht samen met onze Saoedische en Turkse vrienden om de vrede te bewerkstelligen!”. Dit is een weerzinwekkende omkering van de realiteit. Dit gaat waarschijnlijk de oorlog nog verlengen en nog meer Syriërs veroordelen tot lijden en dood.

Zie het volledige artikel van Stephen Kinzer: The media are misleading the public on Syria

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.