Hoeveel kost een goed en sociaal klimaatbeleid en waar halen we het geld: “Een Belgische klimaatbank”

Voorstelling van het rapport door FairFin en Arbeid en Milieu. Foto: Stefaan Van Parys / FairFin

FacebooktwitterFacebooktwitter

Volgens financiële watchdog FairFin is de financiering van “een goed en sociaal klimaatbeleid” mogelijk. FairFin onderzocht potentieel, risico’s en hinderpalen voor een ambitieuze aanpak van het klimaatprobleem, in samenwerking met de organisatie Arbeid en Milieu die milieubewegingen, vakbonden en het middenveld samenbrengt voor een sociale en duurzame klimaattransitie. Hun besluit: de Belgische overheid moet een eigen klimaatbank hebben.

“FairFin wil zich niet langer beperken tot kritische analyses van de financiële sector en de banken en alles wat daar verkeerd loopt”, aldus Frank Vanaerschot van FairFin, “we willen ook een alternatief aanbieden.” Samen met Yelter Bollen van de organisatie Arbeid en Milieu presenteerde hij op 5 november 2019 te Brussel het resultaat van een gemeenschappelijk onderzoek Ten koste van het klimaat – Waarom financiële spelers botsen met het klimaat en hoe we dit omkeren op een sociaal rechtvaardige manier.

Met dit onderzoek willen FairFin en Arbeid en Milieu, de organisaties van het maatschappelijk middenveld, leefmilieurganisaties, vakbonden en politieke partijen aanspreken en hen modellen en voorstellen aanreiken voor de financiering van een klimaattransitie. Dit rapport wil de urgentie van een globale aanpak van de klimaatcrisis verzoenen met sociale maatregelen die de financiële impact verzachten, voor zij die dit nodig hebben.

Een sociaal en betaalbaar klimaatpact

Er is veel geld nodig voor een dergelijk plan, maar toch is dit realistisch, zo menen beide onderzoekers. “Hoeveel kost een goed en sociaal klimaatbeleid en waar halen we het geld?” 18 jaar na het klimaatakkoord van Kyoto weten onze beleidsmakers het nog steeds niet. Daarom sloegen FairFin en Arbeid en Milieu de handen in elkaar om te zoeken naar antwoorden. Hoe zorgen we dat het geld op de juiste plaats terecht komt? En hoe garanderen we dat dit op een sociaal rechtvaardige manier gebeurt?”

Bron: FairFin

“Er is in België nog steeds geen systematisch en volledig onderzoek over de investeringen nodig om de CO²-uitstoot van de economie terug te dringen. Over het geld dat weg moet uit vervuilende economische activiteiten of de investeringen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatopwarming aan te pakken, zijn er zelfs helemaal geen gegevens.”

FairFin en Arbeid en Milieu besloten daarom zelf op onderzoek te gaan, alle beschikbare cijfers te verzamelen en tot een logisch geheel te bundelen. De vraag hoe de financiering en aanpak van de sociale impact best wordt georganiseerd kan volgens beide organisaties best door alle organisaties van het middenveld samen opgelost worden.

Op basis van alle bestaande nationale cijfers komt het onderzoek tot een investeringssom van 13 miljard euro of 2,5 procent van het bbp1 over de komende 30 jaar. “Dat is veel, maar wel doenbaar” volgens Yelter Bollen, “bovendien is deze uitgave geen ‘platte kost’ maar een investering met positieve effecten. Niets doen zou ons veel meer kosten.”

Minder investeren in fossiele brandstoffen en meer in groene energie betekent:

  • een positief effect op het bbp van 2 procent;
  • netto 80.000 jobs meer tegen 2030;
  • minder luchtvervuiling en dus minder kosten voor de gezondheidszorg;
  • minder verkeersongevallen en files.

Onderzoeken in de buurlanden komen tot een gelijkaardig resultaat. De overheid kan volgens de onderzoekers echter niet alles zelf financieren. Ook de privé-sector moet daarin een rol spelen.

“De huidige investeringen vanuit de financiële sector in groene oplossingen in energie, transport, gebouwen, industrie en landbouw” zijn totaal onvoldoende. Ondertussen blijven de grootste banken als ING en BNP Paribas vier keer meer in fossiele brandstoffen investeren dan in hernieuwbare energie.

Deze manier van werken is volgens dit onderzoek een zelfvernietigende aanpak. Een netwerk van dertig centrale banken kwam dit jaar immers tot de conclusie dat het klimaat voor meer financiële instabiliteit kan zorgen dan de economische crisis van 2008. “Toch blijven de banken doorgaan met dit kortzichtig beleid”, volgens Frank Vanaerschot.

Investeringen in klimaattransitie renderen alleen op lange termijn. Privé-investeerders willen winst op korte termijn. Daarnaast is het vaak niet duidelijk welke investeringen daadwerkelijk groen zijn. Europese regelgeving moet banken en andere investeerders verplichten de ecologische en sociale kost van hun investeringen mee in rekening te brengen.

Het probleem is ‘winst’

Rechtstreekse subsidies zijn veel aantrekkelijker voor privé-investeerders. Het kan volgens dit onderzoek echter niet de bedoeling zijn alleen maar kapitaalkrachtige investeerders aan te trekken, terwijl de armere bevolking aan zijn lot wordt overgelaten om hun huizen aan te passen aan strengere klimaatnormen.

De privé-sector moet wel degelijk een rol spelen in de klimaattransitie, maar de leiding moet altijd uitgaan van de overheid. Dat kan wel degelijk, het is in het verleden trouwens al gebeurd. “Het programma waarmee de ECB sinds 2014 2.600 miljard euro creëerde om vooral overheids- en bedrijfsobligaties over te kopen van banken en beleggers kan op een meer sociale en ecologische manier ingezet worden”.

Daarvoor hoeft de ECB geen extra geld te creëren. Maandelijks komen miljarden vrij door obligaties die vervallen. Die kunnen geïnvesteerd worden in ‘groene’ obligaties van Europese overheden, de Europese Investeringsbank (EIB) of nationale publieke investeringsbanken. Dit vereist dat op zijn minst een deel van de EIB omgevormd wordt tot een klimaatbank.

Naar een klimaatbank van de Belgische overheid

De overheid kan beslissen om een eigen bank een mandaat te geven om projecten te financieren die sociaal en ecologisch zijn, die slechts een matige winst op lange termijn leveren, maar bij de privé-sector onvoldoende interesse opwekken.

Daar bestaan al voorbeelden van die goed werken. In Duitsland speelt publieke investeringsbank Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW – Kredietinstelling voor Wederopbouw) een belangrijke rol. Het succesvolle programma voor woningrenovatie van KfW wist in tien jaar tijd met 15 miljard euro overheidsfondsen 260 miljard euro investeringen te maken.

Deze woning werd volledig aangepast aan de recentste klimaatnormen met financiering van de Duitse overheidsbank KfW. Foto: www.kfw.de

De Braziliaanse Banco Nacional de Desenvolvimento Econômico e Social (BENDES – Nationale Bank voor Economische en Sociale Ontwikkeling) en de China Development Bank (CBD) werken volgens dezelfde principes. Zij spelen ondermeer een sleutelrol in de meer riskante, innovatieve fasen van klimaatfinanciering, aldus het rapport.

Belfius is sinds de financiële crisis terug een staatsbank, maar functioneert niet als dusdanig. De bedrijfsvoering is nog steeds volledig gericht op winstmaximalisatie. Het zal volgens de onderzoekers van het rapport een zeer slecht idee zijn om Belfius terug te privatiseren. De bank heeft veel ervaringen met het financieren van lokale publieke infrastructuur. Een balans van 170 mijard euro en historische banden met lokale overheden en vakbonden. Een reorganisatie van de bank zal zeer ingrijpend zijn, maar is wel degelijk mogelijk, als daar de politieke wil voor is.

Het onderzoek van FairFin en Arbeid en Milieu komt tot 9 besluiten:

  1. Om de nodige middelen los te krijgen is de financiële sector cruciaal. Zij bepaalt met haar investeringen in grote mate hoe de wereld van morgen eruitziet. Heel veel geld gaat vandaag naar bruine investeringen.
  2. Het huidige debat benadrukt de ‘kost’ van de klimaattransitie. We spreken beter over ‘investeringen’, waarvan een groot deel zich op termijn terugbetaalt.
  3. De nodige investeringen zijn groot, maar niet onhaalbaar of ongezien. Zeker als we incalculeren dat de kost van niks doen op lange termijn onbetaalbaar is.
  4. Er zijn veel mogelijkheden om publieke en private middelen op een sociaal rechtvaardige manier te mobiliseren voor de klimaattransitie. Maar de privésector is niet bereid of bij machte om het schip alleen te keren. Bovenal speelt de honger naar eigen kortetermijnwinst. De meerwaarde van een groene economie laat zich ook meestal pas op lange termijn voelen, en is bovendien gedeeld met anderen.
  5. We hebben interventies van de overheid nodig: Er is nood aan een regelgevend kader dat de financiële markten verplicht om hun portfolio’s in overeenstemming te brengen met de nodige uitstootreducties. Om genoeg financiering te mobiliseren moeten we bovendien verder kijken dan de markt.
  6. De geldkraan van de centrale banken moet worden omgebogen naar klimaattransitie.
  7. Een versterkte rol voor publieke klimaatbanken vormt het sluitstuk voor de succesvolle financiering van een ambitieuze klimaattransitie.
  8. Het klimaatvraagstuk is ook een sociaal vraagstuk. Wie zal betalen, wie zal de vruchten plukken? Als we een draagvlak willen creëren moeten de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. De winsten die uit een transitie voortkomen mogen niet louter private spelers ten goede komen, maar de hele maatschappij.
  9. Die publieke interventies moeten sociaal rechtvaardig zijn. In hun ontwerp, missie, beheer en financiering. Dat moet op de juiste manier democratisch gecontroleerd kunnen worden.

 

Notes:

1   Het bruto binnenlands product (bbp) is de totale geldwaarde van in een land geproduceerde goederen en diensten gedurende één jaar. Daarin zit zowel de productie van consumptie en kapitaal door de privé als door de overheid en het saldo van invoer en uitvoer. Het bbp van België is 443 miljard euro, Nederland 743 miljard euro (cijfers IMF 2017)

Hier vind je het volledige onderzoeksrapport Ten koste van het klimaat.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.