Over korte gazons, droog weer en gezond verstand in coronatijden

Ongemaaid gazon, langer bestand tegen de droogte (en zoveel mooier). Eigen foto

FacebooktwitterFacebooktwitter

De maanden april en mei zijn reeds historisch droog, nooit eerder gezien sinds officiële weermetingen bestaan en de verwachting is dat er nog meer komt. DeWereldMorgen wil stemmen aan bod laten komen die de echte oorzaak duiden en alternatieven aanbieden. Deze korte beschouwing is een eerste aanzet. Er valt zoveel meer over te zeggen. Wordt vervolgd.

Het ziet er niet goed uit voor deze zomer. Bovenop de coronapandemie en de onzekerheid over onze vakantiekansen komt een enorme droogteperiode op ons af. Landbouw en industrie, de grote gebruikers, zijn er niet gerust in, maar ook de gewone burger moet zich zorgen maken. Minder water verbruiken betekent immers veel meer dan ‘minder water verbruiken’.

Wat voorafging, wat erna komt

Op zich zijn meer dan dertig dagen zonder regen niet zo uitzonderlijk, hoe bijzonder wij dit, als permanente klagers over de regen, ook aanvoelen. Het is niet bepaald een regelmatig verschijnsel, maar zeer uitzonderlijk is het al evenmin. Men kan er echter niet naast kijken, dergelijke droogteperiodes doen zich de voorbije jaren meer en meer voor. Dit keer is de aanhoudende droogte uitzonderlijk lang, nooit eerder gezien sinds weermetingen bestaan. Rond 1850 zijn wereldwijd de eerste systematische en gecoördineerde weerwaarnemingen gestart, op basis van vergelijkbare parameters, zoals de universele Fahrenheit- en Celsius-thermometers.

Droogtekaart van 29 mei 2020. Kaart: www.meteo.be

De impact van een langer dan normaal regenloze periode hoeft niet noodzakelijk erg te zijn. Veel hangt immers af van wat er aan voorafgaat én van wat erna komt. Een extreem droge lente na een natte winter of een natte zomer na een droge lente, het kan allemaal. Deze keer blijkbaar niet. De grondwatertafel – onze grotendeels enige waterreserve – stond reeds abnormaal laag voor deze droge periode begon. Bovendien worden nog meer droge periodes verwacht.

Maar zelfs met een natte winter ervoor en/of een natte zomer erna is een droogteperiode in de lente altijd schadelijker voor boer en tuinder dan een droogteperiode in de zomer of in de winter. De lente is immers de groeiperiode voor zaailingen en planten, voor de bloemzetting op fruitbomen etc. Ook in de vrije natuur is het nu dat nieuwe zaden kiemen en dat doorlevende planten de reserves opbouwen om later op het jaar zaad te vormen voor hun noodzakelijke voortplanting.

Een vroege droogteperiode net wanneer de aarde opwarmt (ik heb het hier over de grondstof ‘aarde’, niet de planeet) en alles wat bloeit en groeit laat met andere woorden zijn sporen na voor de rest van het jaar, zelfs als dat jaar verder ‘normaal’ verloopt. De vraag is ondertussen wat ‘normaal’ nog betekent in tijden van klimaatverandering.

Géén reserves voor mindere periodes

In de landbouw lost men tijdelijke watertekorten op door te pompen uit de grondwatertafel, beken en kleine waterlopen. Industriële sectoren zoals de textiel en de chemie pompen al hun water op uit de bodem. Op bouwwerven wordt grondwater opgepompt om de bouwput droog te houden. Dat water wordt ongebruikt en nutteloos in de riolering – dus naar de zee – geloosd.

Waterreservoir. Foto: dewatergroep.be

In tegenstelling tot ons aanvoelen in een land van permanente regen – in ‘normale’ tijden – hebben wij – en dan vooral het lager gelegen Vlaanderen – nooit grote reserves. Het grootste deel van het regenwater vloeit hier terug de zee in. De bevolkingsdichtheid, de intensieve landbouw, de enorme ondoorlaatbare oppervlakte aan wegen, pleinen, opritten, parkings, bedrijfscomplexen geven het water niet meer de kans om in de bodem te sijpelen.

Het kan raar klinken maar er zijn wel degelijk droge landen met grotere waterreserves dan België. Meer nog dan de regelmaat van regenval telt immers de hoeveelheid water die in de bodem, vijvers en meren gestockeerd zit. In de lage landen is de nuttige opslagruimte in de bodem zeer klein. Het gevolg is dat er zelfs na zeer overvloedige regens toch zeer snel terug watertekort optreedt tijdens een langere periode zonder neerslag.

Landbouw en gazons …

Bomen, struiken en grassen houden met hun bladerloof de verdamping van oppervlakkig bodemwater tegen en hun wortels vormen de bodem om tot een waterspons. De moderne grootschalige landbouw heeft dit natuurlijk evenwicht volledig verstoord en het landschap veranderd in kale monotone vlaktes zonder enige bescherming tegen erosie door wind en zon.

Hierboven staat dat grassen – de plantenfamilie der Poaceae (vroeger Gramineae) waaronder ook alle graansoorten – uitstekende beschermers zijn tegen droogte. Hoera voor het gazon (en voor tarwevelden)? Helaas niet. Gazons – en dan vooral de klassieke korte gazons – zijn zowat de meest onnatuurlijke vorm van plantaardige bodembedekking die men zich kan indenken.

Natuurlijke grasvlakten zijn een samengaan van ontelbare soorten grassen, klavers, bloemen, die niet gemaaid worden. Er zijn over de hele wereld meer dan 12.000 soorten Poaceae. Onze gazons daarentegen zijn monotone oppervlaktes met slechts enkele grassoorten die volgens de publiciteit ‘goed bestand tegen beloop’ zijn, ‘mosbestendig’ e.d.

Dode tapijten

Onze gazons zijn in werkelijkheid een permanente aanslag op de natuur. Een kort gazon is een tegennatuurlijk fenomeen. Elke permanente monocultuur van één gewas op dezelfde plaats, zoals ons gazon, leidt tot bodemverarming. Elke plant haalt uit de bodem immers alleen die elementen die hij nodig heeft. De natuur houdt met zijn mengeling van soorten alles in evenwicht. Verarmde bodems zijn op hun beurt veel gevoeliger voor droogte.

Om dat probleem van verarming op te lossen hebben we een oplossing: bemesting. Gaat ons gras dan weer te welig tieren kunnen we er gelijk ook groeiremmers bijvoegen. Absurder kan niet. De hedendaagse rage van robotmaaiers maakt dit alles nog erger. Door je gras dagelijks kort te houden wordt elk insectenleven vernietigd. Kort gazon is een dood tapijt.

Dat korte gras laat de zon doordringen tot op de bodem die vervolgens nog sneller uitdroogt met bruine kale plekken tot gevolg, tenzij je overvloedig gaat gieten – op gazon dat je vervolgens toch kort wil houden. Doe je dat niet, dan droogt niet alleen je gazon snel uit, ook de bodem eronder wordt zo hard als beton – waardoor de verhoopte regen na een lange droogteperiode nog minder kan indringen en grotendeels afvloeit, terwijl natuurlijke graslanden net ideaal zijn om regenwater ter plaatse te houden.

Hoe geraken we hier uit?

Eerst en vooral moeten we ons beginnen afvragen of we echt wel uitgestrekte grasvelden nodig hebben (ik richt me hier uiteraard niet tot appartements- of stadsbewoners). Het is niet de bedoeling een gazonverbod te gaan bepleiten. Een klein gazon mag best (met de nadruk op ‘klein’), net genoeg om buiten te kunnen zitten. Dat kleine gazon hoeft bovendien niet kort gemaaid te worden om aangenaam te zijn. Maaien op de hoogste stand van je grasmaaier geeft een veel zachter tapijt om op te liggen (én houdt de bodem vochtiger).

Maïsveld voor veevoeder. Maïs is ook een grassoort met als natuurlijke habitat Centraal- en Zuid-Amerika. Foto: Spotter2/CC BY SA 4:0

Je weet het vooraf uiteraard niet, maar ik wacht altijd enkele dagen na elke regenperiode voor ik beslis te maaien (of niet). Het resultaat is vooral nu merkbaar. Ik merk trouwens dat meer en meer mensen dit inzien en hun gazon de vrije loop laten. Boterbloemen, klavers en madeliefjes zijn de eerste gasten die er van profiteren – en gelijk meer insecten aantrekken (en nogmaals, je gazon en je bodem langer vochtig houden).

Een gekend tegenargument van sommige liefhebbers van korte gazons is dat hun extra waterverbruik toch peanuts is in vergelijking met landbouw en industrie. Deze twee sectoren zijn inderdaad met afstand de grootste waterverbruikers. Zij produceren echter de voeding en de producten die wij allen aankopen. Een andere landbouw en strengere regels voor waterverbruik door de industrie ligt voor de hand. Hun productie is onlosmakelijk verbonden met onze consumptie.

Waterverspilling is essentieel … voor déze economie

In feite hebben wij een diepgewortelde cultuur van waterverspilling. België, en dan vooral Vlaanderen, heeft nooit geïnvesteerd in waterstockage, regen viel er toch altijd?! De landbouw is nog steeds volledig georganiseerd rond massaproductie van enkele gewassen die veel water nodig hebben. Het volstaat te kijken naar landen die altijd droog waren of ervaring hebben met lange droogteperiodes als natuurlijk fenomeen om te zien hoe het anders kan: andere, minder droogtegevoelige gewassen, kleinere oppervlaktes van dezelfde soort, irrigatie, waterreservoirs, mengvormen van droge en natte teelten.

Grote landbouwbedrijven schermen graag met hun inspanningen voor een milieuvriendelijk beleid, maar de kern van de zaak is dat massaproductie van voedsel per definitie onnatuurlijk is. De echte reden waarom zij alternatieve teelten en teeltmethodes niet overwegen is heel eenvoudig. Dan zijn oogsten met enorme machines niet meer mogelijk. “Kleinschalige landbouw is niet zo winstgevend” (dit klopt in ieder geval niet). Als ze eerlijk zouden zijn zouden de voorstanders van grootschalige industriële landbouwbedrijven bevestigen dat kleinschalige, ecologische landbouw de ‘winsten’ veel meer verdeelt over de boeren en over de verbruikers. Grootschalige landbouw is daarentegen in hoofdzaak een systeem om winsten te concentreren in zo weinig mogelijke handen.

Water besparen betekent onvermijdelijk ook minder vlees eten. De hoeveelheid water nodig voor vlees voor één persoon is verschillende malen groter dan de hoeveelheid nodig voor dezelfde hoeveelheid plantaardig voedsel. Dan hebben we het nog niet op het oppervlaktebeslag en de vervuiling van het grondwater door overbemesting met de mestafval van honderdduizenden gekweekte dieren. De chemie, het paradepaardje van de Belgische industrie, is nog een andere waterslokop. Daarna volgt de textielsector en de papierfabricage. Alleen in de textielsector is het gebruik van water de voorbije jaren drastisch gedaald.

Frisdrank en flessenwater

Niets is echter absurder dan de productie van dranken. Softdrinks zijn in wezen een methode om goedkoop water (voor de producent) te mengen met wat suiker, smaakstoffen en koolzuurgas en die dan peperduur aan de klant te verkopen. Enorme reclamebudgetten gericht op de jeugd, die zijn consumptiegewoontes nog moet vormen, doen de rest. Coca-Cola verkoopt geen met suiker verzadigd water maar ‘jeugd, leven, genieten’ en vooral ‘zonnen’. Het woord ‘frisdrank’ werd ergens in de jaren 1950 uitgevonden om de illusie te creëren dat softdrinks ‘verfrissend’ zouden zijn.

Het door de overheidsbedrijven geproduceerde én goedkope kraantjeswater is in de lage landen zowat het gezondste wat men kan drinken. Vooral in België wordt die investering in kwaliteit jammer genoeg tenietgedaan in heel wat steden door de verouderde transport- en huisleidingen. Maar zelfs dan is water in flessen zowat de meest geniale marketingtruc van de voorbije decennia.

Het moet anders, het kan anders

Landbouw, industrie én de burgers moeten zich realiseren dat het zo niet verder kan. Water is leven. Mensen kunnen zonder vast voedsel wekenlang overleven. Zonder water houdt zelfs de taaiste mens het geen 48 uur uit, voor hij/zij definitieve schade oploopt of erger. (De ironie van de door de reclame gesponsord ‘gezond leven’ is dat al die sportieve afgetrainde lichamen het minder lang zonder water kunnen trekken, maar dit terzijde.)

Foto: publicdomainpictures.net

Boven op dit alles gaat de te verwachten druk op ons kostbare water deze zomer nog toenemen als meer Belgen in eigen land blijven, hun dagelijkse douche nemen, hun zwembad laten vollopen. Meer vakanties thuis tijdens warmere en drogere zomers zet meer mensen aan om een eigen zwembad te hebben. De verkoop swingt de pan uit. Na de boom van openbare zwembaden van de jaren 1960 en 1970 hebben gemeenten en steden echter net het omgekeerde gedaan. Ze hebben zwaar gedesinvesteerd in hun openbare zwembaden.

Mensen stimuleren om geen eigen zwembad te vullen met drinkbaar water, dat trouwens in de nazomer door de chloor totaal onbruikbaar wordt geloosd, spreekt niet tegen dat overheden terug moeten investeren in openbare zwembaden, die veel zuiniger werken en betere faciliteiten hebben om hun water terug te zuiveren.

Langetermijnvisie

Alleen de overheid kan dit oplossen op voorwaarde dat ze gedreven wordt door een langetermijnvisie voor duurzame waterhuishouding. Van commerciële bedrijven kan je niet verwachten dat ze hun verdiensysteem gaan opgeven, al hun groene reclame ten spijt. Dit betekent onder meer investeren in nieuwe transportleidingen, subsidies voor renovatie van de leidingen in de woningen en investeren in waterreservoirs, steunmaatregelen voor het bouwen van regenputten voor elke woning én voor bedrijven. Daarnaast is een grondige omvorming van landbouw en industrie nodig naar andere productiemethodes en naar andere producten en voedselgewassen.

Minder water verbruiken betekent met andere woorden veel meer dan ‘minder water verbruiken’. Dit vergt nadenken over een ander industrieel bestel, over een andere landbouw, over andere voedingsgewoontes en over andere vormen vrijetijdsbesteding.

Eigen foto

Zoals hierboven al gezegd zijn de gewone mensen niet de grootste boosdoeners. Het is niet eerlijk alleen hen te culpabiliseren terwijl de landbouw en industrie ongemoeid worden gelaten. Er is echter wel een zeer gegronde reden voor de mensen om toch uit eigen beweging veel zuiniger om te springen met water. Zo creëer je moreel gezag om een grondige aanpak van het overheidsbeleid af te dwingen.

Het verleden heeft voldoende aangetoond dat kennis niet noodzakelijk leidt tot inzicht of tot actie. De droogte die er nu aankomt werd al jaren voorspeld. Toch lieten Vlaamse en federale regeringen het betijen. Alleen de druk van publieke opinie kan hier iets aan veranderen.

Wie in de stad of sociale appartementen leeft en zich de luxe van een eigen tuin niet kan permitteren zal zich niet bepaald aangesproken voelen door dit artikel. Terecht. Zij hoeven zich niet in te tomen om kamerplanten (en als je er een hebt, terrasplanten) te gieten naar believen. Dit geldt trouwens ook voor al wie een groententuin heeft in plaats van een gazon. Je thuis gekweekte sla en tomaten verbruiken véél minder water dan hun industrieel gekweekte soortgenoten.

Deze beschouwing is een eerste aanzet tot een reeks artikels door mensen met ervaring over de komende droogte en de bredere sociale en economische oorzaken en remedies voor de komende droogteperiode(s).

 

Meer info over de droogte vind je op hier.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.