Rwandese gids van Che in Afrika vertelt zijn verhaal in “Mijn kameraad Che Guevara”

Jérôme met Hilde. Foto: Jeroen Janssen

FacebooktwitterFacebooktwitter

Jérôme Sebasoni was de jonge gids van Che Guevara tijdens diens zeven maanden lange verblijf in Afrika van 22 april tot 20 november 1965. Hilde Baele en Jeroen Janssen vonden hem terug en schreven samen zijn verhaal neer in de prachtige graphic novel “Mijn Kameraad Che Guevara”. DeWereldMorgen.be sprak met de auteurs.

Stripauteur Jeroen Janssen en schrijfster en illustrator Hilde Baele kennen elkaar al jaren, wanneer Hilde aan Jeroen een vreemd verhaal vertelt over een tuinman in Rwanda, die beweert dat hij Che Guevara zou hebben gekend. Zijn verhaal klinkt aanvankelijk weinig geloofwaardig, maar hij spreekt Spaans. Hoeveel Rwandezen kunnen Spaans?

Enkele jaren voor ze hem ter sprake bracht bij Jeroen kwam Hilde toevallig een tuinman tegen in een sportcentrum in de Rwandese hoofdstad Kigali. Hij raakte met haar aan de praat. Blijkbaar wilde hij een verhaal kwijt waarvoor hij bij zijn landgenoten geen gehoor vond. Enkele jaren later besloot Hilde tijdens haar werk in buurland Burundi terug op zoek te gaan naar de man. Wat als hij de waarheid sprak? Niemand weet aanvankelijk een oude man wonen ‘die Che Guevara gekend heeft’. Na enig speurwerk vinden ze hem terug.

Mijn kameraad Che Guevara.

Wat oorspronkelijk stof leek voor een kort verhaal wordt de inspiratie voor meer. In plaats van een boek neer te schrijven kiest Hilde voor een andere aanpak. Met Jeroen komen ze tot het idee van een graphic novel. Daarin vertelt Jérôme zijn verhaal, dat ze in 2017 dubbelchecken met Cubanen die hij vernoemd heeft en die bevestigen.

Jérôme was inderdaad de persoonlijke gids van Che Guevara tijdens zijn zeven maanden in Afrika. Meer nog, Jérôme heeft blijkbaar later enkele jaren op Cuba gewoond. Wie alles wil weten over Jérôme, de gids van Che, kan zijn gading vinden in het mooie boek Mijn kameraad Che Guevara.

“Er zat geen groots plan achter. Alles begon met het verhaal van Jérôme gewoon op te schrijven. We wilden daarbij niets verzwijgen, ook zijn kleine kantjes niet. Enkele jaren later hebben we over hem een korte documentaire gefilmd. Pas daarna kwam het idee om hier iets meer mee te doen.”

Op de thee bij Che.

“Ik was eigenlijk bezig aan een ander verhaal over Rwanda. Toen ging de bal aan het rollen. We wilden nog zoveel meer weten maar ondertussen is hij overleden. We zijn daarom op stap gegaan in Rwanda en zelfs naar Cuba gereisd. Zo konden we zijn verhaal aan de hand van getuigenissen terug samenstellen. Alles wat hij ons verteld had, bleek te kloppen.”

“Het is een zeer eerlijk verhaal geworden. Jérôme was nog erg jong toen. Toen hij de persoonlijke gids van Che werd, was hij pas 19 jaar oud. Hij heeft later in de Rwandese guerrilla minder fraaie dingen gedaan. Het is dus zeker geen eenzijdig positief verhaal geworden. Soms was het zeer grappig. Toen Jérôme en zijn medegezellen werden voorgesteld aan de Cubanen, was Che de enige die Frans kon. Jérôme dacht dat hij ‘un bête Belge‘ was (‘een stomme Belg), weer een witte Europeaan die kwam laten zien dat ze het beter weten dan de Afrikanen.”

“Tijdens ons onderzoek deden we meer dan alleen maar rondreizen en vragen stellen. We liepen in de straten waar hij zelf had geleefd, in Rwanda en op Cuba. Het idee om hem mee te nemen naar Cuba kwam voor Jérôme jammer genoeg te laat. Dankzij wat Jérôme ons tijdens onze gesprekken vertelde kwamen we wel meer te weten over oude foto’s van de Afrika-campagne van Che en zijn kompanen. Hij kon meerdere mensen op de foto’s bij naam noemen en vond er zijn jonge zelf op terug.”

“Jérôme was na de Afrika-campagne van Che op uitnodiging naar Cuba geweest, van 1966 tot 1974. Daar leerde hij Spaans spreken. We hebben ook gezocht naar Olga, de vrouw die hij daar heeft gehad, en hun zoon, die hij Jean noemde, waarschijnlijk dus Juan. Jérôme vertelde dat hij en enkele Rwandese gezellen tijdens de vlucht naar Cuba niets mochten zeggen en moesten doen of ze Cubanen waren (wat aannemelijk was want er leven wel degelijk vele Afro-Cubanen op het eiland)”.

Jérôme kon uren vertellen, hier met Jeroen. Foto: Hilde Baele

“Jérôme schreef een brief in het Spaans aan Aleida, de dochter van Che, die we haar tijdens een van haar bezoeken aan Manifiesta 2016 konden afgeven. We hebben nog een ambitie en dat is zijn zoon terugvinden. Jérôme wilde dat we hem zouden zeggen dat hij hem graag zag. Hij heeft nog enkele jaren geprobeerd om naar Cuba terug te keren, zonder succes. Het is ons nog niet gelukt zijn vrouw of zoon terug te vinden. Wat we vermoeden is dat hij kinderarts zou zijn in Florida.”

“Een Cubaanse deelnemer aan de Afrika-campagne van Che konden we terugvinden op Cuba in november 2017. Victor Dreke herinnerde zich Jérôme nog. We hebben hem videobeelden getoond, waarop Jérôme een brief in het Spaans voorleest. We konden ook de plaatsen bezoeken waar hij in Havana gewoond en gewerkt had.”

Jeroen Janssen reisde mee met Hilde tijdens haar opzoekingen en tekende terwijl Hilde noteerde. Zij schreef het verhaal letterlijk neer in haar mooi regelmatig handschrift, zoals het in het boek staat tussen de tekeningen van Jeroen door. Zo krijgt de lezer even een inkijk in de korte passage van Che Guevara in Congo. Daar leerde Che ooit de jonge leider Laurent Désiré Kabila kennen. Che was niet onder de indruk. Teleurgesteld vertrok hij terug naar Cuba. Nauwelijks enkele maanden later besloot hij in Bolivia de gewapende strijd tegen de militaire dictatuur te gaan organiseren. De rest is geschiedenis …

Mijn Kameraad Che Guevara is een mooie graphic novel over een stukje geschiedenis waar nog steeds veel te weinig over geweten is…

 

Hilde Baele & Jeroen Janssen. Mijn Kameraad Che Guevara. Voorwoord Kris Berwouts. Oogachtend, 2020. 160 pp. ISBN 978 94 92672384. Je kan het boek kopen/bestellen bij je lokale boekhandel/krantenwinkel of bij de uitgeverij.

Trailer van de documentaire over Jérôme:

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.