Wereldbank vergroot klimaatcrisis in Afrika voor westerse bedrijfswinsten

Dumsor ('aan-uit' door stroompannes) protest. Foto: Agyemang Duah Kweku/Flickr

FacebooktwitterFacebooktwitter

De Wereldbank toont graag zijn goede klimaatintenties. In werkelijkheid maakt ze de klimaatcrisis nog erger. In Ghana financiert de Wereldbank projecten voor nog meer fossiele brandstoffen, die het land opzadelen met grote schulden voor dure energie, terwijl de bank de toegang tot betaalbare duurzame energie tegenwerkt.

De Nederlandse Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) heeft met zijn onderzoeken sinds 1973 één helder doel: een eerlijke en duurzame wereld, waarin publieke belangen zwaarder wegen dan bedrijfsbelangen.

“Wij voeren actiegericht onderzoek uit om de impact en de ongekende macht van multinationals bloot te leggen en om de onderliggende structuren te laten zien die hieraan ten grondslag liggen.”

SOMO publiceert een nieuw rapport Gaslighting Ghana dat het heeft opgesteld samen met de Ghanese ngo Act!onAid Ghana.

Daarin toont de organisatie aan dat de Wereldbank projecten financiert in Ghana die voorrang geven aan fossiel aardgas, ten bate van Westerse multinationals.

“De last komt op de schouders van de gewone Ghanezen, die hoge elektriciteitsprijzen moeten betalen terwijl de beloofde voordelen op energiebeleid uitblijven”, aldus John Nkaw, directeur van Act!onAid Ghana.

De vaststelling van het onderzoek leiden tot de onvermijdelijke conclusie dat de Wereldbank klimaatvernietigende fossiele energie blijft promoten. Dit gedrag spreekt volledig de propaganda tegen dat de instelling zich zou inzetten voor de strijd tegen de klimaatcrisis.

John Nkaw, directeur Act!onAid Ghana

Zo heeft de Wereldbank ongeveer 2 miljard dollar subsidies toegekend voor ontginning van aardolie en aardgas in Ghana. De instabiele levering van aardgas vanuit Nigeria via de West African Gas Pipeline[1] verplicht Ghana om andere duurdere fossiele brandstoffen aan te kopen.

De Sankofa Gas Deal met Nigeria verplichtte Ghana om minstens 600 miljoen dollar per jaar – 50 miljoen dollar per maand – te betalen voor aardgas, ook al is de vraag voor de gebruikers kleiner.

Andere projecten voor fossiele brandstoffen leiden tot jaarlijkse meeruitgaven voor de Ghanese begroting van meer dan 1 miljard dollar per jaar.

West-African Gas Pipeline. Foto: Aaron Jones/Unsplash

De Wereldbank staat met andere woorden borg voor een investeringsklimaat dat buitenlandse energiebedrijven als Shell en Chevron hun winsten garandeert, terwijl de Ghanese bevolking de toegang wordt ontzegd tot duurzame en betaalbare energie.

 

Note:

[1] Deze pijplijn levert aardgas aan Benin, Togo en Ghana vanuit Nigeria. Ze is eigendom van Chevron (36,7%), Shell (18%), de Nigeriaanse National Petroleum Corporation (25%), de Ghanese Volta River Authority (16,3%), Société Togolaise de Gaz (2%) en Société Beninoise de Gaz (2%). Chevron heeft samen met Shell een meerderheid van 54,7% en is als grootste aandeelhouder operator van de pijplijn.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *