Vluchtelingen zijn mensen als u en ik. Cliché? Neen, het blijft nodig dat te herhalen. Berichtgeving en politieke commentaren geven immers een heel andere indruk. In ‘Nooit meer bang zijn’ vertelt Yazan zijn verhaal. Freelance journaliste Karen De Becker verwerkte het tot een pakkend en vlot leesbaar boek. Een aanrader.
Yazan Azmi is een 23-jarige jongen uit de Syrische stad Aleppo. Het verhaal van zijn vlucht naar Europa, samen met zijn broer, is de lezer van DeWereldMorgen.be reeds gedeeltelijk bekend (Zie Het verhaal van een jonge Syrische vluchteling: “In Italië verloor ik mijn waardigheid” en “Bootvluchtelingen zijn mensen zoals u en ik”).
In het boek ‘Nooit Meer Bang Zijn’ vertelt Yazan het volledige verhaal, van zijn gelukkige jeugd in een typisch middenklasse gezin met twee oudere broers, over zijn schooltijd, over hun verhuis naar het huis waar zijn ouders altijd van hadden gedroomd (de gerenoveerde woning van zijn grootvader) naar de tragedie die zijn leven aan stukken slaat.
Het begon allemaal zeer goed voor Yazan, zijn ouders en zijn broers. Samen met zijn neven en nichten, tantes en ooms bracht Yazan vele gelukkige uren door in het huis van zijn grootouders tijdens familiefeesten. Nu werd het hun eigen grote comfortabele woning.
Die droom duurde slechts enkele maanden. Bommen maakten er een einde aan. Daarna ging alles snel. Tweemaal vergeefs vluchten naar Turkije, mislukte pogingen om daar een nieuw leven te beginnen, dan toch naar Griekenland – nee, niet over de zee naar de eilanden.
Geen typische vluchtroute
Yazan’s verhaal loopt niet als dat van de nu zo bekende grote stromen vluchtelingen die uit wanhoop dagelijks hun leven wagen in gammele bootjes, op weg naar de verhoopte bescherming van de Griekse eilanden, de poort naar het veilige Europa. Yazan gaat reeds op de vlucht enkele maanden voor die grote toevloed begint.
Zijn einddoel is ook niet Duitsland maar België. Daar heeft hij immers familie wonen en hoopt hij op degelijke medische verzorging voor de verlammingsproblemen, waar hij aan lijdt sinds die eerste fatale bomaanslag vlak bij hun huis. Zijn vlucht brengt hem over land naar het Europese gedeelte van Turkije en te voet over de grens met Griekenland.
Daarop volgen onzekere maanden in Athene, waar profiterende smokkelaars van de dagelijkse twijfel een hel maken met valse en steeds weer duur betaalde beloftes. Na meerdere pogingen en ijzingwekkende dagen in een grot aan de Adriatische kust volgt een negen uur lange levensgevaarlijke overtocht naar de hiel van Italië in een zwaar overladen rubberboot.
Onzekerheid en vooral angst
Was Griekenland al een zware teleurstelling, Italië wordt niet veel beter. Daarna volgen onzekere reizen naar Oostenrijk, Duitsland, Denemarken, Zweden, opnieuw Denemarken en Duitsland en uiteindelijk België. De details kan de lezer vinden in dit zeer ontroerende, vlot geschreven boek.
In 15 hoofdstukken, die je elk afzonderlijk kan lezen, vertelt Yazan over zijn gevoelens, zijn twijfels, maar vooral over de voortdurende angst, angst om aan Syrië uitgeleverd te worden, angst om naar Turkije teruggestuurd te worden, angst om naar Italië uitgewezen te worden – het land waar hij onder zware druk verplicht wordt zich te laten registreren als oorlogsvluchteling.
Angst ook om ziek te worden, om te vallen op de rotsen, om overboord geslagen te worden, om geslagen te worden door de politie, om gescheiden te worden van zijn broer die met hem meereist, angst om het contact met zijn vader te verliezen, angst om te sterven bij een banaal ongeval in een gammele smokkelaarsauto.
Dit is geen politieke analyse van de oorlog in Syrië, noch een oproep voor steun of solidariteit, gewoon een menselijk verhaal. De terreur van IS is in dit verhaal niet aanwezig, Yazan was het land al uit voor die in Aleppo en omstreken opdaagde.
Alleen het repressie-apparaat van Syrisch president Assad is aanwezig. Yazan had wel een gelukkige, onbezorgde jeugd. Steeds was er echter het besef dat er grenzen waren die je niet mag overschrijden, dingen waar je niet over praat, personen waar je niet mee spot, plaatsen waar je best niet komt of personen waar je beter niet mee samen wordt gezien, dingen die je niet bekijkt op internet of buitenlandse zenders die je best niet aan hebt staan als de politie binnenvalt.
Yazan oordeelt echter niet. Dat laat hij aan de lezer over. Hij stelt vast en vertelt. Dat verhaal eindigt na maandenlange onzekerheid en een eerste uitwijzing positief. Bovendien vindt Yazan hier motivatie voor zijn toekomst bij een Vlaamse organisatie. Wat dat engagement is kan de lezer in het boek vinden.
Rabiate xenofoben zullen door dit boek niet overtuigd worden. Zelfs fysieke confrontatie met de realiteit krijgt dat niet gedaan, zoals voor het ogenblik in een televisieprogramma blijkt. Voor hen is dit boek echter niet bedoeld.
‘Nooit meer bang zijn’ richt zich tot medemensen die nog wat onzeker zijn over wat ze over deze problematiek moeten denken. Voor hen is dit boek overtuigend: Yazan en al die anderen verdienen onze steun, gewoon omdat ze ‘mensen zoals u en ik’ zijn.
Laatste zin op de achterflap: “Het zal u niet onberoerd laten.” Dat kan deze recensent volmondig bevestigen.