De aanslag op ‘wij’

Solidariteit en liefde, sterker dan eender welke spijkerbom
FacebooktwitterFacebooktwitter

Dit is het stuk waarvan we wisten dat we het ooit zouden moeten schrijven. Met twee ochtendlijke aanslagen werd België in het hart getroffen. Je leest de eerste berichten op je smartphone en dan begint het. Zolang het netwerk het uithoudt, berichtjes beantwoorden van bezorgde familieleden en vrienden. En daarna wezenloos staren naar de beelden en de live-updates. Verwarring, tranen, de hand verbijsterd aan de mond. Gebroken hart voor de slachtoffers.

Een aanslag als deze maakt geen enkel onderscheid. Wie een bom laat ontploffen op een metrostel tijdens de ochtendspits treft alle Brusselaars. Voor een groot deel van de inwoners van België is de vertrekhal van Zaventem een vertrouwde plek.

Analyses zal u de komende dagen ten overvloede krijgen. Maar vandaag is de storm in ons hoofd nog te groot. Dat neemt niet weg dat we al kunnen raden wat de teneur zal zijn van de discussies en debatten die we de komende weken gaan krijgen.

We trekken ons op aan de weerbaarheid van Brussel. Nauwelijks enkele uren na de aanslagen begonnen Brusselaars spontaan boodschappen van hoop te tekenen op de autoloze straten van de voetgangerszone aan de Beurs. De meest gebruikte hashtag op sociale media was #ikwilhelpen. Gestrande pendelaars konden er een lift vinden naar huis. Brusselaars stelden hun huizen open. Bloeddonoren meldden zich spontaan aan. Taxi’s brachten gratis mensen naar huis. De komende dagen zal Brussel, één van de meest diverse steden van de wereld, opnieuw zijn enorme veerkracht tonen. Dat zal deugd doen aan iedereen die het wil zien. Geen enkele stad ter wereld is meer ‘wij’ dan Brussel.

Dat ‘wij’ zal en moet ook een deel van de oplossing zijn. Veiligheidsmaatregelen zijn nodig en de eventuele gaten op plaatsen als Zaventem moeten gedicht worden, maar tegelijk moeten we beseffen dat geen enkele veiligheidsmaatregel, geen enkele extra soldaat op straat, geen enkel terreurniveau een aanslag op een openbare plaats kan tegenhouden, net omdat het openbare plaatsen zijn. Net omdat dat soort plaatsen het essentiële onderdeel zijn van samenlevingen. Net omdat het om daders gaat die geen groot netwerk hebben, geïsoleerde cellen die je enkel met heel gerichte zoekacties kan opsporen.

Natuurlijk hebben we de eerste haatboodschappen al zien passeren op sociale media. Natuurlijk beseffen we dat één groep in onze maatschappij weer met de vinger zal gewezen worden. Moslims – ‘de gemeenschap’ zoals dat dan heet – worden met drang aangemaand de aanslagen te veroordelen. Alsof miljoenen moslims dat al niet tot in den treure gedaan hebben. Die ‘gemeenschap’ was vandaag bezig met checken of hun neven, zussen, buren, vrienden, collega’s, bakker of schoolgenoten veilig zijn.

We zeiden het al. Wie Brussel treft, raakt alleen een ‘wij’.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.