Wallonië en CETA of de neoliberale nachtmerrie van democratische inspraak in de economie

Net als in andere Europese hoofdsteden werd in Brussel betoogd tegen CETA en TTIP

Net als in andere Europese hoofdsteden werd in Brussel betoogd tegen CETA en TTIP (mediActivista!)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Op het ogenblik dat ik dit schrijf is nog niet definitief geweten of de Waalse regering zijn toestemming blijft weigeren aan de federale Belgische regering voor het ondertekenen van het CETA-vrijhandelsakkoord van de EU met Canada. De bitsige commentaren van de voorstanders leggen hun grootste angst bloot: de nachtmerrie van inspraak van de bevolking in de economie.

Eigenlijk valt de woede van de voorstanders van vrijhandelsakkoorden in het algemeen en van het CETA-verdrag tussen Canada en de EU in het bijzonder best te begrijpen. Hier hebben ze jarenlang hard aan gewerkt. In de grootste geheimhouding werden teksten onderhandeld die de prioritaire status van grote investeerders boven de democratische wil van de bevolking definitief moest vastleggen.

Vrijhandelsakkoorden?

Laat er eerst en vooral geen misverstand over bestaan: de term vrijhandelsakkoord dekt de lading van deze verdragen niet, tenminste, niet als je de woorden volgens hun betekenis in het woordenboek begrijpt. Dit gaat helemaal niet over ‘vrijhandel’, maar over ‘handel gecontroleerd en gereguleerd door grote bedrijven’ (wat in mediajargon inderdaad ‘vrijhandel’ wordt genoemd). Dit gaat zelfs niet eens over ‘handel’, maar over ‘bescherming van de rechten van investeerders’.

Het zijn bovendien geen ‘akkoorden’ want alle maatschappelijke actoren van de civiele maatschappij werden uitgesloten van de onderhandelingen. Alleen de juridische vertegenwoordigers van de grote bedrijven waren van bij het begin betrokken bij de onderhandeling van de ontwerpteksten.

Een meer accurate omschrijving zou bijvoorbeeld kunnen zijn: ‘Verdragen ter bescherming van de exclusieve rechten van buitenlandse investeerders tegen elke mogelijke inmenging door openbare overheden, parlementen en maatschappelijke organisaties”.

Er zijn wel meer verdragen met lange namen, maar dit bekt toch wel erg lang. Laat ik de term ‘vrijhandelsakkoord’ maar behouden. Begrijp hem dan wel in zijn ideologische betekenis, niet in zijn woordenboekdefinitie. Voor een gevatte samenvatting van wat vrijhandelsakkoorden werkelijk zijn, zie het filmpje (2’05”) onder dit artikel, waarin Noam Chomsky zijn briljante kijk geeft op deze ‘akkoorden’.

Zoals het gewoonlijk gaat met verdragen

Verdragen en economische onderhandelingen werden altijd ver weg van het publiek afgesloten. Teksten van verdragen zijn bovendien in dergelijk specifiek jargon opgesteld dat zelfs een redelijk opgeleide leek soms niet kan ontwarren wat nu eigenlijk in dit of dat artikel bedoeld wordt.

Het overgrote deel van handelsverdragen wordt ondertekend op plechtige ceremonies  tijdens zogenaamde handelsmissies. Na ondertekening door de regering volgt na verloop van tijd de ratificatie door de betrokken parlementen. Pas dan geldt het betrokken verdrag. Ook ratificatie door parlementen passeert meestal zonder al te veel media-aandacht.

Het enige verschil met de handelsakkoorden van het verleden is de schaal van CETA, TTIP, TPP en TiSa 1. Dit zijn de verdragen die alle andere moeten overbodig maken. Ze zijn het ‘nec plus ultra’ (daarna is niets meer nodig, alles is bereikt) van de neoliberale economische elite.

Toen de voorstanders van deze akkoorden in het grootste geheim aan deze onderhandelingen begonnen, gingen zij er van uit dat ook deze verdragen de weg zouden gaan van alle andere. Weinig aandacht in de media, een bijna volledig onwetend en ongeïnteresseerd publiek, ratificatie door het parlement met een louter formeel debat (of zelfs helemaal geen).

Marginaal verzet, aanvankelijk…

Aanvankelijk ging dat zeer vlot. Slechts enkele kleine organisaties en internetmedia waren er actief tegen bezig en kregen nauwelijks aandacht in de mainstream media. Voor die laatsten was dit net als voor andere verdragen geen interessante kopij, hoogstens iets voor een droge analyse op pagina tien.

Bovendien gingen ook de massamedia – die zelf ook grote bedrijven zijn – er bijna natuurlijk van uit dat deze verdragen een goede zaak zijn, die niet eens bewezen hoeft te worden. In een uitgelekte nota beschouwt de Europese Commissie de mainstream media als natuurlijke bondgenoten (zie Mediastrategie Europese Commisie voor ‘onbegrepen’ vrijhandelsakkoord):

“Tot nu heeft dat ons toegelaten om (tegen het verzet)… greep te houden op het discours over de onderhandelingen in de mainstream media, waar er ruime steun is voor de logica en de bedoelde inhoud van het akkoord.”

Tactische vergissingen

De voorstanders van deze verdragen maakten echter een paar tactische vergissingen. Eerst en vooral zijn er wel degelijk al twee voorbeelden van succesvol verzet tegen handelsverdragen die in de kiem werden gesmoord: het Multilateral Investment Agreement (MIA) en het Anti-Counterfeit Trade Agreement (ACTA) werden gekelderd na de ondertekening en werden nooit geratificeerd.

Bovendien is ondertussen WikiLeaks ontstaan. Deze organisatie kon oorspronkelijk op veel bijval rekenen in de mainstream media toen ze zich nog beperkte tot onthullingen van louche zaken in verre dictaturen in Azië en Afrika. Toen WikiLeaks bewijzen uitbracht van oorlogsmisdaden door eigen westerse legers in Irak, veranderde dat. WikiLeaks bracht immers met zijn onthullingen ook aan het licht dat de grote media reeds jaren perfect van die oorlogsmisdaden op de hoogte waren en er niets mee hadden gedaan.

WikiLeaks is ondertussen compleet in ongenade gevallen in de mainstream media, maar blijft consequent doorgaan met zijn onthullingen. Dat bracht de voorstanders van CETA en consoorten regelmatig in problemen.

Nooit voorheen waren ontwerpteksten van handelsverdragen uitgelekt voor ze officieel ondertekend waren. Nooit voorheen konden tegenstanders bevestiging vinden van hun vermoedens in de teksten zelf, nog voor ze waren goedgekeurd.

Die onthullingen bleken een grote stimulans voor het verzet. Ze bevestigden immers alle vermoedens. Deze akkoorden zouden de mogelijkheid voor democratische regeringen om de economie nog enigszins te sturen definitief aan banden leggen.

Kop van jut is het fameuze ISDS-systeem van internationale handelsarbitrage. De Europese Commissie heeft als reactie op dat verzet nu een voorstel van zogenaamd ICS-rechtbanken (Investment Court System) voorgesteld, maar dat is vooral een poging om met een ander letterwoord het ISDS-systeem alsnog door te voeren. Bovendien hebben de Amerikaanse onderhandelaars van TTIP al laten weten dat er geen sprake kan zijn van ICS. Zij willen onvervalste ISDS.

ISDS, de kern waar het echt over gaat

Voorstanders van CETA en de andere verdragen stellen het voortdurend voor alsof ISDS slechts een hoofdstuk is in het grote geheel. Dat is niet zo. Het is de kern, dit is waar het werkelijk over gaat. Ze stellen het ook voor alsof deze vorm van internationale arbitrage al tientallen jaren bestaat in andere verdragen en dus niets nieuws is. Dat klopt. Ze zeggen er wel niet bij wat de nefaste gevolgen zijn van deze praktijken, onder meer voor Afrikaanse landen. Echter, ook Canada ondervindt de ISDS-gevolgen van het NAFTA-vrijhandelsakkoord met de VS en Mexico sinds 1994 (over die gevolgen, zie Wallonië krijgt steun uit Canada tegen CETA).

Het heftige verzet tegen TTIP heeft de voorstanders van deze verdragen dus verrast. Aanvankelijk werd dat verzet koud genegeerd, daarna denigrerend weggelachen maar geleidelijk aan werd de druk te groot. Voorstanders pogen dat verzet nu te neutraliseren door het voor te stellen alsof TTIP misschien niet zal doorgaan (wat echter nog lang niet zeker is).

CETA is ondertussen lange tijd onder de radar van dat verzet gebleven. Met de snelle ondertekening van CETA hopen de verdedigers van TTIP alsnog het ISDS-systeem van TTIP in te voeren via Canada. Zowat alle VS-bedrijven hebben immers een filiaal in Canada. Zij kunnen eenmaal CETA is geratificeerd via Canada hun eisen stellen. TTIP zou dan zelfs overbodig kunnen worden.

Met CETA, TTIP, TPP en TiSA wil de neoliberale economische elite een regime instellen dat de inhoud van verkiezingen irrelevant maakt. Die worden herleid tot de vrijheid van alle burgers om partijen en personen te kiezen die ongewijzigd het economisch beleid zullen uitvoeren dat in die verdragen vastligt. Een ander beleid zal dan immers onmogelijk geworden zijn.

Net daarom is de woede van de voorstanders van CETA over het verzet van de Waalse regering zo groot en zo heftig. Dit dreigt op het laatste ogenblik de hele opzet van deze verdragen te verhinderen. Dit dreigt de gevreesde valpartij in een massaspurt te worden, die de gedoodverfde winnaar op het allerlaatste ogenblik zijn gesponsorde overwinning ontneemt.

Bovendien, als dit CETA-verzet succes zou hebben, zou dat een bijzonder gevaarlijk precedent scheppen. Dan daagt voor de neoliberale goeroes een ander doembeeld op: dat van reële inspraak van de bevolking in de economie. EU-voorzitter Donald Tusk heeft dus overschot van gelijk: als CETA mislukt kan de EU nooit meer grote vrijhandelsakkoorden afsluiten. Het precedent van een mislukt CETA zal de bevolking immers sterken in haar overtuiging dat verzet tegen het afsluiten van dergelijk akkoorden wel degelijk kan werken: een neoliberale nachtmerrie.

De echte wensen van de bevolking zijn bekend: sociale zekerheid, openbare gezondheidszorg, bescherming van de consument, leefmilieunormen voor de industriële productie, degelijke arbeidsvoorwaarden, voedselveiligheid, verplichte etikettering van GGO-producten, hormonenvrij vlees… kortom: een economie ten dienste van de mens en niet omgekeerd.

Die wensen hebben allen één ding met elkaar gemeen: ze gaan in tegen de belangen van grote bedrijven en investeerders. Als de voorstanders van deze akkoorden niet meer kunnen rekenen op de onwetendheid van de bevolking krijgen ze dit soort akkoorden er nooit meer door. Daar gaat deze strijd over.

PS. Ondertussen heeft WikiLeaks drie hoofdstukken van het TiSA-akkoord openbaar gemaakt. Uit die ontwerpteksten blijkt zonneklaar dat het de bedoeling is om zowat alle overheidsdiensten voor privatisering open te stellen (zie TiSA Agreement Leaks Show Corporations Pushing Privatization of Public Services)

Noam Chomsky: “These are not free trade agreements”

 

1   CETA: Comprehensive Economic Trade Agreement (tussen Canada en de EU), TTIP: Transatlantic Trade and Investment Partnership (tussen de VS en de EU), TPP: Transpacific Partnership (tussen de VS en landen rond de Stille Oceaan – de tegenhanger van TTIP aan de westkust van de VS) en TiSa: Trade in Services Agreement (tussen 50 landen van de OESO en de EU over het commercialiseren van openbare diensten).

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.