Afzetting Guaidó door Venezolaanse oppositie problematisch voor VS en EU

Op 2 februari 2019 zag het er nog goed uit voor Guaidó. Zijn ondergang begon enkele maanden later al. Foto: Alexcocopro/CC BY-SA 4:0

FacebooktwitterFacebooktwitter

Drie van de vier rechtse oppositiepartijen in Venezuela erkennen niet langer zelfverklaard interim-president Juan Guaidó. Dit brengt de 53 landen die hem erkenden als legitiem staatshoofd in verlegenheid. Hoe kunnen zij zonder gezichtsverlies terug met president Maduro aan tafel gaan zitten? Het debacle van Guaidó wijst op een dieper probleem: de hegemonie van de VS in Latijns-Amerika is niet meer vanzelfsprekend.

Toen de vrij onbekende – ook in eigen land – Venezolaanse volksvertegenwoordiger Juan Guaidó zichzelf benoemde tot interim-president op 23 januari 2019 zag het er aanvankelijk zeer goed uit voor zijn toekomstplannen.

De snelheid waarmee 53 landen hem onmiddellijk erkenden toonden dat dit een goed voorbereide operatie was, opgezet en gecoördineerd door de VS-ambassade in de hoofdstad Caracas, in samenwerking met de Britse, Franse en Canadese ambassades.

De verwachting dat de regering van president Nicolas Maduro snel zou vallen kwam echter niet uit. Ook zware economische sancties konden niet baten. Aanvankelijk zag het er nog anders uit.

Binnen enkele weken had Guaidó in 34 van de landen die hem erkenden – waaronder België – en in drie internationale organisaties eigen ambassadeurs benoemd. Het vorige diplomatiek personeel moest er na intrekking van hun diplomatiek statuut vertrekken.

Eigen onkunde

Guaidó kreeg een pak financiële middelen van de staat op buitenlandse rekeningen in handen. Het zag er dus even goed uit. Na enkele maanden reeds liep het echter faliekant fout.

De regering van Maduro bleek veel stabieler dan was ingeschat. Pogingen om delen van het leger en de politie tot een staatsgreep aan te zetten mislukten spectaculair. Steunbetogingen aan zijn adres werden gecounterd door nog grotere tegenbetogingen.

Guaidó op bezoek in het Witte Huis (5 februari 2020). Foto: whitehouse.gov/Shealah Craighead/Public Domain

De rest van de wereld volgde niet. De overige 140 VN-lidstaten bleven Maduro erkennen als legitiem staatshoofd. Zijn erkenning door Argentinië duurde het kortst. Enkele maanden later erkende de nieuwe president terug Maduro.

Hetzelfde gebeurde recenter in 2022 met buurland Colombia. Net beëdigd president Lula van het andere buurland Brazilië heeft al eerder aangekondigd dat ook hij Maduro terug zal erkennen.

Het ontbrak Guaidó aan politiek inzicht en hij beging de ene flater na de andere.

Meer dan door gebrek aan diplomatiek succes was Guaidó zelf verantwoordelijk voor zijn afgang. Het ontbrak hem aan politiek inzicht en hij beging de ene flater na de andere.

Hij liet zich niet zien toen de VS met zogenaamde voedselhulpkonvooien vanuit Colombia de grens poogde te overschrijden. Het hielp zeker niet toen zijn eigen volgers die konvooien zelf in brand staken.

Vervolgens liet hij zich fotograferen met Colombiaanse paramilitaire drugsleiders en de door hem benoemde vertegenwoordiger in Colombia en zijn team bleken al het geld voor ‘humanitaire hulp’ in eigen zakken gestoken te hebben.

In de oppositie tegen Maduro zitten immers ook partijen die zijn beleid niet links genoeg vinden. Bovendien, ook bij de rechtse oppositie is men niet zomaar akkoord met de inmenging van de VS.

Dit was de meest fatale vergissing van de VS. Zij hadden ingeschat in hem een zeer manipuleerbaar agent te hebben, maar Guaidó dacht er anders over en sloeg adviezen in de wind. Hij woog intellectueel echter te licht om iets degelijks in de plaats te stellen. Bovendien schatten de VS en de EU het verzet tegen Maduro fout in.

Verdeelde oppositie

In opiniepeilingen bleef Maduro zwalpen op ongeveer 30-40 procent van de bevolking, maar dat betekende geenszins dat de overige Venezolanen achter Guaidó gingen staan.

In de oppositie tegen Maduro zitten immers ook partijen die zijn beleid niet links genoeg vinden. Bovendien, ook bij de rechtse oppositie is men niet zomaar akkoord met de inmenging van de VS.

Tijdens zijn eerste persconferentie na zijn ‘eedaflegging’ klaagt Juan Guaidó de repressie van de vrije meningsuiting in Venezuela aan, live op 17 Venezolaanse tv-zenders, waaronder twee pro-Maduro-zenders … (twitter)

Toen Guaidó zich uitsprak ten gunste van een invasie door het VS-leger bleek hoe zwak zijn positie wel was. Zelfs delen van de rechtse oppositie zijn tot vandaag hevige tegenstanders van militaire inmenging door de VS, net als de overgrote meerderheid van de bevolking.

Vicepresident van Brazilië Hamilton Mourão zei vlakaf neen tegen de vraag van de VS om troepen in Brazilië te stationeren voor een invasie in Venezuela.

Hij dacht steun te vinden bij president Bolsonaro van buurland Brazilië, maar vicepresident Hamilton Mourão, voormalig generaal, zei vlakaf neen tegen de vraag van de VS om troepen in Brazilië te stationeren voor een invasie in Venezuela.

Mourão is alles behalve een linkse rakker, hij is op vele vlakken zelfs rechtser dan Bolsonaro. Hij behoort echter tot een generatie nationalistische militairen die het beu zijn zomaar orders te ontvangen van grote broer in het noorden.

Wanneer Guaidó twee jaar na zijn ‘eedaflegging’ niet langer verkozen wordt tot voorzitter van het parlement (de grondwettelijke voorwaarde om interim-president te blijven) erkent de EU hem niet langer, maar erkent Maduro evenmin, waardoor de diplomatieke impasse nog dieper werd.

Diplomatieke impasse

De populariteit van Guaidó was nooit hoog. Maduro scoort evenmin hoog, maar zijn percentages zijn wel nog altijd hoger dan die van pakweg Frans president Macron. Geen enkel land heeft ooit overwogen Macron daarom niet langer te erkennen. De vergelijking is natuurlijk vergezocht. Frankrijk is een Westers bondgenoot, Venezuela niet.

Guaidó met Colombiaanse drugsmaffialeiders ‘El Menor’ en ‘El Brother’. Foto: dailysabah.com

Sinds de Russische invasie in Oekraïne is dat vrije westen terug op zoek naar olie en gas, dat ze onder meer in Venezuela kunnen vinden. Ook dat speelde mee in de uiteindelijke ondergang van Guaidó. Achter de schermen onderhandelen de VS reeds voor de hervatting van leveringen.

De hele situatie had ook heel wat praktische nefaste gevolgen. Door de erkenning van ambassadeurs van Guaidó kregen de betrokken landen een ambassade die niet kon functioneren als echte ambassade.

Guaidó-ambassadeurs konden geen visa uitreiken, geen officiële bezoeken of handelsmissies organiseren. Venezolanen in de betrokken landen – ook zij die de Guaidó-ambassadeurs erkenden – konden er niet terecht voor consulaire assistentie, aanvragen van documenten, emigratiepapieren e.d.

Hegemonie is geen evidentie meer

Ten gronde wijst het debacle van Guaidó op een dieper probleem, eerst en vooral in Latijns-Amerika zelf. De verkiezing van Gustavo Petro tot president is het zoveelste verlies van een trouwe vazalstaat voor Washington.

Pas beëdigd Braziliaans president Lula mag dan een sociaaleconomisch beleid voeren waar zelfs Europese links-liberalen zich in kunnen vinden, op internationaal vlak gaat hij veel verder. Lula wil de BRICS reanimeren en een eigen BRICS-bank en BRICS-munt oprichten.

Dat 140 staten in 2019 weigerden zich bij de erkenning van Guaidó aan te sluiten was daarenboven een voorbode van wat drie jaar later in februari 2022 gebeurde. Hoewel zij de Russische invasie bijna unaniem veroordeelden weigerden zowat alle landen van Latijns-Amerika, Afrika en Azië zich aan te sluiten bij de economische sancties tegen Rusland.

“Op 11 maart 2019 stak het Maduro-regime hulpkonvooien in brand”. Op 19 maart gaf de New York Times als eerste toe dat het bericht vals was, de aanstokers waren leden van de oppositie. Screenshot vrtnws

Om gezichtsverlies toch enigszins in te perken zal de EU niet snel overgaan tot officiële erkenning van president Maduro. In de praktijk is het echter al zo ver.

Teken aan de wand: op de klimaatconferentie in Egypte COP27 lieten zowel Frans president Macron als VS-klimaatgezant John Kerry zich openlijk filmen in gesprek met Maduro. Dergelijke contacten zijn immers allesbehalve spontaan, daar is overleg aan voorafgegaan.

Er valt nog heel wat uit te klaren, zoals bijvoorbeeld de Venezolaanse goudreserves die door de Britse regering in een Londense bank worden geblokkeerd, tegen alle internationale rechtsregels in.

De strijd is nog niet gestreden

Niets is zeker, de VS geven de strijd voor hun hegemonie niet zomaar op, zoals onder meer is gebleken uit de recente geslaagde afzetting van de Peruviaanse president, maar zelfs daar is de eigen interne politieke dynamiek zwaarwichtiger geworden dan de buitenlandse inmenging.

De VS hebben uiteraard altijd ingespeeld op bestaande interne breuklijnen door die te versterken ten bate van het eigen belang. De dominantie van de VS werd in het verleden echter te gemakkelijk gezien als een kracht op zichzelf. Dat was in feite nooit zo, zoals nu blijkt.

In 2024 komen er opnieuw presidentsverkiezingen in Venezuela. Maduro wist 13 jaar stand te houden. Voor zijn eerste termijn was dat nog grotendeels te danken aan de morele schaduw van Hugo Chávez. Die erfenis is hij al geruime tijd kwijt. Hij houdt stand dankzij de interne verdeeldheid van de oppositie en meer nog door hun gebrek aan geloofwaardigheid als politiek alternatief.

Zelfs als rechts er alsnog in slaagt zich te verenigen achter één kandidaat (zoals bijna was gelukt met Henrique Capriles in 2013) is de strijd voor Maduro (of voor een opvolger in eigen kamp) nog niet verloren omdat er naast de rechtse oppositie ook nog oppositiepartijen zijn links van Maduro.

Die linkse oppositie is weliswaar veel kleiner dan de rechtse tegenkrachten, maar groot genoeg om een rechtse overwinning tegen te houden. Alles zal er van afhangen of hun afkeer voor Maduro kleiner of groter is dan het vooruitzicht van een rechts president.

 

Voor meer informatie, zie ons Dossier Venezuela.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.