Wat Sp.a, Groen en PVDA kunnen leren van Jeremy Corbyn, als ze voorbij de media kijken? Veel, heel veel

Jeremy Corbyn in mei 2017. Foto: Chatham House, CC BY 2.0

FacebooktwitterFacebooktwitter

Een maand later ligt het verdict vast: Labour leed “zijn grootste nederlaag sinds 1935”. Maar… hoe rijmt dat met bijna een miljoen stemmen méér dan de derde ‘overwinning’ op rij van Tony Blair in 2005? SP.A, Groen en de PVDA kunnen lering trekken uit vijf jaar Corbyn als ze bereid zijn andere dingen te zien dan de mainstream commentatoren, en zich afvragen welke andere linkse partij nog 32 procent haalt zoals Labour? Een nuchtere terugblik.

De stemmen zijn geteld en – wat nog veel belangrijker is in het Britse systeem – de zetels in het Lagerhuis zijn toegekend. Met 43,6 procent van de stemmen haalde de Conservatieve Partij van Boris Johnson 365 zetels op 650 of 56 procent van de zetels, een comfortabele meerderheid van 39 zetels1.

De commentaren in Britse en buitenlandse pers zijn vernietigend voor Labourvoorzitter Jeremy Corbyn: wazige stellingname over Brexit, totaal gebrek aan leiderschap en charisma, ongeïnspireerde toespraken, passiviteit over antisemitisme in eigen rangen, onrealistische voorstellen voor een extreemlinks programma dat de Brit niet wil en bovendien onbetaalbaar is, met oubollige ideeën die al in de jaren 1980 gedateerd waren, onkunde om de eigen rangen te sluiten, zelfs spionage voor de Russen, de Bulgaren, de Tsjechen …

“Links zou zich best vragen stellen over dit debacle als het nog ooit verkiezingen wil winnen”, was een van de zachtste kritieken die werden geuit. De Conservatieve Partij en hun boegbeeld Boris Johnson hebben daarentegen een briljante campagne gevoerd, die in feite al begon toen Boris Johnson de sleutels van Downing Street 10 overnam van Theresa May. Het is nu voor iedere nuchtere waarnemer duidelijk: ‘links populisme’ werkt niet. Daar komt in een notendop de mainstream analyse op neer.

Na de ontnuchtering volgt de nuchtere terugblik

Werkelijk? Eenmaal het stof is gaan liggen vindt men met een nuchtere kijk op de Britse verkiezingen heel wat waar Europese en Belgische partijen links van het politieke centrum (in schijn of in werkelijkheid) lering uit kunnen trekken. De vaststellingen zijn allesbehalve uitsluitend negatief, integendeel.

Foto: Facebook Lode Vanoost

Er ontbreken in de mainstream analyse van de nederlaag van Corbyn een aantal cruciale elementen, die wanneer ze worden meegerekend een heel andere kijk geven op 12 december 2019. Waar de media zedig over zwijgen (of wegwuiven als knettergekke samenzweringstheorieën – zoals de BBC doet) is hun eigen rol in de politieke strijd.

Ook totaal verzwegen is de nefaste rol die het Britse verkiezingssysteem speelt in de bestendiging van een politieke cultuur die progressieve en linkse initiatieven systemisch benadeelt.

En dan is er nog een derde element dat niet aan bod komt: Schotland (zie verder).

Hier staat tegenover dat Corbyn meer stemmen behaalde dan Blair in 2005 bij zijn toenmalige ‘spectaculaire derde overwinning op rij’ en dat jongeren massaal op Labour stemden (zie verder).

Een wel zéér bizar verkiezingssysteem

Labour haalde 32,2 procent, tegen 40,0 procent in 2017, een verlies van 59 zetels. Met 262 zetels heeft de partij desalniettemin 40 procent van alle volksvertegenwoordigers in het parlement.

Het Britse systeem van één zetel in elk van de 650 kiesdistricten bevoordeelt de grote partijen en garandeert de grootste van die twee een sterke parlementaire meerderheid, zelfs met minder dan de helft van de stemmen. Deze regel wordt zéér zelden doorbroken, wat in 2008 tot een zeldzame coalitieregering leidde van Conservatieven en LibDems onder James Cameron en tot een minderheidsregering2 (met gedoogsteun van de Noord-Ierse DUP) onder Theresa May3. Bovendien werkt dit voordeel voor de eerste partij bijna altijd voor de rechtse Conservatieven.

De Scottish National Party (SNP) is landelijk een kleine partij, maar geniet eveneens voordeel van dit systeem, omdat haar kiezers volledig geconcentreerd leven in de 59 kiesdistricten van Schotland. De SNP bestaat niet in de overige 591 kiesdistricten van Groot-Brittannië, maar is in Schotland de allergrootste. Met 3,9 procent van het totale Britse stemmenaantal haalt de SNP 48 zetels, wat neerkomt op 7 procent van het totale zetelaantal in het Lagerhuis.

Jo Swinson, voorzitter LibDems. Foto: WikiMedia Commons

Grootste slachtoffer van het systeem is ditmaal de centrumpartij van de Liberal Democrats (LibDems). Zij gingen er 4,2 procent op vooruit (geen enkele andere partij won procentueel meer, de Conservatieve Partij won 1,2 procent) maar verloren desondanks 1 van hun 12 zetels. Met 11,6 procent van alle stemmen moeten ze met 11 verkozenen of 1,6 procent van alle zitjes in het Lagerhuis verder. Die ene verloren zetel was bovendien die van partijleider Jo Swinson, wat het einde van haar politieke carrière betekent en haar partij in een existentiële crisis stort.

Verder zijn er nog 8 parlementsleden verkozen van de Noord-Ierse DUP4, een verlies van 2. Twee jaar gedoogsteun aan de Conservatieve minderheidsregering van May heeft hen zwaar beschadigd. Omdat de SDLP, een meer gematigde Iers-nationalistische partij dan Sinn Féin, 2 zetels haalt, hebben de Ierse nationalisten van Noord-Ierland samen nu 9 zetels, voor het eerst meer dan de protestantse DUP. Plaid Cymru5, een regionale partij in Wales, behoudt zijn 4 zetels en de Greens hun éne zetel van Caroline Lucas. Tot daar het politieke landschap voor de volgende vijf jaar in Groot-Brittannië.

Een kiesstelsel met een ideologie

Kortom, het Britse kiessysteem is meer dan een bizarre manier om stemmen in parlementszetels om te zetten. Achter dit systeem schuilt een verborgen ideologie met een grote impact op het concrete stemgedrag van de kiezers.

Het werd ooit uitgedacht door de toenmalige partij van de Britse landadel en grootgrondbezitters en in 1910 gecementeerd met twee doelstellingen: de overmacht van de landelijke dunbevolkte districten vrijwaren tegenover het groeiend aantal kiezers in de geconcentreerde stedelijke gebieden (een gevolg van het zich uitbreidende stemrecht naar alle (mannelijke!) burgers) en het belemmeren van de opkomst van nieuwe partijen die over het hele land actief zijn.

Labour heeft dat systeem kunnen doorbreken door vanaf WOI sterk te winnen in de industriële stedelijke districten. Het is dan ook zeer pijnlijk dat net die historische basis in de noordelijke oud-industriële as van Engeland6 bij de verkiezingen van 2019 is verloren gegaan. Hier werd de uitslag inderdaad “de grootste nederlaag van Labour sinds 1935”, in aantal zetels (maar niet in aantal kiezers, zie verder).

Dit kiessysteem met slechts één kiesronde brengt kiezers er toe ‘nuttig’ en ‘strategisch’ te stemmen of helemaal niet te gaan stemmen. Linkse kiezers die in een traditioneel Conservatief bastion met een ruime rechtse meerderheid wonen, zien het nut van stemmen niet. Alleen een kleine minderheid neemt dan nog symbolisch deel aan de verkiezing voor een kandidaat die uit principe meedoet, maar de dag na de verkiezingen terug naar zijn werk gaat.

Het perverse effect is dat daarmee stabiele rechtse meerderheden nog steviger wordt. Hetzelfde doet zich weliswaar ook voor in omgekeerde richting in traditioneel links stemmende kiesdistricten (waarvan er echter altijd veel minder zijn dan Conservatieve).

Daarom gaat de politieke strijd in Groot-Brittannië altijd over de ‘marginals’, de kiesdistricten waar de percentages van de partijen dicht bij elkaar liggen en een gering stemmenverschuiving kan leiden tot een ‘overwinning’ (zelfs met minder dan de helft van de stemmen, wanneer meer dan één andere partij ook redelijk hoog scoort, maar minder dan de eerste). Net in die marginals heeft Labour zwaar verloren. Zo geraak je met kleine dalingen toch veel zetels kwijt.

Brexit, Remainers, Leavers en de media, een dodelijke cocktail voor links

Jeremy Corbyn zag zich onder druk van zijn bitterste vijanden in eigen rangen, de Blairite Remainers, gedwongen een soft standpunt aan te nemen over Brexit dat Remainers en Leavers moest verzoenen tegen de Conservatieve antisociale besparingsplannen, een onmogelijke spreidstand. Zelf stemde hij reeds tegen toetreding tot de EU (toen nog de EEG – Europese Economische Gemeenschap) in het referendum van 1973.

Het weerhield de Blairites er niet van om verder op hem in te hakken en zijn autoriteit als partijvoorzitter openlijk te ondermijnen, zoals ze sinds zijn eerste verkiezing tot partijvoorzitter in 2015 hadden gedaan.

In feite waren deze verkiezingen dus ook een referendum over Jeremy Corbyn. De bashing waarmee hij persoonlijk als politicus en als mens werd aangevallen in de Britse media, sinds hij in 2015 totaal onverwacht partijvoorzitter werd, is zonder historisch precedent in de Britse geschiedenis. Dit in een land dat altijd al een traditie had van vooringenomen en openlijk vijandige pers tegen alles wat afwijkt van de Conservatieve lijn.

Reeds voor de fatale datum van 12 december 2019 verschenen meerdere academische onderzoeken die aantoonden dat Corbyn geen faire kans kreeg om zijn standpunten te verdedigen. Zoals te verwachten was kregen deze mediakritische rapporten geen enkele aandacht in de media. Ze werden niet tegengesproken of ontkracht, gewoon verzwegen.

“Niet buigzaam genoeg”

Bijzonder in de anti-Corbyncampagne was de voortrekkersrol van openbare omroep BBC en de zichzelf links noemende krant The Guardian8. In Groot-Brittannië is men op vlak van moddergooien nochtans een en ander gewoon. Tabloids9 als The Sun verspreidden de goorste leugens over Corbyn, zoals de roddel dat hij de middenklasse uit hun huizen zou zetten en dat hij concentratiekampen wilde invoeren voor de rijken (zie onder meer Studie bewijst: Guardian, BBC vooringenomen tegen Corbyn, BBC-Journalist: “Stop vooringenomen berichtgeving over Corbyn”).

De venijnigste aanvallen kwamen echter van The Guardian en de BBC, die door selectieve framing een perceptie creëerden van een stuntelende nitwit die maar best snel afgevoerd wordt. Met hun onthechte, objectieve kwaliteitsimago beschadigden zij Corbyn veel meer dan de tabloids.

Het begon reeds enkele dagen na zijn verkiezing tot partijvoorzitter tijdens een officiële ceremonie voor WOII-veteranen. Hele pagina’s en beeldmateriaal werden herhaald, waarin werd beweerd dat Corbyn respectloos zou zijn tegenover oorlogsveteranen, omdat hij minder diep boog dan andere politici.

Op alternatieve sites werden tientallen voorbeelden getoond van even diep buigende politici van alle strekkingen. De ‘hoek van buigingen’ was voor Corbyn in 2015 nooit eerder een thema geweest in de Britse berichtgeving, zelfs niet in de tabloids.

Media ‘ontdekken’ een rijk parlementair verleden

Vervolgens gingen hele teams van journalisten door het lijvige parlementaire archief10 van Corbyns uitspraken, redevoeringen, interviews, stemgedrag, standpunten, deelname aan debatten. Corbyn is parlementslid sinds 1983. Wat ze vonden was een zeer consistent en rechtlijnig geheel. Isolering van kleine feiten zonder context werd de methodiek om verkeerde indrukken te creëren.

Hij had gesprekken met het IRA toen dat een “terroristische organisatie was die Britse soldaten vermoordde”. Verzwegen werd dat eerste minister Thatcher in dezelfde periode eveneens met het IRA onderhandelde.

Poster: Fair Use

Hij zou leden van Hamas, de Palestijnse partij die de macht heeft in Gaza, ‘vrienden’ hebben genoemd. Wat hij echt had gezegd was dat je om vrede te bekomen nu eenmaal moet praten met je tegenstanders en dat je die op een vriendelijke manier moet aanpakken als je resultaten wil.

Wat ze daarentegen nooit aanhaalden was zijn campagne om de Guilford Four (onderwerp van de film In The Name of the Father – 1993) en de Birmingham Six vrij te krijgen.

In de jaren 1980 op het ogenblik van de feiten werd hij voor zijn activisme wél zwaar bekritiseerd. Sindsdien zijn de betrokken Noord-Ierse gevangenen echter volledig vrijgesproken van alle schuld in de terreuraanslagen waar ze van werden beschuldigd. Corbyn had dus altijd gelijk gehad. Niet meer het vermelden waard.

Antizionisme is antisemitisme?

Het meest venijnig was de campagne om hem van antisemitisme te beschuldigen. Voor meer details zie vorige artikels op deze website. Samengevat, elk detail of voorval werd onder het vergrootglas gelegd en buiten zijn reële proporties opgeblazen, terwijl het groter aantal antisemitische incidenten in de Conservatieve Partij werd genegeerd of weggelachen. Om slechts één voorbeeld te geven: Boris Johnson schreef ooit een roman over de invloed van Joden in de media. Nooit iets over gehoord.

Brits-Joodse organisaties en personen die hel aanvielen kregen frontpagina’s, tv- en radio-interviews terwijl Brits-Joodse stemmen die Corbyn verdedigden werden genegeerd, verkeerd geciteerd of botweg geweigerd door de media (zie onder meer Brief Joods-Britse vrouwen die ‘antisemitisme’ Corbyn weerlegt geweigerd door Guardian). Hier mag zeker worden vermeld dat Corbyn niet altijd adequaat reageerde op de beschuldigingen.

Zijn meest bitsige vijand in eigen rangen was Margaret Hodge, die hem een ‘fucking antisemite‘ noemde. Steeds weer kwam ze in de media met haar ‘meer dan 200 onbehandelde klachten over antisemitisme’, terwijl geen enkele journalist repliceerde dat slechts 20 van die klachten over Labour-leden bleek te gaan, dat die wel degelijk waren onderzocht en dat er tegen was opgetreden door de tuchtraad van de partij.

In 1987 was Corbyn nog tussenbeide gekomen om een Joods-Orthodox kerkhof te redden van verkaveling. De toenmalige voorzitter van de districtsraad van Islington wilde dat terrein aan een immobiliënkantoor verpatsen. Haar naam: Margaret Hodge. Niet het vermelden waard.

Schotland?

In de analyse van de ‘nederlaag’ wordt Schotland verzwegen. In 2017 behaalde Corbyn meer stemmen dan Tony Blair in zijn tweede en derde ‘overwinning’. In 2019 behaalde hij nog steeds een miljoen stemmen meer dan Blair bij zijn derde ‘overwinning’ in 2005. Hoe valt dan Corbyns ‘nederlaag’ te verklaren? Schotland!

Tony Blair haalde bij twee van de drie opeenvolgende verkiezingen die hij won in totaal minder stemmen dan Corbyn in 2017 en 2019, maar dat verdoezelt een ander fenomeen. Corbyn ging in 2017 weliswaar goed vooruit in Engeland en Wales maar verloor zwaar in Schotland tegen de SNP, die eveneens een links anti-besparingsdiscours voerde.

Tony Blair behaalde – op zijn eerste overwinning na – zijn meerderheid aan zetels telkens dankzij de 40-45 zekere Labourzetels in Schotland. Labour hield daar onder Corbyn in 2017 nog 7 van over, in 2019 nog welgeteld één (met 18,6 procent van de in Schotland uitgebrachte stemmen). Als Labour in 2019 in Schotland even hoog had gescoord als in de rest van het land (wat nationaal een stijging met amper 1-2 procent zou betekend hebben) dan had Labour nu 25-30 zetels meer gehad in het Lagerhuis.

“Die fout maken we niet opnieuw”

Alle fenomenen die als oorzaak voor de nederlaag van Corbyn worden gezien (gebrek aan leiderschap en charisma, antisemitisme, links populisme …) hebben één gemeenschappelijk kenmerk. Ze werden verspreid via de Britse media.

In Groot-Brittannië gelden (in theorie) strenge regels voor de pers tijdens verkiezingsperiodes. Zij moeten acht weken lang evenwichtig de standpunten van alle deelnemende partijen weergeven. Zo kon Corbyn na twee jaar onophoudelijke bashing door de media in 2017 in de laatste weken een achterstand van 17 procent in de peilingen goedmaken.

Foto: Screenshot www.pressgazette.co.uk

Dat resultaat was net niet genoeg om zelf een meerderheid te behalen, maar vernietigde wel de voorspelde grote overwinning van de Conservatieven, die zich daarna onder Theresa May nog twee jaar verder sleepten in een destructieve Brexit-spiraal, die tenslotte in 2019 werd doorbroken door Boris Johnson.

Waarom deed zich in 2019 niet hetzelfde fenomeen voor? De achterstand in de peilingen van Labour voor de campagne in 2019 begon, was zelfs kleiner dan in 2017, ongeveer 11 procent. Ze is tijdens de verkiezingscampagne echter niet meer gewijzigd.

De uitleg is eenvoudig. De Britse media hebben hun lessen geleerd uit wat zich twee jaar eerder voordeed: die fout zouden ze geen twee keer maken (zie Britse media blijven Corbyn en Labour negatief voorstellen tijdens verkiezingscampagne).

In plaats van zich te houden aan de wettelijke regels, werd de eenzijdige bashing van Corbyn tijdens de verkiezingscampagne nog verhevigd. Er lopen nu tientallen klachten tegen de media, waaronder een aantal tegen Laura Kuenssberg, hoofdredacteur politieke verslaggeving van de BBC, voor flagrante overtredingen van de onpartijdigheidregels.

Eerste minister Boris Johnson zal er wel voor zorgen dat die klachten de komende vijf jaar nauwelijks opvolging krijgen in het Britse gerecht, dat nooit gekenmerkt werd door onpartijdigheid over ideologische strijdzaken.

Desondanks …

Zelfs onder de bijzonder negatieve omstandigheden waarin Corbyn moest vechten, kreeg hij meer dan 10 miljoen Britten achter zich om voor zijn sociaal-democratisch project te kiezen, meer dan partijvoorzitter Ed Miliband in 2015, meer dan partijvoorzitter Gordon Brown in 2008 en vooral, bijna een miljoen kiezers meer dan partijvoorzitter Tony Blair in 2005.

Met 32 procent van de stemmen behaalt Corbyn een percentage waar progressieve partijen in Europa van dromen, meer dan de Sp.a, Groen en de PVDA samen.

Bovendien is onder zijn bezieling Labour zowel in percentage van de totale bevolking als in absolute aantallen de grootste sociaal-democratische partij ter wereld geworden. Meer dan 300.000 Britten werden lid onder zijn leiding, wat het totaal op bijna 500.000 bracht.

For the Many, Not the Few

Eerder dan Corbyn in de vuilbak van de geschiedenis te dumpen doen Sp.a, Groen en de PVDA er goed aan het Labourmanifest ‘For The Many, Not the Few’ te lezen (en te vertalen voor eigen publiek). Zijn programma staat voor een einde aan veertig jaar neoliberaal antisociaal beleid. Investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, sociale woningen, openbaar vervoer, klimaatmaatregelen, groene economie werden vervolgens in het manifesto van 2019  ‘It’s Time for Real Change’ gedetailleerd becijferd.

Hier kunnen de linkse partijen lezen wat hen bindt. Het kan zelfs makkelijker dan in Groot-Brittannië. Hier zijn we niet met handen en voeten gebonden aan een pervers Brits kiessysteem. Hier woedde geen Brexit-conflict. De sociale versplintering en de vernietiging van de sociale welvaartsstaat voor de gewone burger is hier nog niet zo ver doorgetrokken als in Groot-Brittannië.

Jonge kiezers versus extreemrechts populisme

Bovendien, uit de eerste onderzoeken na de verkiezingen blijkt dat de jongere Britse kiezers massaal achter Corbyn stonden. Als alleen Britten boven 65 stemmen, wordt Labour bijna volledig van de kaart geveegd worden, nog amper enkele zetels onder het tiental blijven over. Maar, als op 12 december alleen Britten onder de 25 hadden gestemd, zouden de Conservatieven geen enkele zetel behalen, geen enkele! Zij stemden voor een programma dat door alle media werd veroordeeld als “te radicaal voor de gewone Brit”.

Percentage stemgedrag per leeftijdsgroep. Tabel: YouGov

Men gaat er graag van uit dat jongeren rechtser gaan stemmen, eenmaal de vaste baan, de hypotheek en de kleine kinderen er aan komen. Twaalf jaar bikkelharde antisociaal beleid onder Cameron en May heeft dat perspectief voor veel Britse jongeren echter versplinterd.

Map van de verkiezingen, als alleen 65-plussers kiezen (links) en alleen kiezers onder 25 (rechts). Tabel: David Graeber with data from YouGov

De Conservatieven hebben onder Boris Johnson definitief de weg gekozen van extreemrechts populisme. Johnson is al teruggekomen op zijn beloften voor hogere minimumlonen (“dat kan alleen als de economie terug optrekt”), meer investeringen in hospitalen en in openbaar vervoer. De komende vijf jaar worden zonder de minste twijfel nog erger.

Het Britse politieke centrum is ondertussen (net als in de rest van Europa) moreel en intellectueel dood (zie de zielig zelfdestructieve manier waarop de CD&V de N-VA naholt). Geen enkele van de dissidente Labourparlementsleden die er uitstapten, eerst een nieuwe partij oprichtten en nadat die even snel weer in elkaar klapte de LibDems vervoegden, werd verkozen. Met hun wekenlange welkom in alle kranten, op alle praatshows en debatten hebben zij het imago van Labour wel grote schade toegebracht.

Het tijdperk van Corbyn is verre van afgesloten, hoe graag de media-pundits en hun gelijkgestemde politici dat ook zouden willen. Want ook dit is een van de absurde gevolgen van het Britse kiessysteem: van de 60 zetels die Labour verloor zijn er 54 van voormalige parlementsleden die tegen Corbyn waren, slechts drie van zijn medestanders verloren hun zetel. Met andere woorden, de parlementsleden die achter Corbyn stonden werden bijna allemaal herverkozen. Zijn aandeel van medestanders onder de 262 nieuwe verkozenen is dus groter dan voorheen …

Links kreeg zonet een opdoffer van formaat in Groot-Brittannië. Dat komt hard aan, maar in slechtere tijden zoals in de jaren 1930 gaven anderen de strijd niet op. Dat mag ook nu niet gebeuren. Als Sp.a, Groen en de PVDA goed lezen wat Corbyn presteerde kunnen zij voldoende gemeenschappelijke strijdpunten vinden om in 2024 de huidige doomsday-berichten van 2019-2020 tegen te spreken. Niet eenvoudig, maar het kan wel degelijk. Het alternatief is een extreem-rechtse meerderheid in 2024, geen klimaatactie, geen sociaal beleid …

 

Bronnen:

The Center Blows Itself Up: Care and Spite in the ‘Brexit Election’

 

Notes:

1   In feite is die ‘meerderheid’ nog groter. Een minderheid van 322 zetels op 650 volstaat, omdat de Noord-Ierse Sinn Féin weigert zijn 7 zetels in Londen in te nemen. Boris Johnson heeft de facto een meerderheid van 43 zetels.

2   Voor deze minderheidsregering was er in de 20ste eeuw slechts één Britse minderheidsregering, tijdens WOII.

3   Daarvoor waren er alleen coalitieregeringen voor en vlak na WOI, voor en tijdens WOII.

4   De partij die Noord-Ierland bij Groot-Brittannië wil houden.

5   Plaid Cymru (zeg ‘plied- kumrie’) is Welsh voor ‘de partij van Wales’.

6   Het echte Engeland, dat dikwijls verkeerd wordt gebruikt om heel Groot-Brittannië aan te duiden.

7   67,23 procent van de Britten stemden voor toetreding.

8   De naam van de krant ‘de bewaker’ (van de democratie?) krijgt in deze context wel een heel bittere bijklank.

9   Kranten in een klein formaat, zoals een week- of maandblad.

10   Corbyn is een van de langst zetelende leden van het Lagerhuis sinds 1983, voor het Londense kiesdistrict Islington North.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.