Vijf jaar mediahetze tegen Jeremy Corbyn bereikte gewenst resultaat: Labour is geen oppositiepartij meer

Screenshot Channel 4 / twitter @BeckettUnite

FacebooktwitterFacebooktwitter

Een vijf jaar lange mediahetze met steun van de volledige economische, sociale en politieke elite van Groot-Brittannië tegen Jeremy Corbyn, heeft zijn doel bereikt. Labour is niet langer een oppositiepartij. Deze hetze was zonder historisch precedent sinds de Tweede Wereldoorlog. Niet de tabloids maar de ‘linkse’ Guardian en de ‘objectieve’ openbare zender BBC waren de leiders van deze campagne.

Jeremy Corbyn was reeds 32 jaar zonder onderbreking parlementslid voor een kiesdistrict in een arbeidersbuurt van Londen, toen hij in 2015 voor het eerst kandidaat-voorzitter van Labour werd.

Hij werd in 1983 voor het eerst verkozen toen Conservatief eerste minister Margaret Thatcher met haar slogans ’there’s no such thing as society’ en ’there’s no alternative’ het meedogenloze neoliberale afbraakbeleid oplegde dat tot vandaag doorwerkt. Corbyn was al die jaren een ‘backbencher’, in zijn geval letterlijk, want hij kreeg van zijn partijvoorzitters steevast een plaats op de achterste rij in de plenaire zaal van het parlement.

Tweede nederlaag op rij

In 2015 zat de partij in zak en as na de tweede grote nederlaag op rij onder voorzitters Gordon Brown en Ed Milliband. Op zoek naar een nieuwe adem had voorzitter Ed Milliband kort voor de parlementsverkiezingen van 7 mei 2015 de procedures voor de verkiezing van de partijvoorzitter veranderd.

Officieel deed hij dat om de gewone partijleden meer zeggenschap te geven, in werkelijkheid om de “proportioneel te grote invloed” van de vakbonden aan banden te leggen. Zoals zou blijken, draaide dat echter faliekant de “verkeerde” richting uit.

Kort na de verkiezingsnederlaag van 7 mei 2015 nam voorzitter Milliband ontslag. De tot dan 25 jaar oppermachtige rechtervleugel van de partij wist zich even geen raad. Drie parlementsleden van de Derde Weg van Tony Blair dienden hun kandidatuur in: Andy Burnham, Yvette Cooper en Liz Kendall.

Om toch enigszins een schijn van diversiteit in het debat te brengen beslisten 36 (van de 232) Labour-parlementsleden – je hebt er 35 minimum nodig om als kandidaat aanvaard te worden – de kandidatuur van complete outsider Jeremy Corbyn te steunen. Corbyn kreeg zijn laatste handtekening pas één uur voor de deadline van de indiening der lijsten. In de eerste perscommentaren over de kandidaten stond zijn naam niet eens vermeld.

Zijn kandidatuur werd niet echt ernstig genomen. Heel zijn parlementaire loopbaan was Corbyn een weerbarstig fractielid gebleken die tegen ontelbare wetsvoorstellen van zijn eigen partij onder eerste minister Tony Blair en Gordon Brown stemde, waaronder zowat alle voorstellen om de sociale wetgeving te verstrakken.

Corbyn stemde ook tegen de oorlog in Irak, tegen het defensiebudget en tegen de bouw van nieuwe Trident duikboten met kernwapens aan boord.

Rebelse socialist, principiële anti-racist

Corbyn was met andere woorden altijd zeer controversieel binnen zijn eigen parlementaire fractie. Hij sprak op betogingen tegen de apartheid in Zuid-Afrika, was een uitgesproken antiracist, verdediger van de gelijke rechten van de vrouw en heftig criticus van bet Britse beleid tegenover Israël en Palestina.

Ook na zijn nederlaag blijft Jeremy Corbyn trouw aan zijn idealen. Nog een reden waarom hij weg moest:

Nooit in zijn lange carrière was er echter enige hint van antisemitisme, integendeel. Van 1983 tot 2015 werden ‘Corbyn’ en ‘anti-semitisme’ 18 maal vermeld in een Brits krantenartikel, op een totaal van 3.659 artikels over Corbyn over 32 jaar. In die 18 artikels werden zijn politieke acties tégen anti-semitisme opgesomd.

In geen enkel van deze artikels werd een vermoeden geuit dat hij antisemitisch zou zijn. Over het algemeen werd hij in deze artikels omschreven als ‘a decent bloke‘, een sympathieke, oprechte en voor de rest onbelangrijke backbencher die wat ouderwetse ideeën had over socialisme.

Media ontdekken pas nu de “ware aard” van Corbyn?

Een en ander veranderde drastisch toen hij in 2015 tegen alle verwachtingen in bleef stijgen in de peilingen en een reële kans begon te maken om effectief tot partijvoorzitter verkozen te worden. Plots bleek er van alles mis met hem. Zo was het plots een probleem dat hij ooit gesprekken had gevoerd met het IRA in de periode dat die organisatie zijn ergste aanslagen pleegde. Eerste minister Thatcher had dat nochtans ook gedaan – hoewel ze dat toen ontkende.

Wie wil weten waarom het politiek-economische establishment Jeremy Corbyn niet wilde als partijvoorzitter van Labour en mogelijk eerste minister, vindt hier zijn antwoord:

Het meest achterbakse element van de hetze die toen tegen tegen Jeremy Corbyn begon was echter de beschuldiging van toegenomen antisemitisme in Labour sinds hij partijvoorzitter werd in 2015. Deze website heeft meerdere artikels aan deze hetze gewijd.

Waar bij dit alles het schoentje echt wrong? Corbyn was en is van mening dat Palestijnen dezelfde mensenrechten hebben als iedereen. Met hem als partijvoorzitter en mogelijk eerste minister na verkiezingen dreigde voor een het eerst een Britse regering aan de macht te komen, die niet de lijn van Israël sinds 1949 volgde.

Groot-Brittannië is niet zomaar een land als een ander voor Israël. Het is de toenmalige minister Balfour die als eerste de rechten van de Joden op een eigen natie (hij zei niet ‘land’) in het mandaatgebied Palestina onder hun controle erkende.

Labour wordt institutioneel antisemitisch

Eenmaal verkozen als partijvoorzitter met 51 procent in de eerste ronde was het aantal dagelijkse artikels over anti-semitisme en Corbyn plots niet meer te tellen (Antisemitisme in Labour, realiteit of hetze? Academici onderzochten het).

De partij zou onder zijn leiding zowaar ‘institutioneel antisemitisch’ geworden zijn. Elk (echt of vermeend) antisemitisch incident, gedrag of uitspraak van een Labourlid werd uitgebreid frontpaginanieuws.

Een aantal van die gevallen bleken effectief antisemitisch van aard te zijn. Corbyn beloofde een strenge aanpak. Ondertussen zwegen commentatoren als vermoord over een niet onbelangrijk nevenaspect. Het aantal klachten voor antisemitisme tegen Labourleden was veel lager dan klachten tegen leden van de regerende Conservatieve Partij.

Bovendien wees elk ernstig onderzoek uit dat het percentage antisemieten in Labourmiddens lager lag dan het gemiddelde in de algemene maatschappij.

Het mocht niet baten. De hetze werd zo hard opgedreven dat nauwelijks na tien maanden voorzitterschap een roep om zijn vroegtijdig ontslag werd geëist door een grote meerderheid van de leden van zijn eigen parlementaire fractie. Die herhaalde vervolgens niet de fout van de vorige voorzitterverkiezingen en zette slechts één kandidaat in, Owen Smith.

Derde Weg van Tony Blair

Owen Smith bleek met zijn soft-neoliberaal project van een Derde Weg à la Blair en Gordon geen maat voor Corbyn, die resoluut zijn programma voor investeringen in onderwijs, gezondheidszorg, openbare diensten en openbaar vervoer verdedigde. Corbyn vergrootte zijn resultaat tot 61 procent, 10 procent meer dan een jaar eerder.

In plaats van zich achter hun voorzitter met zijn sterk mandaat te scharen, gingen zijn vijanden in eigen rangen nog harder door. Margaret Hodge, een van zijn meest fanatieke tegenstanders in eigen rangen en zelf een radicale zioniste, ging het verst. Zij noemde hem in een plenaire zitting luidkeels ‘a fucking antisemite’.

Margaret Hodge was voor haar parlementaire carrière voorzitter van de Islington Council in Londen (vergelijkbaar met de districtsraden in Antwerpen), waar zij bevoegd was voor een aantal instellingen voor geplaatste kinderen van 1982 tot 2002. Met een onderzoeksrapport over seksueel misbruik door personeel deed ze jarenlang niets.

Tevens wilde ze een Joods kerkhof laten afbreken voor projectontwikkelaars. Een ander lid van die raad was haar grootste criticus, zijn naam was Jeremy Corbyn. Op geen enkele manier werd Hodge tijdens haar aanvallen tegen Corbyn met die bekende feiten geconfronteerd, geen enkele maal. Het is maar een voorbeeld uit velen van de selectiviteit waarmee de media Corbyn behandelden.

Op alle frontpagina’s en praatprogramma’s kreeg zij maandenlang alle aandacht voor haar aanklacht tegen Corbyn, die volgens haar meer dan 200 klachten over antisemitisch gedrag tegen haar persoon weigerde te onderzoeken.

Bijna onmiddellijk geweten maar compleet genegeerd: van die klachten waren er onmiddellijk 180 verworpen, slechts 20 bleken over leden van Labour te gaan. Bovendien werden daarvan 8 klachten verworpen wegens bewijzen van het tegendeel. De mediahetze nam echter niet af. Hodge werd in de media nooit met deze feiten geconfronteerd.

For the Many, Not the Few

Ondertussen was Corbyn er met zijn programma For the Many, Not the Few in geslaagd van Labour de grootste sociaal-democratische partij van Europa te maken. Zijn oproep voor een einde aan veertig jaar neoliberaal inleveringsbeleid sloeg aan bij de gewone Britten.

Van 198.000 leden voor de parlementsverkiezingen van 2015 steeg het ledenaantal drie jaar later naar 552.000, meer dan Tony Blair op zijn hoogste piekmoment behaald had.

Screenshot The Independent

De peilingen van de grote media vertelden echter een totaal ander verhaal. Daar scoorde Corbyn zo slecht dat Conservatief eerste minister Theresa May besliste een vervroegde verkiezing af te kondigen in de hoop een sterkere parlementaire meerderheid achter haar Brexit-agenda te krijgen.

Diezelfde peilingen hadden echter ook een nederlaag voorspeld voor de pro-Brexit-kiezers bij het referendum van 23 juni 2016. Het omgekeerde gebeurde, want 51,89 procent van de Britten koos voor het verlaten van de EU.

Eerste minister Cameron werd vervangen door Theresa May, die er zelfs met haar nipte parlementaire meerderheid (vijf stemmen) niet in slaagde haar Brexitplannen uit te voeren. Heel wat van haar eigen partijleden stemden immers tegen haar voorstellen. Alle peilingen voorspelden haar desalniettemin tijdens vervroegde verkiezingen toch een ruime zege met 11 procent verschil tegen de “zwakke oppositie” van Jeremy Corbyn.

De fatale vergissing van 2017

Heel zelfzeker maakte het volledige politieke, economische en media-establishment toen een fatale vergissing. De kieswetgeving verplicht de media alle deelnemende partijen en politici fair en evenwichtig aan bod te laten komen tijdens verkiezingscampagnes.

Zes weken lang kon de Britse bevolking in zijn media kennis verwerven over het politieke programma van Corbyn. Die “fout” zouden ze niet herhalen twee jaar later…

Theresa May behaalde inderdaad zoals voorspeld meer dan 2 miljoen stemmen meer, ging van 36,9 naar 42,4 procent maar verloor toch 13 zetels en haar parlementaire meerderheid. Labour onder Corbyn ging in 2017 tegen alle peilingen in van 30 naar 40 procent en won 30 zetels.

Het Britse verkiezingssysteem is zeer bizar. Het is in dit systeem niet alleen het eigen stemmenaantal dat telt, ook de stemmen die andere partijen behalen en vooral, hoeveel andere partijen de kiesdrempel overschrijden maken een zeer groot verschil.

Wanneer die overige stemmen verdeeld zijn over veel kleine partijen die allemaal uit de boot vallen in het één-verkozene-per-kiesdistrict-systeem hebben de grote partijen daar veel voordeel bij.

Bij de verkiezingen van 2019 overtraden de Britse media alle regels van fair play (Britse media blijven Corbyn en Labour negatief voorstellen tijdens verkiezingscampagne). Van de Britse tabloids verwacht je niet beter.

Het waren echter openbare zender BBC en ‘linkse’ kwaliteitskrant Guardian die het voortouw namen (Studie bewijst: Guardian, BBC vooringenomen tegen Corbyn). De hetze ging ditmaal tijdens de verkiezingen onverminderd door, met het gekende gevolg. Boris Johnson behaalde weliswaar slechts 300.000 stemmen meer dan May in 2017, maar Labour onder Corbyn verloor 2,6 miljoen stemmen en in één klap 60 zetels.

Media beïnvloeden de publieke opinie wél

De vijf jaar onafgebroken mediahetze tegen Corbyn was zeker niet de enige verklaring voor dit resultaat, maar was wel de centrale katalysator. Corbyn maakte in feite drie cruciale fouten: hij reageerde alleen defensief op de beschuldigingen van antisemitisme.

Daarnaast maakte hij de cruciale fout niet alleen het sociaal-economische beleid van de voorbije veertig jaar frontaal aan te vallen, maar ook de rol van de media in die evolutie. Wijzen op de eigendomsstructuren van de Britse media is nu eenmaal not done (Nieuwe studie bevestigt: aanval op Labour door media neemt toe terwijl positieve berichtgeving over Conservatieven doorgaat).

Nogmaals, wie wil weten waarom de Britse media Jeremy Corbyn weg wilden heeft hier zijn antwoord:

Verder was zijn standpunt over Brexit te vaag, wat zeker een aantal traditionele Labourkiezers afstootte. Dit dubbelzinnige standpunt werd hem echter opgedrongen door zijn eigen parlementaire fractie die zelf intern verdeeld was tussen zij die de breuk met de EU wilden doorzetten en zij die een tweede referendum wilden om die breuk alsnog ongedaan te maken. De grootste voorstander van een referendum was overigens Keir Starmer.

Die werd na de nederlaag bij de parlementaire verkiezingen van 2019 de opvolger van Corbyn als partijvoorzitter. Waarom schaarden partijleden amper vier jaar en vijf jaar nadat ze Corbyn met ruime meerderheid verkozen als voorzitter zich nu achter een uitgesproken tegenstander?

Starmer staat voor een centrumbeleid dat de scherpe kanten van het sociaal inleveringsbeleid wil afvijlen zonder de basispremissen van het neoliberalisme in vraag te stellen, kort gezegd, hij staat voor een terugkeer naar het beleid van Tony Blair.

Daar zijn een aantal redenen voor. De voorbije vijf jaar hebben de Britten, met uitzondering van enkele weken in 2017, niets anders dan slecht nieuws gehoord over de voorzitter van Labour. Bovendien was de achterban van zijn partij hopeloos verdeeld over Brexit.

Hoe smerig de impact van de media was bleek onder meer uit een interview met een Britse vrouw, die zei dat ze voor de Conservatieven van Boris Johnson ging stemmen “want Corbyn wil mijn voedselbank afschaffen, waar ik elke week naar toe moet”. Corbyn had inderdaad vijf jaar lang aangeklaagd dat voedselbanken in een van de rijkste landen ter wereld een schande zijn…

Intern rapport komt niet in de media

Kort na de verkiezing van Keir Starmer tot nieuwe partijvoorzitter werd een intern rapport gelekt (Partijfunctionarissen Labour ondermijnden campagne Jeremy Corbyn bij verkiezingen 2017).

Daarin staat met naam en toenaam hoe de vijanden van Corbyn binnen Labour die hem in het openbaar van antisemitisme beschuldigden intern alles in het werk stelden om interne disciplinaire onderzoeken over antisemitisme te saboteren en te verhinderen, om hem dan te verwijten dat hij daar achter zat (terwijl de partijvoorzitter in werkelijkheid geen inspraak heeft in die procedures).

Wat de Britse media met dit rapport deden? Niets. Partijvoorzitter Starmer kreeg er nog geen enkele vraag over van de pers. Geen enkele. De inkt van zijn verkiezing tot voorzitter was nog niet droog of meerdere mediacommentatoren verheugden zich er over dat er “eindelijk terug een oppositie is” in het parlement. De kritiek op de Conservatieven is daarmee terug herleid tot zijn veilige perimeter binnen het neoliberale status quo.

Sanders heeft het niet gehaald in de VS. Corbyn is na vijf jaar ten onder gegaan. Syriza werd een totale ramp. Podemos in Spanje neemt deel aan een minderheidsregering waarover het oordeel nog moet geveld worden. Alle wereldwijde protesten ten spijt heeft het er dus de schijn van dat de neoliberale krachten sterker dan ooit in het zadel zitten.

Gelukkig zijn de zaken genuanceerder dan dat. In de VS hebben meerdere progressieve kandidaten de zetelende volksvertegenwoordiger van de Democratische Partij verslagen tijden voorverkiezingen.

Labour verloor 60 zetels, maar dat waren op twee politici na allen tegenstanders van Corbyn. Ironisch genoeg is het aandeel van de linkse minderheid binnen Labour nu dus groter dan onder Corbyn.

De les die de progressieve sociale krachten uit dit alles moeten leren is tweevoudig (Conclusie Sanders / Corbyn: nieuwe partijen en eigen media zijn het enig overblijvend alternatief):

  1. alle krachten moeten worden gebundeld, over de enge partijgrenzen heen (en meestal tegen de partijbonzen in) rond gemeenschappelijke eisen voor een einde aan 40 jaar inleveringen in onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer (Wat Sp.a, Groen en PVDA kunnen leren van Jeremy Corbyn, als ze voorbij de media kijken? Veel, heel veel);
  2. deze sociale strijd mag zich geen enkele illusie maken om haar boodschap ooit eerlijk en fair verkondigd te krijgen in de mainstream media; eigen media ontwikkelen is met andere woorden de boodschap, om twee redenen: eerst en vooral om die boodschap te verkondigen, ten tweede om de commerciële (en vercommercialiseerde openbare) media hun verlies aan kijkcijfers te laten voelen (het enige argument dat ze daar begrijpen).

 

Notes:

 

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.