Branco & Julia. Is de cover het boek?

Een ernstige blik, recht in de camera... Screenshot grandfoulard.com

FacebooktwitterFacebooktwitter

De foto op de omslag van een boek is meestal een illustratie en een eerste aanwijzing van de inhoud. Kan die foto meer zijn, het onderwerp zelf van het boek? Gert-Jan van den Bemd bewijst dat het kan. Zijn ‘Branco & Julia’ is een mooi verhaal over onvervulde dromen en over de zoektocht naar geluk. Hij zet je aan het denken over het leven zonder belerend te zijn en biedt je tegelijkertijd een aantal uren ontspannende zomerliteratuur.

Is de omslag van een boek een goede indicator van kwaliteit? Na meer dan veertig jaren snuisteren in boekenwinkels – ooit in pre-internettijden de normale manier om boeken te ontdekken – hebben mijn partner en ikzelf een feeling ontwikkeld om bepaalde boekcovers instinctief aantrekkelijk te vinden. Het omgekeerde gevoel kennen we ook, boeken waarvan de omslag al voldoende is om ze links te laten liggen.

Zo verging het me in 2008 met de mij onbekende Tsjechische schrijver Karel Čapek. De cover van zijn roman Een doodgewoon leven toonde een verlaten treinstation in de sneeuw. Deze foto gecombineerd met een degelijke uitgever – in dit geval Wereldbibliotheek – en de aankoop was beslist. Dat en de tekst op de achterflap: “Een man, spoorwegbeambte, besluit de balans van zijn leven op te maken”. Sindsdien heb ik al zijn vertalingen gelezen.

Het werkt niet altijd perfect en kan wel eens aardig tegenvallen, maar toch. Niet voor niets piekeren uitgevers urenlang over de keuze van de juiste foto op de omslag. Een recensie kan een duwtje geven voor een aankoop, maar onze keuzes maken we toch altijd pas in de boekenwinkel zelf. Wij zijn nog van die tijd.

Sinds 2011 schrijf ik recensies voor DeWereldMorgen.be. Wat interesses betreft ben ik niet echt anders gaan lezen dan voorheen, maar ik geniet wel van een nieuwe ervaring: gratis boeken krijgen.

Ik vloek waarschijnlijk in de kerk der recensenten met wat ik hier schrijf, maar wanneer ik een boek niet goed vind – om eender welke subjectieve reden – recenseer ik het niet. Een recensie bestaat om mensen te overtuigen tot lezen, zo eenvoudig is dat.

Auteurs die me persoonlijk contacteren met lof over eigen schrijfsels, vind ik wat ongemakkelijk. Ik heb nooit literaire ambities gehad, te weinig verbeeldingskracht en als voormalig arbeider die pas op 40-jarige leeftijd universiteitsstudies deed, ontbreekt het me aan de taalvaardigheid die ik menig auteur benijd.

Dat geldt nog meer voor Nederlandse auteurs, die om historische redenen een veel meer organisch natuurlijke relatie hebben met hun taal dan Vlamingen. Korte artikels over de actualiteit zijn mijn ding. En recensies. Wie de moeite neemt om een heel boek neer te pennen heeft mijn respect, maar de lectuur zelf is de ultieme test.

Deze foto maakt het boek

Een vrij lange intro om tot Branco & Julia te komen, de nieuwe roman van schrijver Gert-Jan van den Bemd. Ik kende hem niet. Hij mailde me met een verzoek zijn boek te recenseren. Niet zijn woorden overtuigden me maar de foto, de boekomslag, de cover.

Op die cover een vage foto die ik onmiddellijk instinctief in de jaren 1950 situeerde. Daarop een jongedame in tweedelig badpak – geen bikini – waarvan ik de stijl herkende uit mijn prille jeugd op vakantie aan zee. Die klik en Manteau/De Standaard als uitgever haalden me over. Dit boek wilde ik wel lezen.

Omslagfoto’s geven een eerste aanwijzing van het onderwerp – toch als ze goed gekozen zijn – maar een cover die zelf hét onderwerp is van een boek? De titel van het boek is wat vaag. Branco & Julia? Ik ken de Portugese fadozangeres Cristina Branco, die ook in de Benelux toert en er is een Braziliaanse kunstenares, schrijfster en zangeres Julia Branco. Branco – Portugees voor ‘blank’ of ‘wit’ – is blijkbaar ook een jongensvoornaam.

Auteur Gert-Jan van den Bemd vond het onderwerp van zijn boek op een internetsite voor verzamelaars, een reeks foto’s van een jonge vrouw van haar jeugd tot 1964, wanneer het foto-archief stopt.

Screenshot grandfoulard.com

Wie was deze jongedame, wat is er van haar dromen uitgekomen? Ik zie in de strandfoto de onzekere verwachting van een hopelijk mooie toekomst. Het contrast met die andere foto in het kleine archief kan niet groter zijn. Heel wat jaren later zit dezelfde dame met een baby op het deksel van een waterput.

De baby kijkt tevreden in de camera, maar zelf kijkt ze afwezig weg, melancholisch, neerslachtig … Even een minder moment of is er meer aan de hand? Zij lijkt niet echt gelukkig. Wat is er misgelopen? Het is een van de laatste foto’s van het archief van ongeveer 400 foto’s die van den Bemd kon verzamelen.

Van den Bemd zocht haar op met als leidraad de enkele cryptische noteringen op de achterzijde van de foto’s en details op de foto’s. Hij vond een nostalgisch verhaal over dromen die nooit uitgekomen zijn. Zijn onderzoek werd de ruggengraat voor een verzonnen verhaal dat hij op een rommelmarkt in de Portugese hoofdstad Lissabon situeert, op de Feira da Ladra, het ‘plein van de dief’.

In plaats van één vinder splitst hij zijn vondst van de foto’s uit over twee personen die bijna tegelijkertijd hun zinnen zetten op deze foto’s. Julia is een jonge kunstenares met veel talent en weinig inkomsten. Branco is een oudere man zonder talent en veel inkomsten. Hij heeft zijn ambities tot kunstenaarschap opgeborgen en leeft van de verkoop van antiquaria aan rijke verzamelaars.

Julia koopt de strandfoto. Branco kijkt toe, koopt de andere foto’s en wil haar foto er bij. Julia ziet in die ene foto echter inspiratie voor een reeks schilderijen, die ze misschien kwijt kan op haar eigen eerste kunstexhibitie en weigert hem af te staan. Branco ziet er de mogelijkheid in om alsnog een kunstenaar te worden, om er een roman over te schrijven, iets wat hij nooit eerder heeft gedaan. Hij moet en zal die ene foto verkrijgen.

Het lijkt wat vergezocht als scenario voor een roman, maar dat is buiten het talent van Gert-Jan van de Bemd gerekend. Opeenvolgende hoofdstukken geven afwisselend het ik-verhaal van beide protagonisten. Uiteindelijk zien Branco & Julia zich verplicht samen op onderzoek te gaan naar Frankrijk, naar de Loire Atlantique.

In feite is het doel van hun zoektocht niet zozeer de dame op de foto’s maar zichzelf. Wat willen zij van hun leven maken? Vinden ze de jongedame nog levend terug? Ze moet ondertussen in de tachtig zijn. Zijn er nog mensen te vinden die haar kenden, hoe is het de baby op haar schoot vergaan, die nu een vijftiger moet zijn? Hoe het afloopt? Lees het boek.

Fictie komt in mijn recensies op DeWereldMorgen.be zelden aan bod. Voor dit boek maak ik graag een uitzondering. Branco & Julia is bijzonder, niet alleen omwille van het originele concept. Het is even wennen aan de twee ik-figuren die elkaar afwisselen. Ieder hoofdstuk begint met de laatste woorden en beleving van de andere ik vanuit het eigen gezichtspunt.

Zoals ik wel meer doe met de nooit afnemende stapel boeken die op mijn tafel naast de laptop terechtkomen voor dringende recensie, las ik even enkele pagina’s voor een eerste indruk. Enkele koffies in de ligzetel op ons zonnige terras later en ik had het boek in één ruk uit.

Het internet heeft het concept van foto’s onderuitgehaald, wat deels onze grote fascinatie voor oude foto’s verklaart. Ze voelen authentiek aan, ook al zijn ze meestal geënsceneerd en goed overdacht. Zit mijn haar goed, is dit mijn beste pose? In hun onbeweeglijkheid zeggen ze zoveel meer dan dertig digitale clicks die je daarna nooit meer bekijkt.

Un grand foulard

Meer informatie over de auteur vind je op zijn website www.grandfoulard.com. Een ‘foulard‘ kan een grote doek, een hoofddoek of een sjaal zijn. Ik ken het woord van mijn jeugd. Mijn ouders gingen nog een aantal jaren in het Frans naar school – ze maakten de overgang mee naar Nederlandstalig (‘Vlaams’) onderwijs.

Thuis spraken we Brabants dialect doorspekt met Franse woorden. Mooi Nederlands leerden mijn ouders van ons, hun kinderen – een taal die we zelf ook pas in de lagere school spraken. Mijn moeder droeg nog een aantal jaren een ‘foulard‘ in de Kerk, waarvan ze eveneens de verdwijning meemaakte, net als de afschaffing van vrouwen links, mannen rechts. Op de enkele foto’s van haar jeugd lacht ze nog mooi, op latere foto’s keek ze altijd stuurs of draaide ze zich weg. Herkenbaar…

Er zijn wel meer boeken die pogen je te doen nadenken over het leven. Dit boek slaagde daar in.

Screenshot grandfoulard.com

Mijn favoriete foto is die met de dame (ik noem haar naam niet, die kom je te weten door het boek te lezen) op het spatbord van een Citroën Traction Avant. Ze is al wat ouder dan op de strandfoto, maar ziet er nog gelukkig uit.

De productie van de Traction Avant eindigde in 1957 maar in die tijd gingen auto’s nog gemakkelijk 20 jaar en langer mee. Prachtige wagens, maar ze hadden een hoog brandstofverbruik en waren naar hedendaagse normen niet bepaald comfortabel. Deze foto doet me vooral denken aan de Franse gangsterfilms die we op zaterdagnamiddag keken, waarbij we tegelijk snel ondertitels leerden lezen én Frans verstaan.

De Traction Avant was de eerste personenauto ooit met voorwielaandrijving. In de eerste jaren na de oorlog was het bezit van een auto nog een echt statussymbool. In Frankrijk was Citroën de eerste fabrikant om doelgericht auto’s te fabriceren voor de gewone man (zijn vrouw mocht hoogstens de kleur van de zetels kiezen, voor zover die keuze er was).

Hoe zeldzaam auto’s toen nog waren, zie je aan de nummerplaat, vier cijfers en één letter waren voldoende. De 30 op het spatbord is waarschijnlijk een afveegbaar nummer van de autoverkoper of voor deelname aan een rally. Waar werd de foto genomen? Zijn de huizen in de straat nog herkenbaar? Wie trok de foto? Haar man? Was het hun wagen? Gingen ze op reis?

Elke foto vertelt zijn verhaal. Gert-Jan van den Bemd schreef een van die verhalen neer in een zeer leesbare roman.

 

Gert-Jan van den Bemd. Branco & Julia, Manteau/Standaard, Antwerpen, 2022, 264 pp. ISBN 978 9022 3387 04

Gert-Jan van den Bemd vertelt over zijn roman (11’38”):

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.