Leger op straat dient ander doel dan veiligheid

KFOR-soldaten in Kosovo (2009). Met dit militair wapenmateriaal loopt bij een confrontatie elke poging tot 'wettige zelfverdediging' uit de hand

KFOR-soldaten in Kosovo (2009). Met dit militair wapenmateriaal loopt bij een confrontatie elke poging tot 'wettige zelfverdediging' uit de hand

FacebooktwitterFacebooktwitter

De federale regeringspartij N-VA pleit voor de inzet van het Belgisch leger voor het ‘bewaken van de veiligheid’ in eigen land. Dit zal het gevoel van angst doen aangroeien en de veiligheid bovendien niet verbeteren. Er zit een andere agenda achter deze keuze.

De N-VA dient wetsvoorstellen in om de inzet van het leger voor taken van binnenlandse veiligheid te vergemakkelijken. Op dit ogenblik legt de wet daartoe grote beperkingen op. Zo kan op het leger onder meer beroep gedaan worden bij grote natuurrampen of andere catastrofes. Daar zijn vooral technische redenen voor. Het leger beschikt immers over zwaar transportmateriaal, noodbruggen, veldhospitalen en personeel. Er bestaat ook een afspraak tussen het leger en de politie om bij grote internationale topvergaderingen een deel van de politietaken over te nemen.

De minister van Binnenlandse Zaken kan nu reeds aan zijn collega van Defensie verzoeken om soldaten in te zetten voor het bewaken van strategische sites ‘in het belang van de nationale veiligheid’. Een dergelijk mandaat moet door de regering worden goedgekeurd en is beperkt in inhoud en tijd. Deze mandaten worden niet automatisch verlengd, op het einde van een mandaat moet opnieuw een regeringsbeslissing worden genomen.

Militairen die worden ingezet voor dergelijke bewakingsopdrachten, zijn beperkt in wat ze kunnen doen. Zij hebben immers geen politiebevoegdheden. Zo kan een soldaat geen bevelen geven aan een burger en geen aanhoudingen verrichten (de Militaire Politie kan militairen aanhouden voor zaken die verband houden met hun militaire taken).

Zoals bomspotters op de luchtmachtbasis van Kleine Brogel al ondervonden, kunnen militairen personen die illegaal een militaire basis betreden ‘van hun vrijheid beroven’ (maar niet ‘aanhouden’), in afwachting van hun snelle aanhouding door de politie. Die moet door de militaire autoriteiten immers onmiddellijk worden verwittigd. De betrokken personen mogen ook niet verhoord worden door militairen. Militairen (bijvoorbeeld bewakers van een basis) mogen hun wapens alleen gebruiken voor wettige zelfverdediging.

In de jaren 1980 stond de regering-Martens toe dat het leger bewakingsopdrachten op zich nam – in samenwerking met de politie – in de strijd tegen de Cellules Communistes Combattantes (CCC). Deze organisatie had meerdere aanslagen gepleegd tegen militaire installaties in België, waaronder brandstofpijplijnen en communicatie-installaties. Bij een van die aanslagen kwamen twee Brusselse brandweermannen om. Nadat de CCC werd opgedoekt werden deze taken onmiddellijk beëindigd.

Onbeperkte mandaten

De voorstellen van de N-VA komen erop neer dat de huidige beperkingen voor inzet van het leger in het binnenland worden afgeschaft. Het zou dan moeten kunnen zonder een specifieke regeringsbeslissing voor elke operatie, zonder beperkend mandaat en onbeperkt in de tijd.

Toen het leger werd ingezet in de jaren 1980 tegen de CCC, bleek de publieke opinie echter zeer negatief te staan tegenover de inzet van het leger. De burgerbevolking beschouwde gewapende soldaten in de straat blijkbaar niet als een garantie van maar als een gevaar voor hun veiligheid. Er bestaan echter geen duidelijke opiniepeilingen over.

Naast wettelijke bezwaren zijn er ook heel wat technische bezwaren tegen de inzet van soldaten voor interne veiligheid. Soldaten krijgen een zeer specifieke opleiding, zij moeten voorbereid zijn op de confrontatie met andere gewapende partijen (legers, opstandelingen, guerrilla). Het materiaal waarmee ze hun taken vervullen, is bovendien niet geschikt voor inzet tussen de burgerbevolking van het eigen land. Het leger kan de proportionaliteit van gewapende reactie niet garanderen, het is de spreekwoordelijke hamer om een vlieg op het raam dood te slaan.

Men mag de inzet van het leger in eigen land ook niet vergelijken met de inzet van militairen voor vredesmissies in conflictgebieden. In het kader van VN-missies heeft het Belgisch leger al bewakingsopdrachten uitgevoerd in andere landen, waarbij patrouilles ingezet werden in de straten, in wijken, op markten. Zij zijn daar echter aanwezig met een internationaal mandaat, al dan niet met toestemming van het land waar ze aanwezig zijn. Maar de burgers die ze daar beschermen, zijn hun landgenoten niet. Ze kunnen er dikwijls ook niet direct mee communiceren, tenzij via tolken. De perceptie van hun taak en de strategisch en tactische aanpak is ook heel anders dan wanneer soldaten zouden worden ingezet in eigen land tussen eigen landgenoten.

Meest Belgische der Belgische instellingen

Het is ironisch dat net de N-VA een beroep wil doen op het meest Belgische der Belgische instellingen, het nationale leger. Minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) heeft zware besparingen aangekondigd. Hoe dat zal worden verzoend met deze nieuwe taken, is maar de vraag.

In december 2014 was Vandeput nog “gematigd positief” over het idee, maar vreesde hij toch dat “de mensen niet klaar zijn voor gewapende militairen in het straatbeeld”. Wat er dan moet gebeuren om de mensen wel ‘klaar’ te maken voor soldaten op straat, zei de minister er niet bij. De recente gebeurtenissen in Parijs en Verviers zouden wel eens het ultieme argument kunnen worden.

Geen duurzame oplossing

De mening van de legertop en van de politie is onbekend. Men houdt er de lippen stijf op elkaar. De betrokken vakbonden zijn in ieder geval tegen. ACV-Defensie, ACOD-Defensie, ACOD-Politie, het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel (NSPV) en de afdeling Politie van het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt (VSOA) zien in de inzet van het leger geen oplossing.

“Ik stel me de vraag of het verantwoord is om in een rechtstaat het leger in te zetten voor politietaken. Dat lijkt me vooral een maatregel om het personeelstekort bij de politie te verdoezelen”, aldus Eric Picqueur (ACOD-Politie). Gert Cockx (NSPV) noemt de inzet van het leger geen duurzame oplossing. “In de jaren tachtig werden ook al gemengde ploegen van leger en politie op straat gestuurd. Dat kan tijdelijk de politiecapaciteit verhogen, maar is geen duurzame oplossing.” Dit zijn voornamelijk technische bezwaren.

Fundamentele oorzaken genegeerd

Het fundamentele probleem met de inzet van het leger voor binnenlandse veiligheid zit veel dieper. Het geeft slechts de kortstondige indruk dat men eindelijk iets doet, terwijl het aan de grond van de zaak niets verandert. Het toont de onmacht van het politiek bestel om oorzaken van de onvrede te erkennen of aan te pakken

Er zit ook een bittere ironie achter een dergelijke aanpak. Het Belgisch leger heeft immers deelgenomen aan militaire operaties in een aantal islamitische landen. Nu zal datzelfde leger dus worden ingezet tegen de ‘blowback‘ van deze deelname. De deelname aan de invasie van Afghanistan werd nochtans specifiek verantwoord met het argument dat dit onze veiligheid zou garanderen.

Garanderen van de binnenlandse orde behoort niet tot de traditionele historische doctrine van het Belgisch leger. Het past niet in de denkwereld van deze instelling. Toch zal de legerleiding zich nooit openlijk uitspreken tegen een politiek bevel om in het land zelf op straat te komen. Gehoorzaamheid aan het grondwettelijk gezag behoort immers eveneens tot die militaire doctrine.

Geen nieuwigheid

De inzet van militairen voor de binnenlandse veiligheid is zeker geen nieuwigheid. Vanaf de vroege jaren 1960 was de ‘national security state‘ in Latijns-Amerika zelfs de voornaamste bestaansreden van de legers daar. De geschiedenis van dit continent is duidelijk genoeg over waar dit toe kan leiden. België en de westelijke EU-lidstaten hebben een andere militaire traditie dan Latijns-Amerika, maar met dit soort maatregelen wordt het pad wel geëffend in die richting.

Inzetten van het leger voor binnenlandse veiligheid zal de veiligheid niet verbeteren, integendeel. Dit pakt ook de fundamentele oorzaken niet aan. In een commentaar op de gebeurtenissen in Verviers van 15 januari 2014 meldt France24 dat de Belgische Syrië-rebellen gedreven worden door wanhoop. Zij voelen zich compleet gemarginaliseerd, miskend, vernederd in dit land. Dit zijn de problemen waarvan de N-VA het bestaan ontkent en die zij door hun beleid zullen verergeren.

De ijver van de N-VA om het leger – het ultieme nationale symbool van België – in te zetten, toont aan hoe ver deze partij wil gaan om haar ideologie aan de bevolking op te leggen.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.