KZ-syndroom, boek van het jaar 2024, voor én na de verkiezingen

Nieuwkomers in Breendonk met hun gezicht naar de muur. Foto: © Fort Breendonk

FacebooktwitterFacebooktwitter

Er verschijnen nog altijd degelijke boeken, alle internetgezeur over het einde van het boek ten spijt. ‘KZ-syndroom – Een litteken dat nooit verdwijnt’ is niet zomaar het zoveelste boek over de concentratiekampen en de Holocaust. Het troont er torenhoog boven uit. Het laat je niet meer los. Elk mens met een hart gaat na dit boek met volle overtuiging de strijd aan tegen de dreiging van extreemrechts.

Op 12 maart 2024 stelden Henri Heimans en Dirk Verhofstadt hun boek Het KZ-syndroom – Een litteken dat nooit verdwijnt voor aan de bomvolle zaal Liberas in Gent. De melancholische klanken van klezmer-muziek wisselden gesprekken af met de uitgever en met beide auteurs.

Heimans vertelde tijdens de presentatie het verhaal van zijn vader en moeder en van zijn leven als enig kind in een getraumatiseerd gezin.

Zijn relaas van dat leven en van de redenen waarom dit boek er is gekomen – zoveel jaren later – bracht hij opvallend sober en was net daarom des te pakkender.

Dit boek wisselt autobiografische elementen van Heimans’ jeugd af met historische reconstructies van de gruwel die zijn beide ouders ondergingen, elk afzonderlijk (ze leerden elkaar kennen na de oorlog).

Tevens is het een historisch overzicht van ontstaan en praktijk van de concentratiekampen en de Holocaust, de nazi-vernietigingscampagne van de Joodse Europese bevolking.

Het is bovendien een reisverhaal. Samen met Dirk Verhofstadt ging Heimans de plaatsen bezoeken die zijn ouders in hun brieven en dagboeken vermeldden.

Werd hun aanwezigheid bevestigd door Duitse archieven? Waren de personen die ze ontmoetten inderdaad ooit op de plaatsen aanwezig waar ze door hen werden vermeld? Alvorens hier dieper op in te gaan, eerst wat uitleg over de titel van het boek ‘KZ-syndroom’.

KZ-syndroom?

Een syndroom is een verzamelnaam voor een geheel van ziektebeelden die niet onder één medische term te vatten zijn, net zomin als hun oorzaken, gevolgen en mogelijke remedies.

Men kan bij een syndroom niet spreken van één ‘ziekte’ – dus ook niet van één mogelijke therapie – omdat de ziektebeelden van psychisch en fysiek lijden zo verscheiden zijn.

(KZ is de afkorting van Konzentrationslager, Duits voor concentratiekamp)

Voluit het postconcentratiekampsyndroom wordt het KZ-syndroom ook het overlevendensyndroom genoemd. Het is een pas sinds de vroege jaren 1980 volledig medisch erkende ziektebeeld. Dat het zo lang moest duren klinkt vandaag ongelooflijk. Toch is het zo.

Vrouwelijke gevangenen in Ravenbrück duwen zware ijzeren lorries op een smalspoor. Foto: © Bundesarchiv

Voor de Tweede Wereldoorlog was er nauwelijks aandacht, laat staan erkenning, voor de psychische gevolgen van seksueel geweld, natuurrampen, ongevallen thuis of op het werk of verlies van geliefden in tragische omstandigheden. En specifieke erkenning voor psychische letsels van oorlogservaringen was er al helemaal niet.

Veel overlevenden van de concentratiekampen keerden pas terug in hun bevrijde landen nadat daar de heropbouw al enkele maanden bezig was. Ze waren fysiek ook al wat aan de beterhand.

Aandacht, laat staan eerbetoon, voor hun lijden kregen ze nauwelijks. Dikwijls wilden ze dat ook niet zelf – om redenen die we vandaag erkennen als symptomen van het KZ-syndroom.

Ze hoorden het al te vaak: “Wij hebben hier toch ook afgezien onder de bombardementen, de repressie, de honger …”  Een mate van onwetendheid over de kampen speelde een rol, maar zeker ook onwil om de gruwel van de concentratiekampen te willen vatten, begrijpen of erkennen.

Die erkenning van de psychische gevolgen kwam er geleidelijk aan wel op individueel vlak bij een deel van de artsen en psychiaters. Het duurde echter tot 1980 voor het KZ-syndroom werd opgenomen in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM), het standaardwerk van de psychiatrie.

Henri Heimans tussen de ruïnes van de Wechsel Union Werke, waar zijn vader dwangarbeider was/ Foto: © Dirk Verhofstadt

Veel overlevenden van de kampen bleven jarenlang onbehandeld of werden inadequaat behandeld, met zeer zware gevolgen voor hun levenskwaliteit.

Ook hun gezinnen leden daar onder, zozeer dat er nu ook aandacht is voor de medische gevolgen voor de kinderen van die overlevenden. Henri Heimans is één van hen.

Al wisten hun kinderen meestal niet waarom hun ouder of ouders waren zoals ze waren, ook zij leden zwaar onder het leed van hun ouder(s), onder ‘het litteken dat nooit verdwijnt’.

Het litteken dat nooit verdwijnt

Henri Heimans heeft een mooie carrière achter de rug van 45 jaar magistratuur. Hij zette zich vooral in voor het welzijn van geïnterneerde personen, in het bijzonder van personen die waren veroordeeld voor een misdrijf en in de gevangenissen geen adequate (meestal helemaal geen) opvang kregen voor hun psychisch lijden (zie Minister van Justitie: geef gerecht middelen voor effectieve internering).

Hij wist al opgroeiend wel min of meer dat zijn ouders de kampen hadden overleefd. Ze vielen hem daar echter nooit mee lastig. Hij kon studeren en een eervolle loopbaan beginnen bij de justitie. Vandaag beseft hij dat zijn vader en hijzelf in feite al die jaren ongeschoolde en onbegeleide mantelzorgers waren voor hun zieke moeder en echtgenote.

Aankomst in Lübeck van uit Ravensbrück bevrijde vrouwen. Sommigen dragen nog burgerkleding met een witte X op de rug ter identificatie van gevangenen. De anderen dragen hun gestreepte gevangenisuniformen. Foto: © Mahn- und Gedenkstätte Ravensbrück

Verlammende migraines en lange periodes van apathische levensmoeheid wisselden af met korte periodes van heropleving. Zijn moeder overleed op 23 april 1989.

Twintig jaar later schreef zijn vader in een paar ATOMA-schriftjes de herinneringen neer die hij voorheen nooit met hun zoon had gedeeld. Heimans las ze en wou daarop ook zijn eigen jeugdervaringen neerschrijven, zonder enig plan of ambitie, gewoon voor zijn kinderen en kleinkinderen.

Het is een eerder toevallige babbel met Dirk Verhofstadt, auteur van Dagboek 1933 – Het gevaar van extreemrechts (2022) die zijn opzoekingen en nota’s tot het boek maakten dat zij beiden samen presenteerden op 12 maart in Gent.

Henri Heimans (m) en Dirk Verhofstadt presenteren hun boek in Gent. Foto: X @danyneudt

Dirk Verhofstadt wist hem te overtuigen dit boek te schrijven samen met hem. Dirk zette zijn ervaring als historisch onderzoeker in en samen gingen ze op stap naar het verleden van Heimans’ vader en moeder.

Zo kwamen ze op het spoor van brieven die moeder Heimans had geschreven aan een Nederlandse vriendin. Heymans’ moeder was zelf Nederlandse die op jonge leeftijd vanuit Middelburg naar Gent en Brussel verhuisde. Met de nota’s van zijn vader en de brieven van zijn moeder begon de constructie van dit boek.

Een boek dat je nooit meer loslaat

De literaire mengformule van reisverhaal, biografie, autobiografie en historisch overzicht is niet evident, maar het moet gezegd, ze werkt. Beide auteurs slagen er in de lezers geboeid te houden tot de laatste alinea. De overgang van het een naar het ander loopt zeer organisch en voelt vanzelfsprekend aan.

Boeken over geschiedenis en lijden zijn er bij de vleet, dikwijls zeer informatief, soms wat zwaar academisch. Auteurs met een boodschap, hoe waardevol ook, vergeten soms dat een boek ook degelijk moet geschreven worden. Niet zo in dit boek. Dit is zonder meer verzorgde taal, zeer goed geschreven.

Ik heb het zoals vele boeken die ik recenseer hoofdzakelijk op de trein gelezen, het laatste deel las ik op de trein naar Gent voor de boekvoorstelling.  Het is geen evidente literatuur. Je kan het overleven – leven was het niet – van de slachtoffers van de kampen niet bevatten.

Wat je wel kan is inzien dat wie dit overleeft naast fysiek ook zwaar psychisch beschadigd door het verdere leven zal gaan. Wat je eveneens met dit boek  inziet is dat het gedachtengoed dat tot deze gruwel heeft geleid ook vandaag hard moet bestreden worden – met nog meer strijdlust na het lezen van dit boek.

Menig kandidaat-lezer – ook zij die er volledig achter staan dat de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust nooit mogen vergeten worden – zal even aarzelen: “Wil ik al die gruwel zelf nog lezen?”. Fout. Juist wél doen.

Dit boek is een nieuwe mijlpaal in de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog. Lees ook de Epiloog meerdere malen opnieuw (maar begin er niet mee bij je eerste literatuur). Dit boek verdient vertalingen.

Recht is geschied, maar de strijd gaat door

Heimans en Verhofstadt stelden hun boek voor in Gent op 12 maart. Op diezelfde dag viel in dezelfde stad ook het vonnis over Schild en Vrienden (S&V) en hun infame leider, wiens naam niet verdient hier geciteerd te worden.

Henri Heimans in de gangen van Fort Breendonk. Foto: © Dirk Verhofstadt

Henri Heimans was zelf burgerlijke partij in deze rechtszaak. In zijn vonnis erkende de rechtbank volledig het leed dat hem werd aangedaan door de leider van S&V en zijn volgers. In de epiloog verwijst Heimans al naar die rechtszaak, die dan nog loopt.

De schande van S&V was niet de aanleiding voor de auteurs om dit boek te schrijven, maar heeft hen wel gesterkt in hun overtuiging dat hun boek op het juiste ogenblik moest en zou verschijnen.

De strijd tegen dit kwaad is niet voorbij. In 2024 steekt extreemrechts opnieuw zijn lelijke kop op tijdens de komende verkiezingen. Komt er een Vlaamse regionale regering met een meerderheid van N-VA en Vlaams Blok? Misschien wel, misschien niet.

Het tij keren op zo een korte tijd voor 9 juni kan niet meer, maar als dit boek er mee voor kan zorgen dat die gvreesde extreemrechtse meerderheid (in parlementszetels, niet in stemmenaantal) er net niet komt, dan heeft het zijn eerste doel al bereikt.

Maar, dit boek wil veel meer. De strijd gaat immers onverminderd door na 9 juni. Ook na die datum zal dit boek een rol blijven spelen. Geen idee of de auteurs het van plan zijn, maar dit boek is materiaal voor lezingen. Voor en na de verkiezingen, nog jarenlang.

Tenslotte nog dit: op de sobere boekcover staat een viool met prikkeldraad als snaren. Wie wil weten wat dat beeld betekent, moet dit boek lezen.

 

Henri Heimans & Dirk Verhofstadt. KZ-syndroom – Een litteken dat nooit verdwijnt. Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 380 pp. ISBN 978 9052 4094 67

Overweeg tevens dit boek, eveneens een aanrader:

Dirk Verhofstadt. Dagboek 1933 – Het gevaar van extreemrechts. Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 404 pp. ISBN 978 9052 4000 99

Zie ook ons gesprek met Dirk Verhofstadt in Zijn de jaren ’30 terug? Dirk Verhofstadt denkt van wel

Met dank aan de auteurs voor het vrijgeven van de foto’s voor deze recensie.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.